woensdag 25 april 2012

Gangen van een paard: stap

Aangezien de stap de basisgang voor een trektocht (buitenrit) is, verdient de stap alle aandacht van buitenrijders. Natuurlijk is het niet gemakkelijk een paard zo ver te krijgen dat hij snel loopt zonder in draf over te gaan, als het terrein onregelmatig wordt, maar dat moet hem wel geleerd worden! In dit artikel alle informatie omtrend de stap tijden het binnenrijden en tijdens buitenritten!

De vrijheid in het evenwicht is het geheim van doeltreffendheid
Om een goede stap te verkrijgen, in een correcte houding, moet het paard zijn natuurlijke evenwicht terugkrijgen. U dient daarvoor alle contact met de mond te vermijden.

De goede houding
De ideale houding voor een ruime en doeltreffende stap is een lage en ontspannen hals die horizontaal in het verlengde van de rug wordt gedragen. Bij deze gang omschrijft het hoofd een ruime acht in samenhang met de beweging van de benen. Als de ruiter dit evenwicht hindert, als hij een houding oplegt waarbij de hals is opgeheven, zal de stap zijn ongedwongenheid en doeltreffendheid kwijtraken. Om goed te lopen, moet het paard zijn hals ontspannen, horizontaal in het verlengde van de rug. Een natuurlijke houding die hij niet zal aannemen als men een permanent contact met de mond aanhoudt.

De stem
Door uw stem begrijpt het paard u goed... en zijn mond wordt ontzien. Het is voldoende een bevel te kiezen die de stap aanduidt, zoals 'stap' of iets dergelijks, en dat iedere keer te gebruiken als die gang gevraagd wordt. Doe dit niet voortdurend luidkeels, maar alleen wanneer het paard een fout maakt, of als er iets gebeurt dat hem in draf doet overgaan: een soortgenoot die hem voorbij gaat, een onregelmatigheid in het terrein enzovoort. Indien het paard blijft draven, moet u natuurlijk meteen ingrijpen met de teugels. Maar geleidelijk aan zal uw stem voldoende zijn.

Mond vrij, teugels lang
Buiten is het onmogelijk en zelfs schadelijk om te proberen het contact met de mond te handhaven. Het paard zal zich onder dergelijke omstandigheden, ook al is er een zeker vertrouwen in de hand, niet volledig kunnen ontspannen: hij zal zijn hoofd licht opheffen en langzamer gaan lopen. Hiermee riskeert men niet alleen een verlies aan gevoeligheid, maar ook van aansporing en korte draf. De beste methode is dus de teugels los te laten hangen.

Een te verliezen reflex
Ieder paard kan leren in stap te lopen zonder voortdurend vastgehouden te worden. Een of twee trainingen zijn voldoende om hem de spelregel uit te leggen: deze nieuwe methode is voor hem zo plezierig dat hij het al heel snel door zal hebben. Daarentegen is het voor de ruiter waarschijnlijk lastiger, omdat hij gewend is voortdurend met aangetrokken teugels te werken: deze reflex kan zo diep geworteld raken, dat hij de indruk heeft niets in de hand te hebben: hij zal dan ook onbewust het contact proberen te hervinden door de teugels aan te trekken.

Een contract sluiten
De eerste paar keer kan men profiteren van een moment, waarop het paard rustig is en de andere leden van de groep vragen langzaam te gaan. Het paard moet vervolgens met de stem het bevel krijgen en de ruiter moet zijn teugels los laten hangen. De ruiter spoort vervolgens de fout op, het schokje wanneer in draf wordt overgegaan, zonder hierop in te springen. Als het gebeurt, grijpt hij meteen in met zijn stem, vervolgens met de zit en de teugels om het paard weer in stap over te laten gaan. Zodra hij voelt dat het paard gehoorzaamt, laat hij ogenblikkelijk de teugels weer loshangen. Dat is de beloning voor het paard en tevens de manier om hem te helpen correct in stap te gaan.

Belangrijk om te weten
De mond van het paard is gevoelig en hij voelt de aanwezigheid van de hand, zelfs wanneer de teugels loshangen. Om hem vertrouwen te geven, is het dus belangrijk de teugels lang en in een ruime boog te laten hangen.

Gun hem de tijd het te leren
Behalve bij zeer goed getrainde paarden, is een goede stap, zoals iedere gymnastische beweging, het resultaat van een leerproces. U moet voorkomen dat uw paard in de war gebracht wordt.

Het goede moment afwachten
Veel ruiters begaan de fout hun paard te pushen - om de stap ruimer te maken - terwijl hij nog niet de goede houding heeft en hij nog niet de gewoonte kwijt is dan te gaan draven. Dat is te vroeg en zo dwingt u het paard ongehoorzaam te zijn, aangezien hij nog niet aan een ruimere stap toe is en zal gaan draven of ongehoorzaam zal zijn.

Duidelijke tekenen
Het paard zal u laten voelen wanneer hij fysiek in staat is een begin van een verruiming aan te houden: hij zal uit zichzelf de gang ruimer maken bij lichte afdalingen en op de terugweg. U zult hem dan alleen nog maar zo nu en dan moeten vragen wat sneller te gaan.

Zich aan de groep aanpassen
Terwijl u wacht tot een verdere verruiming mogelijk geworden is, laat u het paard in zijn eigen tempo lopen (u kunt hem wel vragen de groep in te halen in de draf als u te ver achterop raakt). Dat is bovendien een goede oefening om zelfstandig een probleem op te lossen.

Het gebruik van de benen
Als men op een sloom paard rijdt, dat langzaam slentert, is het verleidelijk hem te pushen en de stap te onderhouden door een sterke werking van de zit en de benen. Geleidelijk aan zal men onbewust handelen zonder dat de inspanningen ook maar enigszins het gewenste effect sorteren. Het paard raakt eraan gewend voorwaarts te gaan zonder zich ook maar iets aan te trekken van de werking van de beenhulpen. Laat de ruiter zijn benen los, dan zal het paard halthouden. Het is niet eenvoudig om uit deze vicieuze cirkel te raken, tenzij de benen ietwat van de flanken worden verwijderd en de ruiter zich voorziet van een zweepje. Oefent men druk met de benen uit, zal het paard ogenblikkelijk sneller gaan. Zo niet, dan zal een tikje met de zweep hem tot de orde roepen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten