zondag 29 april 2012

Overmatig zweten (hyperhydrose)


Overmatig zweten is zeer lastig en kan een grote invloed hebben op het sociale leven van personen met hyperhydrose. Wat is overmatige transpiratie precies, is het te behandelen en wat kan jij er zelf aan doen?

Hyperhydrose is de medische benaming voor overmatig zweten. Veel mensen hebben hier in meerdere of mindere mate last van. Hyperhydrose

Hoe erger het overmatig zweten is, hoe vaker dit het sociale leven van de patiënt beïnvloedt. Zo kan iemand met hyperhydrose problemen hebben met het schudden van handen, omdat de handen altijd klam en vochtig zijn. Ook het uittrekken van schoeisel in het bijzijn van anderen kan voor veel ongemak zorgen door een onaangename geur. 

Overmatig zweten

Overmatige transpiratie komt veelvuldig voor. Met overmatig zweten wordt bedoeld dat iemand meer zweet dan functioneel nodig is. In een aantal van deze gevallen hangt dit samen met een bepaalde ziekte of een (al dan niet aangeboren) afwijking van de zenuwen. De zweetproductie kan zo ernstig zijn, dat een persoon belemmerd wordt in zijn dagelijkse leven, waardoor de persoon met hyperhydrose zich schaamt om sommige handelingen uit te voeren of om deel te nemen aan bepaalde activiteiten.

Handelingen als het schudden van handen of het uittrekken van schoeisel in het openbaar kan erg onaangenaam zijn. Bij het schudden van handen is de hand van de hyperhydrosepatiënt klam en vochtig en bij het uittrekken van de schoenen kan een onaangename geur vrijkomen. De onaangename geur wordt veroorzaakt door bacteriën die op de huid leven. Zodra deze bacteriën in een (te) vochtige omgeving vertoeven, zullen zij een onaangename geur verspreiden. 
Ook worden bepaalde activiteiten liever niet uitgevoerd, uit angst of schaamte dat andere mensen de onaangename zweetgeur ruiken. Hierbij kan men denken aan sporten, maar ook het spreken in het openbaar kan al voor flinke zweetplekken (met nare geurtjes) onder de oksels en op de rug zorgen. Waar ook veel zweet kan voorkomen, is op het voorhoofd en de neusbrug.

Wat is zweten?

Mensen zweten om de lichaamstemperatuur op peil te houden. Transpiratie ontstaat als de zweetklieren vocht uitscheiden. Bij het grootste deel van de bevolking zal het transpireren geen problemen leveren, maar bij hyperhydrosepatiënten zijn de zweetklieren overactief en zal dit onderstaande symptomen veroorzaken.
Symptomen overmatig zweten
Overmatig zweten is te merken aan een aantal factoren. Er is, zonder veel inspanning, veel zweetproductie aanwezig. De meest geziene symptomen bij hyperhydrose zijn:
  • Vochtplekken in de kleding, voornamelijk op de rug en onder de oksels.
  • Een onaangename (zweet)geur onder de oksels, maar ook stinkvoeten.
  • Vochtige voeten, door het transpireren. Zelfs als iemand met hyperhydrose op blote voeten loopt, zijn de voeten vaak nat.
  • Klamme, vochtige of zelfs natte handen (zweethanden).
Overmatig zweten verminderen
Als je last hebt van overmatig zweten, zijn er een aantal mogelijkheden om het overmatige zweten te verminderen.
  • Kleding. Draag kleding waar je koel in blijft. Natuurlijke vezels, zoals katoen, blijven koel, maar absorberen het zweet en blijven dan vaak vochtig. Synthetische vezels daarentegen zijn warm, maar  nemen geen vocht op, waardoor de huid weer snel droog is. Trek elke dag schone kleding aan, het liefst elke dag van een ander materiaal.
  • Werkomgeving. Hou je werkomgeving koel en lucht de ruimte vaak. Zet, zolang het weer het toelaat, het raam open en de verwarming op een lage stand.
  • Eten en drinken. Eten en drinken kan ervoor zorgen dat mensen extra gaan transpireren. Per persoon zijn deze voedingsmiddelen verschillend, maar je kunt hier zelf op letten. Voorbeelden van voedingsmiddelen die extra zweten veroorzaken zijn energiedrankjes, peper en alcohol.
  • Stress. Stress, emoties en angst zijn problemen waar iedereen weleens mee te kampen heeft. Maar mensen die lijden aan hyperhydrose ervaren hier extra problemen bij. Deze emoties zorgen ervoor dat het lichaam extra zweet produceert. Probeer de emoties stress en angst dus zoveel mogelijk te vermijden, plan je activiteiten zorgvuldig en neem voldoende tijd om jezelf te ontspannen.

Behandeling van hyperhydrose

Er is een aantal behandelingsmethoden mogelijk voor mensen met hyperhydrose. Overmatig zweten kan niet over het gehele lichaam verholpen worden, maar wel op bepaalde lichaamsdelen. De volgende behandelingsmethoden worden toegepast bij overmatige transpiratie:
  • Crèmes en vloeistoffen. Er zijn verschillende crèmes en vloeistoffen op de markt met aluminium. Deze medicatie wordt op de huid aangebracht, voornamelijk op de voeten en op de handen. Het aluminium zorgt ervoor dat de huid droger wordt, waardoor er minder zweetproductie mogelijk is. Onderzoeken hebben aangetoond dat niet iedereen met hyperhydrose baat heeft bij deze behandelingsmethode, bij de een werkt het wel, bij de ander niet.
  • Iontoferese. Dit is een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van een bak water en elektrische stroom. Te behandelen lichaamsdelen, vaak voeten of handen, worden in een bak kraanwater geplaatst. Een speciaal apparaat zorgt ervoor dat er elektrische stroom door het water trekt, waardoor de zweetklieren tijdelijk worden afgesloten. De effectiviteit van deze behandelmethode is erg divers en is snel uitgewerkt. Hooguit drie dagen na de behandeling zijn de zweetklieren weer actief, waarna de behandeling opnieuw uitgevoerd moet worden. 
  • Botox. Botox, ook wel botulinetoxine, is de nieuwste behandelingsvorm voor hyperhydrose. Op plaatsen waar de huid behandeld moet worden, wordt een kleine hoeveelheid botulinetoxine ingespoten. Dit is een zenuwgif en wordt geproduceerd door de botulinebacterie. Door de behandeling met botulinetoxine worden de zenuwen geblokkeerd, zodat zweetklieren geen zweet meer produceren. Deze behandelingsvorm is zeer effectief en is werkzaam voor een paar maanden.
  • Operatie. Een operatie zal als laatste redmiddel ingezet worden tijdens de behandelingen van hyperhydrose. Tijdens de operatie worden verschillende zenuwbanen doorgesneden, welke ervoor zorgen dat de zweetklieren zweet produceren. Na het doorsnijden van deze zenuwbanen zal er op die plaatsen geen uitscheiding van zweet meer plaatsvinden. Het nadeel van deze operatie is dat de behandeling zeer kostbaar is en dat er zichtbare littekens achterblijven.

Oude spullen verkopen


Waarschijnlijk heb je wel spullen in je huis staan die je niet meer gebruikt. Je kunt deze spullen verkopen en er zo nog andere mensen blij mee maken!

is zonde

In Nederland worden jaarlijks vele, nog bruikbare, spullen weggegooid. Naast het feit dat dit erg zonde is, is het ook nog eens heel slecht voor het milieu. In plaats van dingen weg te gooien, kun je ze ook verkopen. Zo maak je mensen blij met iets en verdien jij er nog geld mee ook!

Internet

Een goede plaats om je spullen te koop te zetten is op het internet. Op websites als marktplaats en eBay kun je al je spullen verkopen. Op bol.com kun je een verkoopaccount aanmaken om je boeken te koop aan te bieden. Mijn persoonlijke ervaring is dat je je boeken op bol.com beter verkoopt dan op andere websites. Weggooien
Lukt het je niet om je spullen online te verkopen, dan zijn er nog genoeg andere mogelijkheden.

Rommelmarkt

Pak alle spullen in die je kwijt wilt en ga daarmee naar een rommelmarkt toe. Op internet of in de buurtkrant staat vaak aangegeven waar en wanneer er in jouw regio rommelmarkten zijn. Veel mensen bezoeken rommelmarkten omdat zij op zoek zijn naar leuke, handige of unieke dingen. Ook kleding wordt vaak goed verkocht op deze locaties. De kans is groot dat je aan het einde van de dag naar huis gaat met flink wat geld en weinig tot geen spullen.

Garageverkoop

Heb je geen zin om je spullen op het internet of op de rommelmarkt te verkopen? Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om een garageverkoop te houden. Deze kun je aankondigen op het internet (bijvoorbeeld op marktplaats), in de supermarkt en in de regionale krant. Ook moet je natuurlijk je vrienden, familie, kennissen en buren op de hoogte brengen van deze leuke garageverkoop!
Het leuke bij een garageverkoop is dat je ook nog koffie, thee, limonade en koeken kunt verkopen voor een laag bedrag. Veel mensen vinden dit gezellig en zijn best bereid om 25 eurocent te betalen voor een kopje thee of koffie.

Ruilen

Naast het feit dat je je spullen kunt verkopen, kun je ze natuurlijk ook ruilen. Laat aan iedereen die je kent weten waar je vanaf wilt, en wat je graag ervoor zou willen hebben. Dan hebben jullie allebei iets waar je wat aan hebt, zonder dat je ervoor hoeft te betalen. Op internet kun je ook spullen ruilen, bijvoorbeeld op ruilen.nl.

Kringloopwinkel

Heb je aan het einde van de rit nog steeds spullen over? Dan kun je deze aan een kringloopwinkel schenken. Een kringloopwinkel is een winkel die tweedehands spullen te koop aanbiedt voor een redelijk lage prijs. Als je spullen doneert, krijg je hier echter niets voor, maar je bent wel van je overbodige spullen af.
Je kunt contact opnemen met een kringloopwinkel bij jou in de buurt en zij komen de spullen gratis bij jou thuis ophalen.

Oorzaken van cariës


Cariës staat in de volksmond ook wel bekend als tandbederf. Maar hoe wordt cariës nou veroorzaakt? Daar leest u in dit artikel alles over.

Hoe ontstaat cariës

Cariës, ook wel tandbederf genoemd, is een infectieziekte welke het meest voorkomt. Waarschijnlijk lijdt 95% van de bevolking hieraan. Vroeger stond tandbederf ook wel bekend als ‘tandwolf’. In vroegere perioden dacht men dat cariës veroorzaakt werd door tandwormen, dit is echter niet waar. Hoe men dit weet, is omdat er Sumerische teksten zijn gevonden waarin dit verteld werd, ook de oude Egyptenaren geloofden in het bestaan van de tandworm.
Cariës is een demineralisatieproces van het tandweefsel. Dit houdt in dat er mineralen verdwijnen uit het tandweefsel, en dan met name uit het tandglazuur, het tandbeen (dentine) en het wortelcement. Dit proces wordt in gang gezet door bacteriën die een bepaald type zuur uitscheiden, omgezet vanuit suikers. Er zijn twee soorten bacteriën die hoofdveroorzaker zijn van tandbederf, namelijk de Streptococcus mutans en de Lactobacillus. Wanneer deze bacteriën het bovengenoemde zuur uitscheiden, zal de pH in de mond verlagen en zal de oplosbaarheid van het calciumhydroxyapatiet toenemen. Calciumhydroxyapatiet is het mineraal waaruit het tandglazuur is opgebouwd. Door het oplossen van deze stof ontstaat een caviteit (een holte in een tand of kies). Zuur dat afkomstig is uit voedsel, bijvoorbeeld citroensap of het zuur van een appel (wat ook demineralisatie veroorzaakt) wordt in de geneeskunde niet gezien als cariës, maar als erosie van het gebit.

Tandplaque

De bacteriën waar wij het hierboven over gehad hebben (de Streptococcus mutans en de Lactobacillus) zijn vooral aanwezig in de tandplaque, van hieruit kan de bacterie cariës veroorzaken. Maar tandplaque bestaat niet alleen uit bacteriën, maar ook uit andere dingen, namelijk:
  • Stoffen afkomstig van het speeksel, en dan met name de eiwitten
  • Resten van eten en drinken
  • Opgeloste mineralen uit het gedeelte van de tand dat al opgelost is, maar ook opgeloste mineralen uit tandpasta, speeksel en dergelijke.
Wanneer de tandplaque voor een langere periode op de tanden of kiezen aanwezig blijft, en wanneer de afweer van de persoon niet optimaal is, dan zal cariës de tanden en de kiezen aantasten. De plaque kan verwijderd worden door het zorgvuldig tandenpoetsen (het liefst twee keer per dag) en door de tanden te flossen na het eten. Op deze manier zal de grootste hoeveelheid tandplaque verwijderd worden.

Ogen en zicht van paarden


Een paardenoog ziet er anders uit dan een mensenoog. Door de verschillen in het oog ziet het paard ook op een heel andere manier dan dat de mens ziet. Omdat een paard niet altijd goed kan zien kan het dier schrikken. Om uw paard volledig te kunnen begrijpen is het van belang om meer over het oog en het zicht bij paarden te weten.

Paarden zijn vluchtdieren

Om een paard volledig te kunnen begrijpen is het van belang om te weten waar zijn gedrag vandaan komt. Zoals elke paardenliefhebber wel weet, is een paard een vluchtdier. En om goed te kunnen vluchten voor gevaar, moet het paard zeer goede ogen en oren hebben. Hier gaan wij verder in op de ogen van een paard, hoe ze eruit zien en hoe ze werken.

De ogen en tastharen

Wanneer wij het paardenhoofd van dichtbij bekijken, zien wij dat het paard stugge en borstelige wimpers heeft. Deze oogharen beschermen het paard zijn ogen tegen (te) scherp licht en stof. Ook zien wij bij het paard haren die lang en stug zijn rondom het oog, deze haren noemen we tastharen. Deze zogenoemde tastharen zorgen ervoor dat het paard een voorwerp van dichtbij (zoals een tak) kan voelen. Zo zorgt het paard ervoor dat er geen takken en dergelijke in zijn ogen terecht komen. Zoals misschien al duidelijk is geworden, zijn deze oogharen en tastharen van zeer groot belang voor het paard. Tijdens officiële wedstrijden is het zelfs ten strengste verboden om de tastharen af te knippen.

Het dragen van oogkleppen

Een paard is een dier dat zeer snel schrikt van dingen die hij ziet. Daarom dragen paarden soms ook oogkleppen, zodat zij niet meer opzij kunnen kijken. Door uw paard oogkleppen om te doen zorgt u ervoor dat hij tijdens het werken niet wordt afgeleid. Of dit nou voor het werken aan de longe is of tijdens het aangespannen rijden. Tijdens het aangespannen rijden zorgen oogkleppen ervoor dat hij niet schrikt wanneer er bijvoorbeeld een auto langs hem komt gereden. Ook dwingen oogkleppen het paard om in een rechte baan te blijven lopen, hij ziet immers niet wat er zich links en rechts van hem bevindt.

Het oogwit bij paarden

Veel mensen schrikken als zij het oogwit van een paard zien, omdat een paard er op dat moment wild uit ziet. Echter, een paard waarbij oogwit zichtbaar is, is niet wild. Net als bij mensen bestaat het paardenoog uit oogwit (de harde oogrok) en uit de gekleurde iris.  De iris bij paarden is echter veel groter en beslaat doorgaans het gehele zichtbare gebied van het oog. Maar wanneer het paard ook maar iets met zijn ogen draait, is het oogwit van het paard ook te zien. Het betekent in dit geval dus zeker niet dat het paard wild is of dat hij angstig is. Er zijn zelfs paardenrassen (waaronder Engelse volbloeden en Appaloosa's) waar het oogwit altijd zichtbaar is, ook als zij in rust zijn.

 Een fitte uitstraling

Wanneer een paard gezond is, heeft het paard glanzende en vochtige ogen, die wijd opengesperd zijn. De ogen van een gezond paard moeten tevens een levendige indruk maken. Er mag totaal geen afscheiding in of rondom het oog zijn, dus ook geen ‘strontjes’ in de ooghoeken. Wanneer u het slijmvlies rondom het oog (en ook aan de binnenkant van het ooglid) bekijkt, moet deze roze van kleur zijn.
Wanneer een paard doffe, tranende of rode ogen heeft, voelt het dier zich lichamelijk en geestelijk niet in orde. Wanneer u dit bij uw paard constateert is het verstandig om direct contact op te nemen met de dierenarts. Dit doet u eveneens wanneer er afscheiding in of rondom het paardenoog te zien is.
De iris van een paard is veelal lichtbruin van kleur en doorschijnend. Het is mogelijk dat er bloemkoolvormige vlekjes in de iris te zien zijn die donkerbruin tot zwart van kleur zijn. Dit is een normaal verschijnsel en u hoeft zich hier totaal geen zorgen over te maken.
In een enkel geval komt het voor dat een paard een blauwkleurig oog heeft, dit wordt ook wel een ‘maanoog’ genoemd. Wanneer een paard twee blauwe ogen heeft, is het dier doorgaans een albino.

De leeftijd zien aan het oog

Zoals hierboven in het artikel al reeds is vermeld, is een paardenoog zeer uitdrukkingsvol. Wanneer u de ogen en oren tegelijkertijd bekijkt, ziet u de uitdrukkingsvolle blik in de ogen van uw paard nog beter. Wanneer je van paarden houdt en er een beetje moeite voor doet, leer je snel de taal van de paarden. Het paardenoog is een soort van spiegel van zijn lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Ook zal het oog je een groot deel van de persoonlijkheid tonen. In tegenstelling tot bij mensen, kan je in de ogen van het paard ook de leeftijd zien. Dit kan je zien door zijn blik, de vorm van het oog en het bovenste gedeelte van de wenkbrauwboog. Hoe ouder een paard wordt, hoe minder wijd het oog open staat, de blik onverschilliger wordt en ontstaat er een kuiltje boven de wenkbrauwboog. Bij een jong paard is dit kuiltje nog niet te zien, en naarmate het dier ouder wordt, zal dit kuiltje steeds dieper worden.

Ogen aan de zijkant van het hoofd

Iedereen die weleens een foto van een paard heeft gezien, weet dat de ogen van dit dier aan de zijkant van het hoofd zitten. Het oog is bol en is zo beweeglijk dat het gezichtsveld een halve cirkel kan beslaan. Simpel gezegd houdt dit in dat alles wat zich rondom het paard bevindt, gezien kan worden door de ogen. Want één oog ziet de helft van de cirkel, het andere oog de andere helft. Héél handig voor vluchtdieren, zo zien ze gevaar van alle kanten aankomen en kunnen ze snel op de vlucht slaan.  Opvallend is dat er een kleine overlapping (van twee meter) is, die zich direct voor het paard bevindt. In dit gebied ziet het paard met beide ogen dus hetzelfde.  Wanneer een paard een voorwerp niet kan zien, omdat dit buiten zijn gezichtsveld valt, hoeft het paard zijn hoofd maar een klein stukje te draaien. Wanneer hij zijn hoofd een stukje gedraaid heeft, kan hij het voorwerp wel zien.
Als fanatiek paardenliefhebber zijn er wel twee dingen waar rekening mee gehouden moet worden. Recht voor en recht achter het paard ziet het paard niets. Wanneer u dus achter een paard staat, en u raakt het paard aan, kan het schrikken en gaan slaan. Met slaan wordt het trappen van de achterbenen bedoeld. Dit geldt eveneens wanneer u recht vóór een paard staat, het paard kan schrikken van een geluid of beweging die u maakt. Natuurlijk kunt u, als u ervoor staat, niet getrapt worden door het paard, maar zeker wel gebeten worden! Houd hier met de verzorging en de verdere omgang met het paard dan ook rekening mee.

Oesophagitis


Oesophagitis (Nederlands: slokdarmslijmvlies) is een ontsteking aan het slokdarmslijmvlies. In dit artikel leest u alles over deze nare ontsteking.

Oorzaken van oesophagitis

De ontsteking van het slokdarmslijmvlies wordt vaak veroorzaakt door een reflux. Met de reflux wordt het terugvloeien van het maagzuur in de slokdarm bedoeld. Deze reflux kan ervoor zorgen dat er zweertjes ontstaan die genezen met littekenvorming. De zweertjes worden het meest gezien op het slijmvlies van de slokdarm. Daarom spreekt men wel van een slokdarmslijmvliesontsteking (in het Latijn: oesophagitis).
Naast het feit dat de reflux een ontsteking aan de slokdarm kan veroorzaken, zijn er ook andere oorzaken. Dit zijn de infectieuze en de caustische oesophagitis. Een infectieuze slokdarmslijmvliesontsteking kan veroorzaakt worden door een gistinfectie. De caustische oesophagitis daarentegen wordt veroorzaakt door het drinken van zuren of logen en wordt ook wel ‘etsing’ genoemd.

Behandeling van oesophagitis

Oesophagitis die veroorzaakt wordt door reflux kan behandeld worden met medicijnen voor de maag. Deze medicijnen zorgen ervoor dat er minder vaak reflux voorkomt. Een infectieuze oesophagitis zal behandeld worden met gistdodende middelen. Vaak wordt hiervoor het medicijn nystatine gebuikt.
De caustische oesophagitis is zeer moeilijk te behandelen. In de meeste gevallen zal er een grote, blijvende beschadiging optreden aan het slijmvlies van de slokdam.

Gevolgen en complicaties van oesophagitis

Als een persoon langdurig last heeft van oesophagitis kan er een vernauwing van de slokdarm optreden. In medische termen heet deze vernauwing ‘stenose’. Op het moment dat er stenose optreedt door slokdarmslijmvliesontsteking leidt dit vaak tot problemen met de passage van voedsel. De patiënt krijgt last van slikproblemen en heeft tijdens het eten het gevoel dat het eten blijft ‘hangen’. Een arts zal dit vaak behandelen met een sonde, zodat de slokdarm opgerekt wordt.
Patiënten die last hebben van een langdurige reflux kunnen hier hinder van ondervinden. Doordat het slokdarmslijmvlies bij reflux voortdurend geprikkeld wordt, zal de textuur van het slijmvlies veranderen. Tijdens deze veranderingen zal het plaveiselepitheel vervangen worden door cilinderepitheel. Dit noemt men Barrett-slijmvlies. Zweren of carcinomen (kankergezwellen) kunnen zich vanuit dit Barrett-slijmvlies gemakkelijk ontwikkelen.

Nierdialyse


Met nierdialyse bedoelt men een levensreddende behandeling waarbij bloed in contact gebracht wordt met dialysevloeistof om zo alle giftige stoffen uit het lichaam te verwijderen. In deze tekst leest u alles over de nierdialyse.
Waarom wordt nierdialyse uitgevoerd?
Nierdialyse is een levensreddende behandelingsmethode voor mensen met slecht of niet functionerende nieren. De nieren zorgen ervoor dat gevaarlijke en giftige stoffen via de urine het lichaam kunnen verlaten. Wanneer de nieren van een patiënt niet goed of helemaal niet werken, stapelen deze giftige stoffen zich op in het lichaam. Nierdialyse zorgt ervoor dat deze stoffen via een extern apparaat uit het bloed gefilterd worden. Dit apparaat heet een nierdialyseapparaat.

