Brandweerlieden oefenen een goed beroep
uit, zij helpen mensen in nood en bestrijden vuur en rook met de middelen die
zij hebben. Ondanks dat deze fantastische brandweermensen goed werk verrichten
met gevaar voor eigen leven, gaat hun leven niet over rozen. Waar rook is, is
vuur, en waar vuur is, kunnen slachtoffers vallen. Met slachtoffers bedoel ik
mensen die door omstandigheden nog in een brandend pand gevangen zitten, door
de brandweer bevrijd moeten worden uit de auto en dergelijke. Deze slachtoffers
kunnen nog leven, maar zij kunnen ook overlijden...
In
de periode dat ik als brandweervrouw werkzaam was, heb ik een aantal keren te
maken gehad met slachtoffers die door een brand of auto-ongeluk overleden zijn.
Dit is iets wat er flink inhakt en je moet zeer sterk in je schoenen staan wil
je daarmee op een goede manier omgaan. Toen ik startte bij de brandweer was ik
mij bewust van deze risico's, dat je een slachtoffer uit een pand of voertuig
moet redden, soms levend, soms al overleden. Toch viel dat gedeelte mij
zwaarder dan dat ik ooit had kunnen denken, hier is mijn verhaal. De
slachtoffers zullen niet bij naam genoemd worden, en ook de plaats zal niet
bekend gemaakt worden, dit om de slachtoffers en hun nabestaanden niet te belasten.
De melding kwam
anders binnen...
Mijn
pieper van de brandweer was gegaan en ik zag staan dat wij moesten uitrukken
naar een autobrand op een parkeerplaats. Doorgaans kloppen de meldingen die wij
doorkrijgen, en zien wij bij aankomst ook daadwerkelijk een geparkeerde auto
die in de brand staat. Net zoals elk andere keer spring ik de brandweerwagen in
en zorg dat ik goed voorbereid ben om een autobrand te bestrijden. Echter, bij
aankomst op de plek des onheils blijkt het in zijn geheel niet om een geparkeerde
auto te gaan, er staat namelijk een heuse stacaravan in lichterlaaie. Ik
en mijn collega's kijken elkaar aan en moeten even slikken, het blussen van de
brand zal toch wel wat langer gaan duren dan dat wij aanvankelijk gedacht
hadden.
Met
ons allen springen wij uit de tankautospuit en beginnen de hogedrukslang uit te
rollen om het vuur te lijf te gaan. Omstanders maken snel plaats, op een paar
na. Twee dappere mannen hadden een tuinslang gepakt en probeerden de vlammen te
temmen, helaas zonder effect. Terwijl ik en mijn collega met de hogedrukslang
naar de stacaravan toerennen, doen deze mannen een stapje opzij om ons ons werk
te laten doen. Bij navraag aan omstanders is er hoogstwaarschijnlijk geen
persoon meer in de caravan aanwezig, en is het voor ons niet meer noodzakelijk
om naar binnen te gaan.
Op
een gegeven moment komt er iemand aan die mij aanklampt en zegt dat er nog drie
personen in de woonwagen zitten. Iedereen kijkt elkaar verschrikt aan en een
paar omstanders weten niet meer wat zij moeten zeggen; hun hadden ons immers
vermeld dat er geen personen meer in het object aanwezig waren. Alleen is het
voor de brandweer niet veilig meer om het pand te betreden, dus wij kunnen
niets anders doen dan de vlammen snel onder controle te krijgen. Wanneer ik
opzij kijk, zie ik dat mijn collega met dezelfde gedachten in zijn hoofd zit:
we hadden direct naar binnen moeten gaan en niet naar de omstanders moeten
luisteren. Maar goed, we hebben nu eenmaal een keuze gemaakt, en we kunnen nu
niet meer terug.
Ondertussen
is er contact opgenomen met de ambulance en binnen een paar minuten staat er
nog een brandweerwagen op het terrein, tezamen met drie ambulances en een hoop
politiewagens. Wanneer de brand eindelijk onder controle is en de vlammen
gedoofd zijn, gaan mijn collega en ik de stacaravan in. We kijken verdwaasd om
ons heen, op de vloer zien we de lichamen liggen. Hij en ik tillen de
slachtoffers op en geven de levenloze lichamen bij de deur af aan de
ambulancemedewerkers. Als ook de andere slachtoffers naar buiten zijn gebracht,
lopen wij ook naar buiten. De personen vertonen geen tekenen van leven, waarna
besloten wordt de drie slachtoffers te reanimeren. Nadat meerdere pogingen tot
reanimatie geen effect hadden gehad op de plaats van het ongeval, werden ze in
de ambulances gereden en met spoed overgebracht naar het ziekenhuis, naar hulp
die meer specialistisch is.
Iedereen
blijft met een nare smaak in de mond en een angstig gevoel in het lichaam
achter en wij beginnen langzaam aan onze spullen op te ruimen om vervolgens aan
onze moeizame terugtocht te beginnen. Als we na een stille rit eindelijk op de
kazerne teruggekeerd zijn, krijgen wij te horen dat alledrie de slachtoffers
bij aankomst in het ziekenhuis overleden zijn. Alhoewel wij dat idee al hadden
toen wij ze uit het pand haalden, komt het nieuws toch als een klap aan in ons
gezicht en ik zie een aantal stoere brandweermannen huilen, en ik kan de tranen
ook niet meer tegenhouden. Ook zijn er vragen die ons de rest van ons leven bij
zullen blijven. Wat als de melding wel goed doorgekomen was? Dan waren we er
vast sneller geweest, en hadden wij misschien nog wat voor die arme mensen
kunnen doen. Maar helaas, de werkelijkheid is anders en er is niets meer aan
dit treurige feit te veranderen...
Ze leefde nog
Op
een ander moment in mijn werk als brandweervrouw heb ik ook te maken gekregen
met een slachtoffer dat was overleden. In dit geval ging het om een een jong
kind. Wij kregen midden in de nacht een melding binnen van een woningbrand en
tegen de tijd dat iedereen van de vrijwillige brandweer aanwezig was, reden wij
met loeiende sirenes en zwaailichten aan naar de plaats van de brand. Bij
aankomst begonnen wij meteen met de hogedrukslang pakken om de brand te gaan
bestrijden. In de auto hadden wij al doorgekregen dat er ook nog een
slachtoffer in het pand aanwezig was, en de chauffeur gaf nog een beetje extra
gas. Als er echt nog een slachtoffer zou zijn, zouden wij niet veel tijd meer
hebben en zou écht elke seconde tellen. De strategie was al snel gemaakt. Bij
aankomst zouden ik en mijn maat met de hogedrukslang het pand in gaan, en op
zoek gaan naar het meisje.
Toen
de slang gereed was, gingen wij het pand in en volgden de route die naar de
slaapkamer van het kind zou leiden. Al snel vonden wij de slaapkamer van het
meisje en na het roepen van haar naam hoorde ik vanaf de andere kant van de
kamer geluid. Ik ben naar het meisje toe gegaan, heb haar gepakt en ging samen
met haar en mijn collega dezelfde weg terug, naar buiten. Onderweg voelde ik
hoe het kind mij vasthield, alsof ze doorhad dat ik haar ging redden en zij
niet meer alleen was. Maar onderweg naar buiten voelde ik haar greep steeds
slapper worden en toen ik bij de v oordeur aanbeland was, de tijd leek wel stil
te staan, hing zij slap in mijn armen. De ambulance was nog onderweg, dus ik en
mijn collega's begonnen met de reanimatie.
Elke
reanimatie die wij moeten uitvoeren is zwaar en moeilijk, maar wanneer het om
een reanimatie van een kind gaat, is het hele gebeuren nog vele malen
frustrerender. Toen de ambulance arriveerde waren ik en twee agenten nog bezig
met de reanimatie, mijn collega's van de brandweer waren het pand weer in
gegaan om de brand te blussen. De ambulancemedewerkers hielpen ons met de
reanimatie, maar er waren geen verbeteringen zichtbaar. Uiteindelijk is het
meisje bij aankomst in het ziekenhuis dood verklaard door de dienstdoende arts.
Net
als het vorige voorval waar ik over vertelde, waarbij personen door een brand
om het leven gekomen waren, had ook dit voorval een flinke impact op mij.
Vandaag de dag heb ik nog steeds contact met haar ouders, en ook ben ik op de
begrafenis van deze kleine meid geweest. Voor de ouders was het heel goed om te
horen dat hun dochtertje nog leefde op het moment dat ik en mijn collega haar
vonden, en dat ze de laatste seconden van haar leven in ieder geval niet alleen
is geweest. Ook ik heb veel gehad aan de steun van de ouders, zij hebben ons
nooit iets verweten, wij konden er immers ook niets aan doen dat zij was
overleden; we hebben alles in het werk gesteld om haar overlijden te voorkomen.
Conclusie
Met
dit bovenstaande geschreven te hebben, met de tranen in mijn ogen, wil ik u nog
één ding duidelijk maken. Ik heb deze verhalen niet aan u verteld om u af te
schrikken, ik wil u alleen maar vermelden dat het leven van de brandweerlieden
niet over rozen gaat. De brandweer krijgt regelmatig commentaar over dat zij te
laat bij de brand arriveren, waardoor er onschuldige slachtoffers vallen. Dit
is echter niet juist, de brandweer zal er alles aan doen om slachtoffers te
voorkomen, maar dat is niet in alle gevallen mogelijk. Bedenk u, dat wanneer er
zich zo'n soort situatie voordoet, dat brandweermensen ook maar mensen zijn, en
geen robots. Wij riskeren ons eigen leven om uw spullen, u en uw medemens te
redden, maar in een enkel geval hebben wij niet de middelen om ervoor te zorgen
dat slachtoffers van brand in leven blijven...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten