woensdag 25 april 2012

De grootste angst van een brandweerman


Brandweerlieden oefenen een goed beroep uit, zij helpen mensen in nood en bestrijden vuur en rook met de middelen die zij hebben. Ondanks dat deze fantastische brandweermensen goed werk verrichten met gevaar voor eigen leven, gaat hun leven niet over rozen. Waar rook is, is vuur, en waar vuur is, kunnen slachtoffers vallen. Met slachtoffers bedoel ik mensen die door omstandigheden nog in een brandend pand gevangen zitten, door de brandweer bevrijd moeten worden uit de auto en dergelijke. Deze slachtoffers kunnen nog leven, maar zij kunnen ook overlijden...
In de periode dat ik als brandweervrouw werkzaam was, heb ik een aantal keren te maken gehad met slachtoffers die door een brand of auto-ongeluk overleden zijn. Dit is iets wat er flink inhakt en je moet zeer sterk in je schoenen staan wil je daarmee op een goede manier omgaan. Toen ik startte bij de brandweer was ik mij bewust van deze risico's, dat je een slachtoffer uit een pand of voertuig moet redden, soms levend, soms al overleden. Toch viel dat gedeelte mij zwaarder dan dat ik ooit had kunnen denken, hier is mijn verhaal. De slachtoffers zullen niet bij naam genoemd worden, en ook de plaats zal niet bekend gemaakt worden, dit om de slachtoffers en hun nabestaanden niet te belasten.

De melding kwam anders binnen...

Mijn pieper van de brandweer was gegaan en ik zag staan dat wij moesten uitrukken naar een autobrand op een parkeerplaats. Doorgaans kloppen de meldingen die wij doorkrijgen, en zien wij bij aankomst ook daadwerkelijk een geparkeerde auto die in de brand staat. Net zoals elk andere keer spring ik de brandweerwagen in en zorg dat ik goed voorbereid ben om een autobrand te bestrijden. Echter, bij aankomst op de plek des onheils blijkt het in zijn geheel niet om een geparkeerde auto te gaan, er staat namelijk een heuse stacaravan in lichterlaaie.  Ik en mijn collega's kijken elkaar aan en moeten even slikken, het blussen van de brand zal toch wel wat langer gaan duren dan dat wij aanvankelijk gedacht hadden.
Met ons allen springen wij uit de tankautospuit en beginnen de hogedrukslang uit te rollen om het vuur te lijf te gaan. Omstanders maken snel plaats, op een paar na. Twee dappere mannen hadden een tuinslang gepakt en probeerden de vlammen te temmen, helaas zonder effect. Terwijl ik en mijn collega met de hogedrukslang naar de stacaravan toerennen, doen deze mannen een stapje opzij om ons ons werk te laten doen. Bij navraag aan omstanders is er hoogstwaarschijnlijk geen persoon meer in de caravan aanwezig, en is het voor ons niet meer noodzakelijk om naar binnen te gaan.
Op een gegeven moment komt er iemand aan die mij aanklampt en zegt dat er nog drie personen in de woonwagen zitten. Iedereen kijkt elkaar verschrikt aan en een paar omstanders weten niet meer wat zij moeten zeggen; hun hadden ons immers vermeld dat er geen personen meer in het object aanwezig waren. Alleen is het voor de brandweer niet veilig meer om het pand te betreden, dus wij kunnen niets anders doen dan de vlammen snel onder controle te krijgen. Wanneer ik opzij kijk, zie ik dat mijn collega met dezelfde gedachten in zijn hoofd zit: we hadden direct naar binnen moeten gaan en niet naar de omstanders moeten luisteren. Maar goed, we hebben nu eenmaal een keuze gemaakt, en we kunnen nu niet meer terug.
Ondertussen is er contact opgenomen met de ambulance en binnen een paar minuten staat er nog een brandweerwagen op het terrein, tezamen met drie ambulances en een hoop politiewagens. Wanneer de brand eindelijk onder controle is en de vlammen gedoofd zijn, gaan mijn collega en ik de stacaravan in. We kijken verdwaasd om ons heen, op de vloer zien we de lichamen liggen. Hij en ik tillen de slachtoffers op en geven de levenloze lichamen bij de deur af aan de ambulancemedewerkers. Als ook de andere slachtoffers naar buiten zijn gebracht, lopen wij ook naar buiten. De personen vertonen geen tekenen van leven, waarna besloten wordt de drie slachtoffers te reanimeren. Nadat meerdere pogingen tot reanimatie geen effect hadden gehad op de plaats van het ongeval, werden ze in de ambulances gereden en met spoed overgebracht naar het ziekenhuis, naar hulp die meer specialistisch is.
Iedereen blijft met een nare smaak in de mond en een angstig gevoel in het lichaam achter en wij beginnen langzaam aan onze spullen op te ruimen om vervolgens aan onze moeizame terugtocht te beginnen. Als we na een stille rit eindelijk op de kazerne teruggekeerd zijn, krijgen wij te horen dat alledrie de slachtoffers bij aankomst in het ziekenhuis overleden zijn. Alhoewel wij dat idee al hadden toen wij ze uit het pand haalden, komt het nieuws toch als een klap aan in ons gezicht en ik zie een aantal stoere brandweermannen huilen, en ik kan de tranen ook niet meer tegenhouden. Ook zijn er vragen die ons de rest van ons leven bij zullen blijven. Wat als de melding wel goed doorgekomen was? Dan waren we er vast sneller geweest, en hadden wij misschien nog wat voor die arme mensen kunnen doen. Maar helaas, de werkelijkheid is anders en er is niets meer aan dit treurige feit te veranderen...

Ze leefde nog

Op een ander moment in mijn werk als brandweervrouw heb ik ook te maken gekregen met een slachtoffer dat was overleden. In dit geval ging het om een een jong kind. Wij kregen midden in de nacht een melding binnen van een woningbrand en tegen de tijd dat iedereen van de vrijwillige brandweer aanwezig was, reden wij met loeiende sirenes en zwaailichten aan naar de plaats van de brand. Bij aankomst begonnen wij meteen met de hogedrukslang pakken om de brand te gaan bestrijden. In de auto hadden wij al doorgekregen dat er ook nog een slachtoffer in het pand aanwezig was, en de chauffeur gaf nog een beetje extra gas. Als er echt nog een slachtoffer zou zijn, zouden wij niet veel tijd meer hebben en zou écht elke seconde tellen. De strategie was al snel gemaakt. Bij aankomst zouden ik en mijn maat met de hogedrukslang het pand in gaan, en op zoek gaan naar het meisje. 
Toen de slang gereed was, gingen wij het pand in en volgden de route die naar de slaapkamer van het kind zou leiden. Al snel vonden wij de slaapkamer van het meisje en na het roepen van haar naam hoorde ik vanaf de andere kant van de kamer geluid. Ik ben naar het meisje toe gegaan, heb haar gepakt en ging samen met haar en mijn collega dezelfde weg terug, naar buiten. Onderweg voelde ik hoe het kind mij vasthield, alsof ze doorhad dat ik haar ging redden en zij niet meer alleen was. Maar onderweg naar buiten voelde ik haar greep steeds slapper worden en toen ik bij de v oordeur aanbeland was, de tijd leek wel stil te staan, hing zij slap in mijn armen. De ambulance was nog onderweg, dus ik en mijn collega's begonnen met de reanimatie.
Elke reanimatie die wij moeten uitvoeren is zwaar en moeilijk, maar wanneer het om een reanimatie van een kind gaat, is het hele gebeuren nog vele malen frustrerender. Toen de ambulance arriveerde waren ik en twee agenten nog bezig met de reanimatie, mijn collega's van de brandweer waren het pand weer in gegaan om de brand te blussen. De ambulancemedewerkers hielpen ons met de reanimatie, maar er waren geen verbeteringen zichtbaar. Uiteindelijk is het meisje bij aankomst in het ziekenhuis dood verklaard door de dienstdoende arts.
Net als het vorige voorval waar ik over vertelde, waarbij personen door een brand om het leven gekomen waren, had ook dit voorval een flinke impact op mij. Vandaag de dag heb ik nog steeds contact met haar ouders, en ook ben ik op de begrafenis van deze kleine meid geweest. Voor de ouders was het heel goed om te horen dat hun dochtertje nog leefde op het moment dat ik en mijn collega haar vonden, en dat ze de laatste seconden van haar leven in ieder geval niet alleen is geweest. Ook ik heb veel gehad aan de steun van de ouders, zij hebben ons nooit  iets verweten, wij konden er immers ook niets aan doen dat zij was overleden; we hebben alles in het werk gesteld om haar overlijden te voorkomen.

Conclusie

Met dit bovenstaande geschreven te hebben, met de tranen in mijn ogen, wil ik u nog één ding duidelijk maken. Ik heb deze verhalen niet aan u verteld om u af te schrikken, ik wil u alleen maar vermelden dat het leven van de brandweerlieden niet over rozen gaat. De brandweer krijgt regelmatig commentaar over dat zij te laat bij de brand arriveren, waardoor er onschuldige slachtoffers vallen. Dit is echter niet juist, de brandweer zal er alles aan doen om slachtoffers te voorkomen, maar dat is niet in alle gevallen mogelijk. Bedenk u, dat wanneer er zich zo'n soort situatie voordoet, dat brandweermensen ook maar mensen zijn, en geen robots. Wij riskeren ons eigen leven om uw spullen, u en uw medemens te redden, maar in een enkel geval hebben wij niet de middelen om ervoor te zorgen dat slachtoffers van brand in leven blijven...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten