zaterdag 5 mei 2012

Paardenras: Florida Cracker Horse

Dit artikel is verhuisd. Lees op deze site het artikel.

Paardenras: Fjord

Paardenras: Fins Universal

Doordat dit artikel is verhuisd naar een andere site, kan je de informatie op deze pagina over de Fins Universal vinden.

Paardenras: Fell

  • Land van herkomst: Groot Brittannië 
  • Schofthoogte: 132 - 142 centimeter 
Geschiedenis en herkomst
De Fell stamt uit de westelijke kant van de noordelijke Pennines in Cumbria. Waarschijnljik gaat hij terug op inheemse pony's, maar hij werd in de Romeinse tijd sterk beïnvloed door Friezen en in latere eeuwen door de nu uitgestorven Schotse Galloway.

Algemene beschrijving en eigenschappen
Een stevig gebouwde, gespierde bergpony. Hij heeft een klein, alert hoofd en volle, zijdeachtige manen en staart. De hoeven van blauwe hoorn zijn hard en rond, aan de kogel zit behang. De kleur is meestal zwart, maar donkerbruin, bruin en schimmel komen ook voor.

Gebruik vroeger en nu
Van oorsprong vooral een allround werkdier op boerderijen: in de 18e eeuw werd het ras veel gebruikt om lood uit de mijnen te vervoeren. Tegenwoordig wordt de Fell als tuigpony bij wedstrijden en als allround rijpony gebruikt. Kruisingen tussen Fell en Volbloeden leveren goede Hunters op.

Vergelijkbare rassen en overige wetenswaardigheden
De nauw verwante Dales pony lijkt veel op de Fell, maar is groter, zwaarder en heeft een iets kortere hals. De Fell heeft ook een betere rijschouder. De Noorse Døle Draver en de Døle-Gudbrandsdal (van dezelfde prehistorische voorouder) lijken ook op de Fell.

Meer lezen over de Fell paardenras?

Ezel

  • Land van herkomst: Universeel 
  • Schofthoogte: 97 - 124 centimeter 
Geschiedenis en herkomst
Geen paard of pony, maar een variant van de Afrikaanse wilde ezel, Equus asinus, die ongeveer 4000 v. Chr. door de Egyptenaren voor het eerst gedomesticeerd werd. Er bestaan enkele rassen van reuzenezels (ca. 140 cm schofthoogte), bijvoorbeeld de Franse Poitou, die ook in Engeland en de VS wordt gefokt.

Algemene beschrijving en eigenschappen
Onmiskenbaar een paardachtige, maar toch heel anders dan de meeste andere leden van de familie. Zeer lange oren en korte manen; de staart heeft alleen aan het puntje lange haren. De beharing is grijs van boven en wit van onderen, donkere lijnen vormen een kruis over rug en schouders.

Gebruik vroeger en nu
De ezel is het spreekwoordelijke lastdier, hij heeft gedurende talloze eeuwen de mens en zijn bezittingen vervoerd. En dat doet hij nog altijd, maar in het Westen wordt hij nu ook als huisdier of als 'nieuw' rijdier gehouden. De ezelhengsten worden gebruikt voor het fokken van muildieren.

Vergelijkbare rassen en overige wetenswaardigheden
Er zijn nog meer soorten ezels, die geen van allen gedomesticeerd zijn: de Aziatische wilde ezel, E. hemionus, leeft in de woestijnen van Mongolië en is groter en heeft veel kleinere oren; de Kiang, E. kiang, uit Tibet; en de Onager, E. onager, die van Iran tot India voorkomt.

Paardenras: Exmoor

  • Land van herkomst: Engeland, Groot - Brittannië 
  • Schofthoogte: 122 - 130 centimeter 
Geschiedenis en herkomst
Omdat Exmoor geïsoleerder ligt dan Dartmoor, heeft de Exmoor minder invloed van buitenaf ondergaan dan zijn buurman, de Dartmoor. De Exmoor is het oudste Britse ras dat op de heidevelden rondloopt; hij stamt waarschijnlijk af van de Keltische pony, wiens voorouders het gebied voor de ijstijd bewoonden.

Algemene beschrijving en eigenschappen
Dit oeroude ras bezit enkele unieke kenmerken: de kaakvorm en een extra kies (wordt verder alleen aangetroffen bij fossielen uit Alaska), een dikke, waaiervormig begin van de staart ('ijsstaart'), kapvormige bovenoogleden ('paddenogen') en een dikke, veerkrachtige wintervacht.

Gebruik vroeger en nu
De Exmoor is opvallend sterk, hij kan een volwassen man dragen. Hij heeft een eigenzinnig karakter, maar als hij op de juiste manier zadelmak wordt gemaakt, en men met overwicht met hem omgaat, is hij een prachtige jachtpony voor jonge mensen. Wordt ook gewaardeerd als fokdier voor grotere paarden.

Vergelijkbare rassen en overige wetenswaardigheden
De opvallende 'paddenogen', 'ijsstaart' en de wintervacht onderscheiden hem van andere pony's. Er zijn nog maar drie vrije kuddes op de heide van Exmoor. Ze worden ook elders in Groot Brittannië gefokt, maar het type neigt te verdwijnen, tenzij er regelmatig bloed van de oorspronkelijke kuddes wordt ingekruist.

Wil je meer weten over de Exmoor?

Erfelijke stoornissen aan de stofwisseling

Er blijkt een aantal erfelijke ziekten te zijn waarbij een bepaald enzym in de normale stofwisseling ontbreekt, hetgeen ernstige gevolgen kan hebben. Omdat enzymen eiwitten zijn en alle eiwitten gecodeerd worden door DNA in de genen, is het begrijpelijk dat het ontbreken van een enzym neerkomt op afwijkingen in het DNA (genen). Een bekend voorbeeld is het fenylketonurie (PKU). Het is een recessief overervende eigenschap die tot gevolg heeft dat kinderen met PKU na een aantal jaren een ernstige vorm van zwakzinnigheid vertonen.

Door het ontbreken van enzym 1 hoopt fenylalanine zich op in het bloed, waardoor de hersenen worden aangetast. Fenylalanine wordt dan omgezet in fenylketon, dat in de urine wordt aangetroffen, vandaar de naam fenylketonurie.

De oplossing van het probleem bestaat in een dieet dat arm is aan fenylalanine. Ofschoon slechst 1 op de 10.000 baby's dit erfelijke defect vertoont, worden alle pasgeborenen op de aanwezigheid van fenylalanine onderzocht door middel van de 'hielprik', ongeveer 8 dagen na de geboorte.

Albinisme is een ander voorbeeld van een "inborn error of metabolism". Hierbij ontbreekt het enzym 2 waardoor de pigmentvorming (melanine) geblokkeerd wordt. Men spreekt over aangeboren en erfelijke kenmerken; aangeboren (congenitale) kenmerken izjn bij de geboorte aanwezig en zijn over het algemeen niet erfelijk. Aangeboren kenmerken worden na de bevruchting geïnduceerd door milieu-omstandigheden, onder andere door bestraling, infectieziekten van de moeder (rodehond) en geneesmiddelen (bijv. Softenon, DES). Erfelijke kenmerken worden tijdens de bevruchting vastgelegd in het genotype, onder andere bloedgroep en kleur van de ogen.

Erfelijke aspecten van de menselijke celdeling

Alle levende wezens kunnen zicht voortplanten. Hierbij is het opvallend dat nakomelingen een sterke gelijkenis vertonen met hun ouders, respectievelijk voorouders. Lees in dit artikel meer over het hoe en wat over ons indrukwekkende DNA.

Alle levende wezens kunnen zicht voortplanten. Hierbij is het opvallend dat nakomelingen een sterke gelijkenis vertonen met hun ouders, respectievelijk voorouders. Men kan dus concluderen dat er van generatie op generatie informatie wordt doorgegeven. De overdracht van informatie vindt plaats door middel van genen. Een gen is een erfelijk deeltje, dat wil zeggen de stoffelijke drager van de aanleg van een erfelijke eigenschap. De genen bevinden zich in de chromosomen en zijn dus onzichtbaar.

De chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten. De stof DNA (deoxyribonucleic acid (Engels); desoxyribonnuclëinezuur (Ned.)) blijkt het erfelijke materiaal (de genen) te zijn. Een gen is dus chemisch gezien een stukje van een DNA-molecuul.

Wanneer een cel zich deelt moeten eerst alle chromosomen zich "verdubbelen" omdat de twee dochtercellen evenveel chromosomen moeten hebben als de moedercel. De verdubbeling staat bekend als het replicatieproces. Ieder DNA-molecuul wordt hierbij opengeritst en vervolgens met de bouwstenen volgens een bepaald patroon aangevuld. Zo ontstaan er twee nieuwe DNA-moleculen waarvan de volgorde van de basenparen identiek is aan de volgorde vóór de replicatie.

Via een ingewikkeld proces worden daar aminozuren aan elkaar gekoppeld tot eiwitten. De volgorde van de aminozuren in het eiwit wordt uiteindelijk bepaald door de basenvolgorde van het DNA. Op deze wijze komt het DNA (dus de genen) tot expressie. Deze genexpressie is dus voor iedereen uniek.

Alle genen van een organisme samen, dus de totale erfelijke aanleg, noemt men het genotype. De eigenschappen die men waarneemt, dus de verschijningsvorm, wordt het fenotype genoemd. Hierbij moet opgemerkt worden, dat de begrippen genotype en fenotype ook worden gehanteerd voor ieder kenmerk afzonderlijk.

Het onzichtbare genotype (de aanleg) leidt tot een bepaald fenotype. Hierbij speelt het milieu dikwijls een belangrijke rol.

Wanneer een kind de erfelijke aanleg heeft om een pianovirtuoos te worden zal het mede van de opvoeding afhangen of deze aanleg later tot uiting komt. Zonder muziekonderricht en instrumentarium zal dit waarschijnlijk nooit gebeuren. Omgekeerd zal het wel duidelijk zijn dat wanneer er geen muzikale aanleg aanwezig is, een kind (zelfs met het beste muzikale onderricht) nooit tot een virtuoos zal kunnen uitgroeien. Men kan eenvoudig het volgende stellen: wat er genotypisch niet in zit, kan er fenotypisch nooit uitkomen. Het milieu heeft natuurlijk niet altijd invloed op de vorming van het fenotype vanuit het genotype. Zo zijn bloedgroep en oogkleur voorbeelden van erfelijke eigenschappen waarop het milieu (fenotype) geen invloed heeft.

Tijdens de ontwikkeling van een organisme zal het fenotype voortdurend veranderen in tegenstelling tot het onveranderlijke genotype. Het genotype, en dus enigzins ook de toekomst van het organisme, ligt reeds vast vanaf het moment dat de eicel en de zaadcel met elkaar versmelten. De verschillende cellen van het menselijk lichaam hebben allemaal dezelfde aanleg, dus hetzelfde genotype. Wanneer er een verandering optreedt in het genotype, is er sprake van een mutatie. Mutaties kunnen in iedere cel optreden; ze zijn van zeer grote invloed op het organisme wanneer ze optreden in de moedercel van de gameten, in de gameten zelf en in de bevruchte eicel.

Men onderscheidt kunstmatige en spontane mutaties. In het algemeen zijn de genen vrij stabiel, waardoor spontane mutaties zeer zelden voorkomen. Kunstmatige mutaties kunnen vooral ontstaan door inwerking van straling (ioniserende, röntgenstraling, en ultraviolette ((UV)) straling). De meeste mutaties zijn verliesmutaties, dat wil zeggen dat deze schadelijk zijn of soms zelfs dodelijk.

Voor iedere eigenschap is een dubbele aanleg aanwezig op een bepaalde plaats van de homologe chromosomen, namelijk een gen (allel) in het chromosoom van de moeder en een gen (allel) op de overeenkomstige plaats in het homologe chromosoom van de vader.

Wanneer men bijvoorbeeld het allel voor bruine ogen voorstelt door het symbool B en het allel voor blauwe ogen door het symbool b, dan zijn er de volgende mogelijkheden voor het genotype en het fenotype:

- Genotype BB; fenotype: bruine ogen
- Genotype bb; fenotype: blauwe ogen
- Genotype Bb; fenotype: bruine ogen.

De genotypen BB en bb noemt men homozygoot, omdat hierbij sprake is van twee identieke allelen voor de oogkleur. Bb noemt men heterozygoot omdat de allelen voor de oogkleur niet identiek zijn. In dit voorbeeld is de aanleg voor bruine ogen (B) dominant over de aanleg voor blauw ogen (b): blauw is recessief.

Kinderen geboren uit ouders met blauwe ogen hebben derhalve altijd blauwe ogen. Een dominant overervende eigenschap behoeft slechts eenvoudige aanwezig te zijn om herkenbaar (fenotypisch 'zichtbaar') te worden. Enkele andere voorbeelden van dominante eigenschappen zijn: donker haar ten opzichte van blond haar, krulhaar ten opzichte van sluik haar en bloed met resusfactor ten opzichte van bloed zonder resusfactor.

De mens heeft in alle cellen (behalve de rode bloedcellen, die geen kern en dus geen chromosomen bezitten) 23 paar chromosomen en wel:

- 22 paar autosomen: waarbij de beide chromosomen van ieder paar gelijk aan elkaar zijn.
- 1 paar geslchatschromosomen (heterosomen). Ze zijn bij man en vrouw verschillend: vrouwen hebbe in alle cellen twee X-chromosomen (XX) en mannen in alle cellen één X-chromosoom en een veel korter Y-chromosoom (mannen zijn XY). Het Y-chromosoom bevat vrijwel geen genen (genetisch 'leeg').

Een vrouw heeft per cel (44 + XX) en een man (44 + XY) chromosomen. Eicellen bevatten dus altijd één X-chromosoom naast 22 autosomen. Zaadcellen bevatten naast de 22 autosomen of één X-chromosoom, óf één Y-chromosoom. Het geslchat van een kind wordt dus uitsluitend bepaald door de zaadcel van de vader. Eigenschappen waarvan de genen zijn gelokaliseerd in het X-chromosoom worden sex-linked (geslachtsgebonden) genoemd of aangeduid met de betere term X-chromosomaal (gebonden), zoals de genen voor de eigenschappen kleurenblindheid en hemofilie (bloederziekte) die allebei recessief overerven. Een man die het gen voor bloederziekte heeft, is een bloeder. Een vrouw is pas bloedster, wanneer ze in beide X-chromosomen de aanleg voor hemofilie heeft. Dit komt in de praktijk nauwelijks voor. Heeft een vrouw het gen éénmaal, dan is ze draagster (carrier) voor dat gen. Ze kan deze eigenschap dan overdragen op haar zoons.

In de praktijk blijkt dat er, hoewel in geringe mate, afwijkingen voorkomen ten aanzien van het aantal autosomen en geslchatschromosomen.

Bij het syndroom van Down (mongool, mongoloïde idiotie) is er sprake van een afwijkend aantal autosomen. Bij de meeste Down-patiënten (mongooltjes) is er sprake van trisomie 21, dat wil zeggen dat er in iedere cel drie chromosomen van het nummer 21 zijn, dus in totaal 47 chromosomen per cel. Het syndroom van Downd berust meestal op het feit dat het homologe chromosomenpaar 21 tijdens de meiose I bij de vorming van de eicel niet uit elkaar gaat. De kans hierop neemt toe bij het ouder worden van de vrouw. Van de geslchatschromosomale afwijkingen noem ik de volgende voorbeelden voor U:

Er zijn vrouwen die per cel slechts één X-chromosoom bezitten, aangeduid met XO. Er zijn dus per cel slechts 45 chromosomen. Bij deze vrouwen ontbreken de ovaria: syndroom van Turner.

Er zijn vrouwen die XY zijn, dat wil zeggen dat hun geslchatschromosomen van het mannelijke type zijn. Veel van deze vrouwen hebben in het verleden in de sport furore gemaakt omdat ze opvielen door hun lichamelijke prestaties.

Er zijn mannen die per cel een X-chromosoom te veel hebben: ze zijn XXY. Ze hebben onder andere borstontwikkeling: syndroom van Klinefelter.

Er zijn ook mannen met per cel een Y-chromosoom te veel: ze zijn XYY.

Paardenras: Frederiksborg

  • Land van herkomst: Denemarken 
  • Schofthoogte: 157 - 165 centimeter 
Geschiedenis en herkomst
De eerste stoeterij werd opgericht in 1562 met geïmporteerde Spaanse paarden. Daarna werden verwante Italiaanse paarden gehaald, en weer later halfbloed Engelse en oosterse paarden. De stoeterij sloot in 1839, maar het ras werd weer hersteld en in stand gehouden door particulieren.

Algemene beschrijving en eigenschappen
De korte, hoog gedragen hals, steile schouders, en tamelijk vlakke schoft vormen een voorhand die typerend is voor een tuigpaard, al is het ras daarnaast ook altijd als rijpaard gebruikt. De Frederiksborg is intelligent en gewillig. Kleur bijna altijd vos.

Gebruik vroeger en nu
Vroeger werd de Frederiksborg voor hoge-schoolrijden, als tuigpaard en als cavaleriepaard gebruikt. Eens werd het als een van de belangrijkste rijpaarden van Europa beschouwd. Natuurlijk wordt er nog steeds op gereden, maar het ras is ook erg geschikt als tuigpaard en als licht trekpaard.

Vergelijkbare rassen en overige wetenswaardigheden
De erfenis van de Andalusiër is nog steeds zichtbaar, maar tussen 1839 en 1923, toen men weer begon met het registreren van het ras, werd er veel bloed van Volbloeds ingekruist om het aantal te doen toenemen; het originele type is daardoor iets veranderd.

Meer lezen over de Frederiksborg?

Paardenras: Furioso (2)

  • Land van herkomst: Hongarije 
  • Kleur: alle kleuren zijn toegestaan. Meestal (donker)bruin 
  • Schofthoogte: 160 - 170 centimeter 
  • Schoft: goed gebouwd 
  • Neus: rechte neuslijn 
  • Hals: goed bespierd, relatief lang 
  • Benen: droog, correct geplaatst
Karakter
De Furioso is een sober paard met een gemoedelijk, werkwillend, intelligent en vasthoudend karakter.

Gebruik
De Furioso wordt gebruikt voor alle disciplines binnen de paardensport.

Geschiedenis
De Furioso is ontstaan in het jaar 1885 door kruisingen tussen Nonius-merries en Engelse Volbloedhengsten. Men gebruikte de Nonius vooral als cavaleriepaard, maar men wenste een paard met een beter uithoudingsvermogen. Om op die wens in te gaan, zijn twee Thoroughbred hengsten naar Hongarije gehaald, om de Nonius-merries te dekken. Deze twee hengsten (Furioso en North Star genoemd) brachten twee aparte bloedlijnen voort, binnen het Nonius-ras.

De bloedlijnen werden nooit met elkaar gekruist, tot in 1885. Toen werden ook deze met elkaar gekruist werden, ontstond er een nieuw ras. Een ras dat wij nu kennen onder de naam Furioso. Het ras is vernoemd naar één van de stamvaders van het ras: de Engelse Volbloed hengst Furioso.

Geïnteresseerd in meer informatie over het paardenras Furioso?

Paardenras: Furioso

  • Land van herkomst: Hongarije 
  • Schofthoogte: ongeveer 163 centimeter 

Geschiedenis en herkomst
Het ras werd in de jaren veertig van de vorige eeuw ontwikkeld op basis van twee hengsten, een Engels Volbloed (met de naam Furioso) en een Norfolk Roadster, en lokale Nonius-merries. De twee bloedlijnen werden in 1885 onderling gekruist. Wordt nu ook in buurlanden gefokt.

Algemene beschrijving en eigenschappen
Oorspronkelijk gefokt als cavaleriepaard met de vereiste eigenschappen als kracht, stijl en uithoudingsvermogen. De Furioso heeft een fraai hoofd, een lange hals, krachtige schouders en een prominente schoft. Zijn actie is vrij en enigszins flamboyant. Kleur zwart of donkerbruin.

Gebruik vroeger en nu
Een allround paard dat zowel in aanspanning als onder het zadel wordt gebruikt. De Furioso presteert goed in alle wedstrijdvormen, van dressuur tot steeplechase. Door de combinatie van kracht en uithoudingsvermogen doet de Furioso het goed op marathonevenementen.

Vergelijkbare rassen en overige wetenswaardigheden
Lijkt vrij veel op de Nonius, een van zijn voorouders, maar is iets lichter en verfijnder, vooral het hoofd is duidelijk eleganter.

Meer informatie over de Furioso

Wat is een shunt?


Met een shunt wordt een ‘niet-normale’ verbinding tussen twee delen van het lichaam bedoelt waar vloeistof doorheen kan stromen. Er bestaan meerdere soorten shunts waaronder cardiale shunts, cerebrale shunts, pulmonaire shunts en portosystemische shunts. Daarnaast kent men ook de dialyse shunt, maar deze zal in dit artikel niet beschreven worden.

Wat is een shunt

Zoals in de inleiding al deels vermeld is, is een shunt een niet-normale verbinding tussen twee lichaamsdelen. Deze verbinding zorgt ervoor dat er vloeistof doorheen kan stromen. Waarom het in de medische wereld een ‘niet-normale’ verbinding genoemd wordt, is omdat deze verbinding in het lichaam van een gezond persoon nooit aanwezig is.
Shunt wordt voornamelijk voor natuurlijke (aangeboren) shunts gebruikt, die meestal voor de betreffende persoon een gezondheidsprobleem kunnen leveren. Ook wordt de term shunt soms gebruikt voor door artsen om chirurgisch aangebrachte verbindingen, doorgaans bedoeld om een gezondheidsprobleem op te lossen.

Cardiale shunts

Met een cardiale shunt wordt doorgaans een niet-normale bloedstroom in het hart bedoelt. Deze cardiale shunt zorgt ervoor dat er bloed rechtstreeks van de ene helft naar de andere helft van het hart stroomt. Dit is niet de bedoeling, omdat de bloedstroom in beide harthelften (linker harthelft en de rechter harthelft) volledig gescheiden dient te zijn.
De linker harthelft zorgt ervoor dat er bloed door het lichaam wordt gepompt, de rechter zorgt ervoor dat er bloed richting de longen wordt gepompt. Wanneer er een cardiale shunt aanwezig is, kan bloed van de linker- naar de rechterkamer stromen, of andersom. In enkele gevallen kan het bloed zelfs in beide richtingen door de cardiale shunt lopen.  De aanwezigheid van deze cardiale shunt kan de druk in beide harthelften beïnvloeden op (meestal) ongunstige wijze. Zoals waarschijnlijk al wel duidelijk is geworden, ontstaat er hierbij een probleem dat levensbedreigend kan zijn.

Aangeboren cardiale shunt

De aangeboren hartafwijking die het shunten van bloed veroorzaakt, wordt meestal veroorzaakt door het atrium septum defect (ASD). Dit betekent dat er een gat tussen beide hartboezems zit). Ook veel voorkomende aangeboren hartafwijkingen die een shunt veroorzaken zijn het ventrikel septum defect (VSD), een ductus Botalli of het foramen ovale. Met ductus Botalli bedoelen wij dat er een bloedvat van de aorta naar de longslagader openblijft na de geboorte. Dit bloedvat is vóór de geboorte van levensbelang, maar na de geboorte moet dit bloedvat dichtgaan. Het ventrikel septum defect (VSD) is een gat tussen beide hartkamers en het foramen ovale is een gat tussen beide hartboezems dat na de geboorte niet dichtgroeit vlak na de geboorte. Bij een ongeboren kind zit er een gat tussen beide hartboezems, maar dit gat moet snel na de geboorte dichtgroeien.
De aandoeningen die hierboven genoemd zijn, kunnen geen of milde klachten geven. In zulke gevallen kan het voorkomen dat de aandoening pas op latere leeftijd van het kind ontdekt wordt. Maar er zijn ook gevallen waarin deze aandoeningen levensgevaarlijk zijn voor de baby. Wanneer een baby een hartafwijking heeft, ziet men vaak dat het kindje ook nog andere hartafwijkingen heeft.

Verworven cardiale shunt

In enkele gevallen met een gecombineerde hartafwijking (dus meer dan één hartafwijking) kan het voor de pasgeboren baby nuttig of van levensbelang zijn om een cardiale shunt te hebben. Soms wordt er zelfs een cardiale shunt veroorzaakt, middels medicatie of een operatie.  Dit wordt een verworven cardiale shunt door biologische materialen genoemd.
Er wordt ook wel gebruik gemaakt van een mechanisch verworven cardiale shunt. Deze wordt soms gebruikt bij aangeboren hartafwijkingen om de bloedstromen of de bloeddruk te beïnvloeden.

Cerebrale shunt

Er zijn een aantal oorzaken die ervoor zorgen dat er in de hersenen een te grote hoeveelheid hersenvocht aangemaakt wordt. Het teveel aan hersenvocht in de hersenen wordt ook wel hydrocefalus genoemd, in de volksmond wordt ook wel over een waterhoofd gesproken. Dit wordt doorgaans ontdekt bij baby’s, in enkele gevallen kan hydrocefalus ook ontstaan op latere leeftijd.
Er zijn een aantal klachten kenmerkend voor hydrocefalus, namelijk:
  • Lusteloosheid
  • Hoofdpijn,
  • Sneller geïrriteerd zijn,
  • Overgevoeligheid voor licht
  • Overgevoeligheid voor geluid
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Duizeligheid
  • Epilepsie.
Dit hoeft echter niet te betekenen dat iemand met hydrocefalus alle klachten heeft.
Bij baby’s kan hydrocefalus zich ook uiten in het snel groeien van de schedel (bij jonge kinderen is de schedel nog niet verbeend).
Wanneer iemand een waterhoofd heeft, kan er een shunt aangelegd worden in de hersenen. Via deze shunt (cerebrale shunt) kan het teveel aan hersenvocht afgevloeid worden uit de hersenen. Deze cerebrale shunt bestaat uit een lange buis met een drukventiel (soms ook een eenrichtingsventiel). Door deze buis kan het te veel aan hersenvocht wegstromen wanneer de druk in de hersenen te groot wordt.
Deze shunt staat doorgaans in verbinding met de bloedbaan of de buikholte, waardoor het hersenvocht snel in het eigen lichaam opgenomen kan worden. Dit is ook niet schadelijk voor het lichaam, omdat het lichaamseigen vocht is.

Pulmonaire shunt

Een pulmonaire shunt is een shunt in de longen, waarbij in een deel van de longen wel voldoende bloedtoevoer is, maar waar te weinig aanvoer van zuurstof en afvoer van koolzuur plaatsvindt. Doorgaans (in een gezond lichaam; zonder pulmonaire shunt) zorgen de longen voor de gaswisseling. Bij iemand met een pulmonaire shunt lukt de gaswisseling deels of geheel niet, zodat het bloed een tekort aan zuurstof en een overschot aan koolzuur blijft houden.

Portosystemische shunt

Een portosystemische shunt (ook wel levershunt genoemd) is een bypass van de lever voor de lichaamscirculatie. In normale situaties keert het bloed uit het onderste deel van het lichaam via de lever terug naar het hart. De lever zorgt er in dit geval voor dat het bloed kan ontgiften en dat de waardevolle voedingsstoffen opgenomen en bewerkt worden. Bij een portosystemische shunt is dit niet het geval. Doorgaans wordt dit veroorzaakt door een patente (blijvende) ductus venosus, een bloedvat uit de embryonale fase, wat kort na de geboorte gesloten dient te worden. Een portosystemische shunt kan aangeboren of verworven zijn. Spontane levershunts bij mensen zijn zeer zeldzaam.
Het kan ook zijn dat een arts bij een patiënt expres een portosystemische shunt creëert, omdat de lever ernstig aangetast is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij cirrhose, waardoor het bloed moeizaam door de lever kan stromen. Een medisch geplaatste portosystemische shunt zorgt er op dit moment voor dat het bloed rechtstreeks terug naar het hart kan. Hiermee wordt voorkomen dat de druk in het bloedvat te hoog wordt, en er kans is op een inwendige bloeding.

Alles over seriemoordenaars


Jaarlijks wordt de wereld één of meerdere keren wakker geschud doordat er weer een seriemoordenaar is opgestaan. Maar wanneer wordt iemand nou een seriemoordenaar genoemd en hoe herkennen wij hem of haar?
Hoewel seriemoordenaars al vele honderden, al dan niet duizenden, jaren actief zijn, is de benaming ‘seriemoordenaar’ pas ontstaan in de jaren ’70 van de twintigste eeuw. Een seriemoordenaar is een moordenaar die drie of meer slachtoffers om het leven heeft gebracht. Tussen de verschillende moorden, die overigens op verschillende plaatsen worden gepleegd, zit een tijdsinterval die kan variëren van enkele dagen tot zelfs meerdere jaren. De moorden die begaan zijn worden doorgaans op een vergelijkbare wijze gepleegd, de modus operandi van de desbetreffende seriemoordenaar.

Maar…

Moeten we enkel de personen die aan bovenstaande eisen voldoen bestempelen als seriemoordenaar? Ik ben van mening dat dit niet het geval is. Want, hoe zit het met de mensen die twee moorden gepleegd hebben en die daarna opgepakt zijn door de politie? Misschien hadden deze mensen ook wel meer slachtoffers gemaakt als zij niet per toeval gepakt waren door de politie. Naar mijn mening zijn er dan ook veel meer seriemoordenaars op de wereld, dan wij op dit moment denken.

Kenmerken van een seriemoordenaar

Hoewel elke seriemoordenaar zijn (of haar) eigen werkwijze heeft, motieven en beweegredenen, hebben de meeste seriemoordenaars enkele eigenschappen met elkaar gemeen. Hiermee wil ik natuurlijk niet beweren dat elke seriemoordenaar aan een of meer van deze kenmerken dient te voldoen. Een seriemoordenaar is immers ook een ‘mens’ en kan afwijken van de kenmerken waar een seriemoordenaar, volgens ons, aan zou moeten ‘voldoen’.

Uit vele onderzoeken is gebleken dat het grootste gros van de seriemoordenaars een blanke, heteroseksuele man met een leeftijd van eind twintig of begin dertig. De meeste moorden worden, volgens de onderzoeken, gepleegd doordat de seriemoordenaar het gevoel heeft dat hij zijn slachtoffer in zijn macht heeft en daarom alles kan doen en laten met deze persoon wat hij wilt. De seriemoordenaars waar onderzoek naar is gedaan, hebben veelal een seksuele stoornis, een (zeer) negatief zelfbeeld en één of meer sadistische karaktertrekken. De slachtoffers die zij uitzoeken zijn slachtoffers van het andere geslacht, maar doorgaans wel van hetzelfde ras. Maar, zoals ik hierboven al beschreven heb, kan elke seriemoordenaar afwijken van de kenmerken die typerend zijn voor een seriemoordenaar.

Heel vaak komt het voor dat een seriemoordenaar een souvenir houdt van zijn slachtoffer. Dit zijn voorwerpen die het slachtoffer bij zich had en kunnen variëren van kettingen tot kledingstukken, van haarlokken tot zelfs complete lichaamsdelen. Wanneer de seriemoordenaar deze ‘souvenirs’ bekijkt of aanraakt, beleeft hij weer het gevoel van macht dat hij over het slachtoffer heeft gehad. Veelal bevredigt het bekijken van de souvenirs de gevoelens van de seriemoordenaar. Wanneer de souvenirs hem geen bevrediging meer geven, is de kans groot dat hij op zoek gaat naar een nieuw slachtoffer, om zo weer het gevoel van macht en bevrediging te beleven.

Voorzichtigheid

Naarmate een seriemoordenaar meer slachtoffers op zijn geweten heeft, wordt hij doorgaans onvoorzichtiger. De seriemoordenaar krijgt het gevoel dat hij ‘oppermachtig’ is en dat hij de hele wereld aankan. Ook wordt hij minder voorzichtig en maakt hij fouten. Al vele seriemoordenaars zijn uiteindelijk opgepakt en berecht door de onvoorzichtigheid en slordigheid van de seriemoordenaar zelf, en niet door het knappe speurwerk van de trotse dienders die dit ‘monster’ opgesloten hebben.

Modus Operandi van de seriemoordenaar

Zoals hierboven al een beetje beschreven bij de kenmerken van een seriemoordenaar, heeft de seriemoordenaar doorgaans een kenmerkende Modus Operandi. De Modus Operandi geeft de werkwijze van een persoon weer, in dit geval de werkwijze van een seriemoordenaar. Een bekend geval is de seriemoordenaar Jack the Ripper, welke overigens nooit gepakt is en men nog steeds niet weet wie er achter deze gruwelijke moorden zat. Jack the Ripper heeft elk van zijn slachtoffers op één en dezelfde manier verminkt, toegetakeld en achtergelaten. Deze werkwijze wordt ook de ‘handtekening’ of het ‘handschrift’ van de seriemoordenaar genoemd.

Bekende en beruchte seriemoordenaars

Enkele namen van seriemoordenaars zullen ons bekend in de oren klinken. Enkele voorbeelden hiervan zijn Jack the Ripper, Ted Bundy en Marc Dutroux (het Beest van België). Maar ook zijn er vele, voor ons, onbekende seriemoordenaars daar zij vroeger leefden of daar zij nooit in de publiciteit zijn gekomen. Hieronder vindt u dan ook een lijst met bekende seriemoordenaars van over de hele wereld.

Seriemoordenaars uit Nederland en België

  • Michel Bellen (Wurger van Linkeroever)
  • Marc Dutroux (Beest van België)
  • Willem van Eijk (Beest van Harkstede)
  • Koos Hertogs
  • Ronald J.
  • Michel Lelièvre
  • Aalt Mondria
  • John Opdam (Dokter O.)
  • Andras Pandy (Vader Blauwbaard)
  • Maria Swanenburg
  • Hans van Zon.

Seriemoordenaars uit Europa

  • Wolfgang Abel
  • Beverley Allitt (Angel of Death)
  • Valeri Asratjan
  • John Ausonius (Laserman)
  • Jürgen Bartsch
  • Leslie Bailey
  • Francisca Ballesteros
  • Erzsébet Báthory (Gravin Dracula)
  • Sawney Bean
  • Levi Bellfield
  • Donato Bilancia (Monster van Ligurië)
  • Robert Black
  • Elfriede Blauensteiner (Zwarte Weduwe)
  • Ian Brady (Moors Murders)
  • William Burke
  • George Chapman
  • Luigi Chiatti (Monster van Foligno)
  • Thomas Neill Cream
  • John Christie
  • Reg Christie
  • Leonarda Cianciulli
  • António Luis Costa
  • Mary Cotton
  • Gordon Cummins (Blackout Ripper)
  • Özgür Dengiz (Kannibaal van Ankara)
  • Karl Denke
  • John Duffy & David Mulcahy (Railway Killers)
  • Amelia Dyer (Babyfarm Murderer)
  • Volker Eckert
  • Kenneth Erskine (Stockwell Strangler)
  • Fransisco Garcia Escalero
  • Marie Fikáčková
  • Michel Fourniret (Monster van de Ardennen)
  • Franz Fuchs
  • Daniel Gonzalez
  • Steven Grieveson (Sunderland Strangler)
  • Karl Grossman
  • Belle Gunness
  • Matti Haapoja
  • Fritz Haarmann (Slager van Hannover)
  • John George Haigh (Acid Bath Murderer)
  • Anthony Hardy (Camden Ripper)
  • Trevor Hardy (Beast in the Night)
  • Myra Hindley (Moors Murders)
  • Fritz Honka
  • William Horncy
  • Colin Ireland (Gay Slayer)
  • José María Jarabo
  • Hélène Jégado
  • Béla Kiss
  • Vasili Koelik
  • Julian Koltun
  • Joachim Kroll (Ruhrkannibaal)
  • Peter Kudzinowski
  • Peter Kürten (Vampier van Düsseldorf)
  • Henri Désiré Landru
  • Bruce Lee
  • Irene Leidolf
  • Stephan Letter
  • Lissabon Ripper
  • Émile Louis
  • Bruno Lüdke
  • Michael Lupo
  • Patrick Mackay
  • Christine Malèvre
  • Peter Manuel
  • Zdzislaw Marchwicki (Vampier van Zaglebie)
  • Robert Maudsley (Hannibal de Kannibaal)
  • Wladyslaw Mazurkiewicz (Gentleman Killer)
  • Armin Meiwes (Armin Menschenfresser)
  • Stanislaw Modzelewski
  • Václav Mrázek
  • Arnfinn Nesset
  • Dennis Nilsen
  • Colin Norris (Angel of Death)
  • Anatoli Onoprienko (Beest van Oekraïne)
  • Dagmar Overbye
  • Pietro Pacciani (Monster van Florence)
  • William Palmer
  • Thierry Paulin
  • Leszek Pekalski (Vampier van Bytów)
  • Marcel Petiot
  • Kaspars Petrovs
  • Aleksandr Pitsjoesjkin (Schaakbordmoordenaar)
  • Silvo Plut
  • Norbert Poehlke
  • Thomas Quick
  • Gilles de Rais
  • Kenneth Regaan
  • Vera Renczi
  • Ion Rîmaru
  • Jack the Ripper
  • Mark Rowntree
  • Sergej Rjachovski (Nijlpaard)
  • Darja Saltykova
  • John Martin Scripps (Tourist from Hell)
  • Harold Shipman (Dr. Death)
  • Anatoli Slivko
  • Sasja Spesivtsev
  • George Joseph Smith (Bruiden in bad-moordenaar)
  • Lucjan Staniak (Rode Spin)
  • John Straffen
  • Jack the Stripper
  • Peter Stumpp (Weerwolf van Bedburg)
  • Roberto Succo
  • Peter Sutcliffe (Yorkshire Ripper)
  • Antti Taskinen
  • Aleksandr Tsjajka
  • Vlad Tepes (Vlad Dracula)
  • Metod Trobec
  • Andrej Tsjikatilo (Slager van Rostov)
  • Jack Unterweger
  • Joseph Vacher (Franse Ripper)
  • Jose Antonio Rodriques Vega
  • Manuel Delago Villegas
  • Jeanne Weber
  • Fred West
  • Steve Wright
  • Graham Young (Teacup Poisoner)
  • Petr Zelenka
  • Anna Maria Zwanziger.

Seriemoordenaars uit de Verenigde Staten

  • John Eric Armstrong
  • Joe Ball (Bluebeard of South Texas)
  • Robert Berdella
  • David Berkowitz (Son of Sam)
  • Kenneth Bianchi & Angelo Buono (Hillside Stranglers)
  • Richard Biegenwald
  • William Bonin (Freeway Killer)
  • Jerry Brudos (Lust Killer)
  • Carol Bundy & Doug Clark (Sunset Strip Killers)
  • Ted Bundy
  • Richard Trenton Chase (Vampire of Sacramento)
  • Richard Cottingham (Torso Killer)
  • Luis Alfredo Cubillos
  • Andrew Cunanan
  • Jeffrey Dahmer
  • Albert DeSalvo (Boston Strangler)
  • Nannie Doss (Giggling Granny)
  • Raymond Fernandez & Martha Beck (Lonely Hearts Killers)
  • Rodolfo Fierro (De Slager)
  • Albert Fish (Werewolf of Wysteria)
  • John Wayne Gacy (Killer Clown)
  • Gerald & Charlene Gallego (Gallego Sex Slave Killers)
  • Donald Henry Gaskins
  • Ed Gein (Butcher of Plainfield)
  • Harvey Murray Glatman
  • Anna Marie Hahn (Arsenic Anna)
  • Gary Heidnic
  • William Heirens (Lipstick Killer)
  • Vincent Johnson (Brooklyn Strangler)
  • John Joubert
  • Theodore Kaczynski (Unabomber)
  • Freeway Killer
  • Edmund Kemper (The Co-ed Killer)
  • Paul Johnson Knowles (Casanova Killer)
  • Richard Kuklinski
  • Derrick Todd Lee (Baton Rouge Serial Killer)
  • Eddie Leonski (Brownout Strangler)
  • Henry Lee Lucas
  • John Lee Malvo
  • Charles Manson
  • Kenneth McDuff (Broomstick Murders)
  • John Allen Muhammad (Washington Sniper)
  • Gordon Northcott (Wineville Chicken Coop Murders)
  • Carl Panzram
  • Craig Price (Warwick Slasher)
  • Cleophus Prince (Clairemont Killer)
  • Dennis Rader (BTK Killer)
  • Richard Ramirez (Night Stalker)
  • Gary Ridgway (Green River Killer)
  • Joel Rifkin
  • Ripper Crew
  • Danny Rolling (Gainesville Ripper)
  • Aletemio Sanchez (Bike Path Rapist)
  • Charles Schmid (Pied Piper of Tucson)
  • Abdul Latif Sharif
  • Arthur Shawcross (Genesee River Killer)
  • Gerard Shaefer
  • Richard Speck
  • Jack Owen Spillman (Werewolf Butcher)
  • Gerald Stano
  • Charles Starkweather
  • William Suff (Riverside Prostitute Killer)
  • James Swann (Shotgun Stalker)
  • Ottis Toole
  • Randall Woodfild (I-5 Killer)
  • Aileen Wuornos
  • Robert Lee Yates
  • Zodiac Killer.

Seriemoordenaars uit Canada

  • Paul Bernardo
  • Wayne Boden (Vampire Rapist)
  • John Martin Crawford
  • Thomas Neill Cream
  • William Patrick Fyfe
  • Keith Hunter Jesperson (Happy Face Killer)
  • Russell Johnson (Bedroom Strangler)
  • Gilbert Paul Jordan (Alcohol Murders)
  • Allan Legere (Monster of the Miramichi)
  • Clifford Olson
  • Robert Pickton
  • Peter Woodcock.

Seriemoordenaars uit Latijns-Amerika

  • Daniel Barbosa (Beest van de Andes)
  • Juana Barraza Zamperio (Oudevrouwtjesmoordenares)
  • Gregorio Cárdenas Hernández (Wurger van Tacubaya)
  • José Luis Calva
  • Adolfo Constanzo (Peetoom van Matamoros)
  • Luis Garavito (Het Beest)
  • Delfina, Eva en María de Jesús González (Zusters uit de Hel)
  • Pedro Alonso López (Monster van de Andes)
  • Raúl Osiel Marroquín Reyes (De Sadist)
  • Robledo Puch (Zwarte Engel)
  • Ángel Maturino Reséndiz (Spoorwegmoordenaar)
  • Cayetano Santos Godino
  • Dorangel Vargas.

Seriemoordenaars uit Azië

  • Thug Buhram
  • Mohammed Bijeh (Teheran Woestijnvampier)
  • Rostislav Bogoslevsky
  • Nicolae Bonner
  • Shen Changping
  • Shen Changyin
  • Nikolaj Dzjoemagaliev (Metal Fang)
  • Sataro Fukiage
  • Said Hanaei (Spinnenmoorden)
  • Hiroaki Hidaka
  • Miyuki Ishikawa
  • Kiyotaka Katsuta
  • Yoshio Kodaira
  • Surender Koli
  • Genzo Kurita
  • Dr. Louay
  • Hiroshi Maeue (Zelfmoordsite-moorden)
  • Futoshi Matsunaga & Junko Ogata
  • Tsutomu Miyazaki (Otakumoordenaar)
  • Norio Nagayama
  • Seisaku Nakamura (Dove Hamamatsumoordenaar)
  • Akira Nishiguchi
  • Kiyoshi Okubo
  • Moninder Singh Pandher
  • Raman Raghav
  • Gong Runbo
  • Auto Shankar
  • Charles Sobhraj (Slang)
  • Stoneman
  • Ahmad Suradji
  • Yang Xinhai
  • Shi Yuejun
  • Huang Yong
  • Yoo Young-Chul (Rainy Night Murderer).

Seriemoordenaars uit Afrika

  • Cedric Maake (Wemmer Pan-moordenaar)
  • Daisy de Melker
  • Raya & Sakina
  • Charles Quansah
  • Gert van Rooyen
  • Moses Sithole (ABC moorden)
  • Sipho Thwala (Wurger van Phoenix)
  • Elias Xitavhudzi (Pangaman).

Seriemoordenaars uit Australië

  • David & Catherine Birnie (Moorhouse Murders)
  • John Bunting (Snowtown Murders)
  • Eric Edgar Cooke
  • Paul Denyer (Frankston Serial Killer)
  • Peter Dupas
  • Kathleen Folbigg
  • Leonard Fraser
  • Mark Haydon (Snowtonw Murders)
  • John Wayne Glover (Granny killer)
  • Caroline Grills (Auntie Thally)
  • Mark Jefferies
  • Eddie Leonski (Brownhat Strangler)
  • William MacDonald (Multilator)
  • Ivan Milat (Backpacker Murders)
  • James Vlassakis (Snowtown Murders)
  • Robert Wagner (Snowtown Murders).