Hoe werkt nierdialyse?

Nierdialyse wordt uitgevoerd met een speciaal daarvoor ontworpen apparaat. Dit dialyseapparaat bestaat uit twee ruimten, welke van elkaar gescheiden zijn door een semipermeabele wand. Met semipermeabel wordt halfdoorlaatbaar bedoeld. Het bloed van de dialysepatiënt zal aan de ene kant van het apparaat binnenkomen en zal het apparaat via de andere helft verlaten om weer terug te keren naar het lichaam. Ook zal dialysevloeistof tijdens de behandeling door het apparaat stromen, echter alleen andersom. Omdat er een groot concentratieverschil is tussen beide vloeistoffen (bloed en dialysevloeistof) worden de schadelijke stoffen met water van het bloed naar de dialysevloeistof getrokken. Dit is mogelijk omdat het bloed sterk geconcentreerd is en het dialysaat minder geconcentreerd.
De semipermeabele wand is zo ontworpen dat alleen kleine stoffen uit het bloed door de wand passen. Grotere moleculen, zoals hormonen en bloedcellen, kunnen niet door de wand heen. Zodoende blijven de belangrijke bestanddelen wel in het bloed zitten.

Het aanleggen van een shunt

Omdat de uitwisselingssnelheid van de stoffen niet zo groot is, zal er een grote hoeveelheid bloed door het apparaat moeten voeren. Dit is nodig om alle gevaarlijke en giftige stoffen uit het bloed te filteren. Om dit tot stand te krijgen, moet er een goede toegang tot de bloedbaan aanwezig zijn. Dit is zeer belangrijk omdat er per tijdseenheid veel bloed doorheen moet kunnen stromen. Vaak wordt dit gedaan door het aanleggen van een shunt onder de huid. De meest gebruikte shunt is de Cimino-shunt, welke operatief wordt aangebracht. Tijdens de operatie zal er een rechtstrekse verbinding van een slagader met een ader aangelegd worden, direct onder de huid. De arts zal er meestal voor kiezen om de shunt te plaatsen op de onderarm.
Tijdens de behandeling zal er nu bloed vanaf de slagader direct doorstromen naar de ader (normaal gesproken niet mogelijk, omdat er nog capillairen tussen zitten). Nu kan er niet alleen veel bloed doorheen stromen, maar is de druk ook vele malen hoger als normaal. Het resultaat hiervan is dat de ader uit gaat zetten en een dikkere wand vormt. Na een periode van zes weken is de shunt klaar voor de daadwerkelijke dialysebehandeling.
Na de periode van zes weken is de shunt aan de buitenkant van het lichaam duidelijk te zien. Zodoende kan de shunt eenvoudig en zonder veel pijn worden aangeprikt. Voor patiënten die chronisch gedialyseerd moeten worden, is dit een zeer prettige bijkomstigheid. Dialysepatiënten moeten vaak voor jaren achtereen meerdere malen per week aan het dialyseapparaat gekoppeld worden.

Andere shunts

Naast de bovengenoemde Cimino-shunt worden in enkele gevallen ook andere technieken gebruikt om een shunt aan te leggen. Dit kunnen kunststof materialen zijn (teflon) of transplanten (een stuk ader van een mens of dier). Echter, deze vormen worden maar in een zeer klein aantal toegepast.

Traditionele hemodialyse

Wanneer een patiënt traditionele hemodialyse ondergaat, zal hij of zij twee tot drie keer per week naar een speciaal ingericht centrum moeten gaan. In dit centrum zal de patiënt vier tot zes uur per keer aan een dialyseapparaat gekoppeld worden om het bloed te zuiveren. Het aantal keren dat de patiënt langs moet komen en de tijdsduur per behandeling, is afhankelijk van een aantal factoren. Een aantal van deze factoren zijn het type kunstnier en de mogelijke wensen van de patiënt zelf. De ene patiënt kiest er namelijk voor om twee keer per week zes uur in het centrum te zijn, de ander gaat liever drie keer heen, voor maar vier uur. Deze vorm van behandeling is zwaar, het vergt namelijk lichamelijk en geestelijk veel van de patiënt.

Peritoneale dialyse

Peritoneale dialyse is een andere vorm van dialyse die kan worden toegepast bij nierpatiënten. Hier zal het buikvlies worden gebruikt als een halfdoorlaatbare wand. Het dialysaat zal via een speciaal daarvoor ontworpen katheter in en uit de buikholte stromen, langs het buikvlies. Het bloed, dat de afvalstoffen bevat, zal door het buikvlies stromen. Doordat hier ook het dialysaat stroomt, zullen de schadelijke stoffen uit het bloed in het dialysaat terecht komen.
Ondanks het feit dat deze vorm van behandeling vaak gemakkelijker is voor de patiënt, zitten hier ook gevaren aan vast. Als het dialysaat verzadigd is (er zitten dus veel afvalstoffen in), zal deze vervangen moeten worden door een nieuwe vloeistof. Het grote gevaar hierbij is dat er tijdens het plaatsen van nieuw dialysaat ook bacteriën in de buikholte kunnen komen. Als dit het geval is, kan er een buikvliesontsteking ontstaan.

Voor wie is nierdialyse bedoeld?

Nierdialyse is bedoeld voor patiënten met een aandoening aan de nieren. De dialyse wordt ingezet als vervanging van de nierfunctie bij ernstige, terminale nierinsufficiëntie. Ook kan nierdialyse worden ingezet als tijdelijke behandelmethode na een niertransplantatie of een acute nierinsufficiëntie.

Heeft nierdialyse effect?

Of nierdialyse effect heeft op de gezondheid van de patiënt, is onder andere afhankelijk van de lichamelijke conditie van de patiënt en hoe vaak er wordt gedialyseerd. Het is dus voor artsen van groot belang om te bekijken wat voor de patiënt een optimale frequentie is. Dit wil zeggen dat voor de ene patiënt twee keer per week een dialysebehandeling voldoende is, terwijl de andere patiënt dagelijks aan het dialyseapparaat aangesloten moet worden. Patiënten met nieraandoeningen moeten doorgaans een streng dieet volgen, met een vocht- en zoutbeperking. De voeding van de patiënt moet daarnaast een laag kaliumgehalte hebben en er mag maar een beperkte hoeveelheid eiwitten in de voeding aanwezig zijn.
Zoals in dit artikel wel duidelijk is gemaakt, is een nierdialyse een ingrijpende en zware belasting voor de patiënt en zijn naasten. Mede door deze zware belasting, is het noodzakelijk dat de patiënt zo snel mogelijk een donornier ontvangt. Omdat er nog steeds een groot tekort aan donoren is en omdat de gemiddelde leeftijd van de nierpatiënten fors toeneemt, is de totale sterfte onder deze groep flink gestegen. Ook de tijd dat een patiënt op de wachtlijst staat voor een niertransplantatie is verhoogd.
Toch zijn de resultaten van nierdialyse zeer goed te noemen, namelijk 75% van de nierpatiënten die aan een dialyseapparaat gebonden zijn, overleeft de vijfjaarsoverleving. 

Nannie Doss, seriemoordenaar


Nannie Doss is een Amerikaanse seriemoordenares wie naar alle waarschijnlijkheid 11 mensen heeft vermoord. Nannie Doss staat in de media ook bekend als de ‘Giggling Granny’, ‘Jolly Black Widow’ en ‘Arsenic Annie’. In dit artikel leest u alles over de moordende vrouw met de eeuwige glimlach.

De jeugd van Nannie Doss

Nannie Doss werd op 4 november 1905 geboren in Blue Mountain als Nancy Hazle. Over haar jeugd is verder niets tot zeer weinig bekend.

De moorden die Nannie Doss pleegde

Naar alle waarschijnlijkheid heeft de Giggling Granny elf mensen om het leven gebracht in de periode van 1920 tot 1954. De meeste van haar slachtoffers bracht zij om het leven door hen te vergiftigen. In totaal heeft Nannie Doss 10 van de 11 moorden bekend, en bij de elfde moord is het nog steeds niet geheel duidelijk of Nannie deze ook echt gepleegd heeft.

De slachtoffers van de Giggling Granny

  • Robert Lee Haynes, overleden op 7 juli 1945 door verstikking. Hij was de kleinzoon van Nanny Doss, geboren in 1943.
  • Robert (Frank) Harrelson, overleden in 1945 door arsenicumervergiftiging. Hj was de tweede echtgenoot van Nannie.
  • Haryley Lanning overleden door arsenicumvergiftiging (datum van overlijden onbekend. Hij was de derde echtgenoot van Doss.
  • De moeder van Harley Lanning en is ook met arsenicum vergiftigd. Ook bij haar is de sterfdatum onbekend.
  • Dovie Hazle (sterfdatum onbekend). Zij is de zus van Nannie Doss en is om het leven gebracht door verstikking.
  • Richard L. Morton, overleden in april 1953 door arsenicumvergiftiging. Hij was haar vierde echtgenoot.
  • Loulisa Hazle, overleden in januari 1953, Nannie had haar moeder om het leven gebracht met een hoge dosis arsenicum.
  • Samuel Doss, overleden in oktober 1953 door een arsenicumvergiftiging. Hj was haar vijfde echtgenoot.
  • Haar twee dochters. Overlijdensdatum onbekend, hoogstwaarschijnlijk waren zij vergiftigd met arsenicum.
  • Robert Hazle, sterfdatum onbekend. Hij is de neef van Nannie Doss en is door verstiking om het leven gekomen.

Arrestatie en rechtszaak

Na het overlijden van haar vijfde echtgenoot in het jaar 1954, werd Nannie Doss gearresteerd. Na een aantal zware verhoren bekende zij acht moorden te hebben gepleegd, waaronder de moord op haar vijfde man. Tijdens de verhoren werd aan Nannie gevraagd waarom zij de moorden gepleegd had. Vreemd genoeg had Nannie geen gewelddadige neigingen waardoor ze ging moorden. De moorden waren voornamelijk gepleegd omdat de personen Nannie op een bepaald moment dermate irriteerde of dat de personen haar te veel stoorden bij het uitoefenen van haar hobby’s. Op die momenten kon zij haar slachtoffers niet meer uitstaan en besloot zij hen te vermoorden.

Gevangenisstraf en overlijden

De rechter legde Nannie Doss uiteindelijk een levenslange gevangenisstraf op voor de moord op Samuel Doss, haar laatste echtgenoot. Voor de andere moorden is zij nooit aangeklaagd, vanwege het feit dat zij toch zou overlijden in de gevangenis.

De Giggling Granny overleed in het jaar 1965 tijdens haar gevangenschap aan de gevolgen van leukemie (bloedkanker). Vlak voor haar overlijden vertelde ze tegen haar bewaker dat ze het jammer vond dat het personeel in de keuken haar aanbod nooit had aanvaard. Zij had namelijk aangeboden om te helpen als er personeelstekort was in de keuken. Het leek wel alsof zij hierdoor erg teleurgesteld was.

Bijnamen van Nannie Doss

In de media kwam de seriemoordenaar Nannie Doss vooral bekend te staan als de ‘Giggling Granny’ (giechelende oma), ‘Jolly Black Widow’ (jolige zwarte weduwe) en ‘Arsenic Annie’. De bijnaam Giggling Granny had Nannie te danken aan haar nooit aflatende humeur die altijd opperbest was. Iedereen die haar tegen kwam, of het nou op straat, tijdens een verhoor, haar rechtszaak of tijdens het uitzitten van haar straf, maakte Nannie giechelend en vrolijk mee. Keer op keer maakte zij grappen en zij gedroeg zich alsof er nooit wat was gebeurd.

Michelle Martin en Michel Lelièvre


Michelle Martin en Michel Lelièvre zijn twee van de vier handlangers van het 'Beest van België': Marc Dutroux. In dit artikel zal verder ingegaan worden op de personen Michelle Martin en Michel Lelièvre.

Michelle Martin

Michelle Martin, één van de vier handlangers van het onmenselijke wezen Marc Dutroux zag op 15 januari 1960 het levenslicht in Waterloo, België. In de periode van 1988 tot 2003 is zij getrouwd geweest met de man die zes kinderen ontvoerd en verkracht heeft. Vier van zijn slachtoffers heeft hij vermoord. De andere twee meisjes, Sabine Dardenne en Laetitia Delhez, konden op tijd door de politie worden gered.

Na de middelbare school heeft Michelle geleerd voor lerares en is zij op een school gaan werken. Nog voordat ze met Marc trouwde, hadden zij samen al één kind: Frédéric, die in 1984 werd geboren. Tijdens hun huwelijk kreeg het stel nog twee kinderen: Andy (1993) en Céline (1995).

Michelle Martin wordt ervan verdacht dat zij Marc Dutroux geholpen zou hebben bij het ontvoeren van zijn slachtoffers. In de rechtbank verklaarde Martin dat zij Dutroux met de ontvoeringen hielp omdat zij doodsbang voor hem zou zijn. In 1989 werden Marc Dutroux en Michelle Martin opgepakt en veroordeeld voor de verkrachting van enkele minderjarigen. Dutroux kreeg een straf van 13 jaar en Martin kwam achter de tralies te zitten voor 5 jaar. Beiden hebben enkel nooit hun straf uitgezeten, daar zij beiden na twee jaar celstraf als vrij man de gevangenis uit konden. Dit is hoogstwaarschijnlijk de grootste fout ooit geweest van de toenmalige Minister van Justitie: Melchior Wathelet.

In 1996 werd Michelle voor de tweede keer opgepakt, ditmaal nadat de politie Dutroux' slachtoffers had gevonden en Dutroux al in de boeien was geslagen. Na een heel lange rechtzaak werd zij in 2004 uiteindelijk veroordeeld tot 30 jaar celstraf, en wel voor medeplichtigheid aan de activiteiten van de bende van Dutroux. Momenteel zit zij nog steeds gevangen in de gevangenis van Nemen.

Michel Lelièvre

Michel Lelièvre, geboren op 11 mei 1971, is één van de handlangers geweest van Marc Dutroux, één van België's grootste misdadigers ooit. Hij stond bekend als drugsverslaafde en daar maakte Dutroux misbruik van. In ruil voor onder andere drugs speelde Lelièvre een zeer actieve rol in de ontvoering van vier van de zes slachtoffers die Marc Dutroux op zijn naam heeft staan. Tevens dealde Lelièvre in drugs, dit ook in opdracht van het Beest van België. Tijdens de rechtzaak bekende Michel Lelièvre alles en heeft hij een bekentenis afgelegd voor elk punt waarvan België hem heeft verdacht.

In juni 2004 werd deze man veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf. Oktober 2005 heeft hij een vervroegde vrijlating aangevragad, daar hij al éénderde van zijn straf had uitgezeten.

zaterdag 28 april 2012

Michel Nihoul en Bernard Weinstein


Michel Nihoul en Bernard Weinstein zijn twee van de vier handlangers van Marc Dutroux geweest. Deze handlangers en Marc Dutroux staan samen bekend als de "bende van Dutroux". In dit artikel zal verteld worden wie Nihoul en Weinstein zijn, alsmede wat zij op hun kerfstok hebben staan.

Michel Nihoul

Michel Nihoul is geboren op 23 april 1941 in de Belgische plaats Verviers. Hij was een goede zakenman en tevens stond hij bekend als groot oplichter. In 2004 is hij veroordeeld tot celstraf doordat hij een bendelid was van "de bende van Dutroux".

Sekstoerist

In de jaren '70 en '80 van de twintigste eeuw is Michel Nihoul een vaste bezoeker op seksfeesten in de Belgische stad Brussel. Naast zijn bezoekjes aan deze feesten kent hij veel belangrijke personen uit de politiek en uit de zakenwereld. Als maker van verschillende radioprogramma's wist hij een aardig zakcentje extra te verdienen.

Al eerder veroordeeld

Nog voordat hij werd opgepakt vanwege medeplichtigheid en hulp aan Marc Dutroux, werd Nihoul al vele malen opgepakt en tevens veroordeeld voor oplichtingspraktijken. Michel Nihoul was dan ook een grote ster in het oplichten van mensen en bedrijven.

De bende van Dutroux: de rol van Michel Nihoul

Niemand is er nog over uit wat de precieze taken en activiteiten waren van Michel Nihoul in de bende van Dutroux. In eerste instantie werd Nihoul bestempeld als de bendeleider, maar nu zou zijn aandeel in de bende minimaal geweest zijn. Al sinds het begin van het proces is er onduidelijkheid. Is Michel Nihoul enkel een 'simpele' oplichter en drugshandelaar die toevallig met Marc Dutroux zaken deed (en dus eigenlijk een voorbijganger was in het totaalplaatje) of dat hij de spin in het web was van een pedofielennetwerk. Uiteindelijk is Nihoul berecht voor bendevorming, ontvoering en drugshandel.

Schuldig of onschuldig

Er bestaat nog steeds twijfel of Michel Nihoul schuldig of onschuldig is. De bewijzen tonen aan dat Nihoul zeker een rol heeft gespeeld in de bende van Dutroux, maar Nihoul ontkent alles. Volgens eigen zeggen heeft hij niets te maken met de ontvoeringen, verkrachtingen en dood van de meisjes. Hij heeft daarentegen wel bekend dat hij drugs verkocht zou hebben aan Marc Dutroux en Michel Lelièvre.

Uitspraak van de rechter

Nihoul werd door de rechter vrijgesproken op de punten ontvoering, verkrachting en moord op de meisjes. Wel werd Michel Nihoul veroordeeld voor bendevorming en drugshandel. Voor deze feiten heeft hij in totaal vijf jaar gevangenisstraf gekregen. Lente 2006 werd hij vervroegd vrijgelaten.

Bernard Weinstein

Bernard Weinstein was de vierde handlanger van het Beest van België: Marc Dutroux. Weinstein werd geboren op 4 maart 1952 en is overleden in november 1995. Hij heeft Dutroux geholpen bij het stelen van auto's (die werden gebruikt voor de ontvoeringen) en hij was een bendelid van de bende van Dutroux.

Vermoord door zijn baas

Bernard Weinstein is in november 1995 vermoord door zijn opdrachtgever: Marc Dutroux. Marc Dutroux zou Weinstein hebben vermoord omdat Bernard voor de slachtoffers Julie Lejeune en Mélissa Russo zou zorgen (= eten geven) terwijl Dutroux een gevangenisstraf uit moest zitten wegens autodiefstal. Dutroux beweerde na vrijlating uit de gevangenis dat Weinstein gefaald had in het "verzorgen" van de meisjes, daar zij waren overleden bij Dutroux' terugkomst. Marc Dutroux accepteerde dit niet en ging Bernard Weinstein vervolgens te lijf. Om hem te vermoorden, diende Dutroux Weinstein barbituraten toe. Weinstein werd vervolgens levend begraven, samen met de levenloze lichamen van Julie Lejeune en Mélissa Russo. De lichamen werden begraven in de tuin van een huis in Sars-la-Buissière. Dit huis behoordde, net als zes andere huizen, toe aan Marc Dutroux.

Longkanker en asbestkanker


Een mesothelioom is een ernstige vorm van longkanker welke voornamelijk wordt veroorzaakt door blootstelling aan de schadelijke stof asbest. In dit artikel leest u alles over deze zeer moeilijk te genezen vorm van kanker, waar jaarlijks nog steeds vele mensen aan overlijden. Een echte behandeling voor asbestkanker is er nog niet, er kan alleen gepoogd worden de patiënt een zo fijn mogelijk leven te geven m.b.v. pijnmedicatie.

Wat is een mesothelioom

Een mesothelioom (eigenlijk: maligne mesothelioom) is een vorm van longkanker welke ook wel longvlieskanker of borstvlieskanker genoemd wordt. De mesothelioom is een specifieke tumor die in de longen voorkomt en die wordt veroorzaakt door de inademing van asbest. De asbest die ingeademd is, nestelt zich in de longvliezen waar zij de cellen prikkelen en bewerken waardoor de cellen dusdanig veranderen totdat zij zijn gemuteerd in kwaadaardige tumorcellen.

De mesothelioom is een zeer kwaadaardige vorm van kanker aan de sereuze vliezen. Doorgaans betreft dit de longvliezen, maar een enkele keer komt een mesothelioom voor in het buikvlies (in 10% van de gevallen) of zelfs in het hartzakje (in minder dan 1% van de gevallen).

Hoe ontstaat een mesothelioom (asbestkanker)

Een mesothelioom (in de volksmond vaak aangeduidt als 'astbestkanker') wordt, zoals hierboven al vermeld, in de meeste gevallen veroorzaakt door asbestvezels die zijn ingeademd en welke zich hebben genesteld in de longen. Typerend is dat de mesothelioom vooral veroorzaakt wordt door blootstelling aan crocidoliet, een asbestsoort met zeer lange en zeer dunne vezels.

Wanneer men de asbestvezels heeft ingeademd komen deze diep in de long terecht en zorgen de vezels ervoor dat de bekledende cellen van de sereuze vliezen (de zogenoemde mesotheelcellen; vandaar ook de naam 'mesothelioom') dermate te prikkelen dat de cellen genetische veranderingen ondergaan en er stoornissen optreden. Deze genetische veranderingen en stoornissen zorgen er uiteindelijk voor dat de cellen zodanig veranderen, dat zij zijn ontwikkeld tot kwaadaardige (kanker)cellen. In normale situaties streven gemuteerde cellen af, maar doordat de cellen ook genetische veranderingen doormaken, kunnen deze kwaadaardige tumorcellen echter overleven.

De feiten

  • Jaarlijks worden er in Nederland 400 nieuwe gevallen gemeld.
  • Na het jaar 2018 zal er een afname van patiënten met asbestkanker komen, daar er sinds een aantal jaren in Nederland een verbod geldt op asbest.
  • Er worden vier soorten mesothelioom onderscheiden, namelijk het epitheliale, sarcomateuze, desmoplatische en gemengde (epitheliaal en sarcomateus) type.
  • Mesothelioom wordt vandaag de dag in Nederland gezien als een beroepsziekte, omdat mensen doorgaans met asbest in aanraking komen tijdens hun werk.

Symptomen van mesothelioom (asbestkanker)

Mensen die lijden aan een mesothelioom, hebben dit de eerste jaren over het algemeen niet in de gaten. Dit omdat de asbest meestal een flink aantal jaren inactief is, en dan opeens 'ontwaakt' en de eerste symptomen zullen verschijnen. De periode die tussen de blootstelling aan asbest en de eerste ziekteverschijnselen zit, ligt tussen de 20 en de 35 jaar. Daarom zien wij vaak dat asbestkanker vooral bij oudere mensen (50+) voorkomt, en minder vaak tot niet bij de jongere generaties.

Als eerst zal de patiënt klachten als pijn / onaangenaam gevoel in de borstkas, kortademigheid en hoesten ervaren. Dit zijn op zich klachten die men bij een ernstige verkoudheid ook kan hebben, en men zal misschien niet meteen de link met asbestkanker leggen. De kortademigheid die men ervaart wordt veroorzaakt door vochtophoping tussen de longvliezen, en de pijn is over het algemeen op zijn hevigst als de tumor ingroeit in de borstwand. In de borstwand lopen namelijk zenuwen, en die worden tijdens het ingroeien van de tumor in deze wand aangetast.

Wanneer de tumor in de borstwand binnendringt, vormt dit als het ware een soort van schild om de long heen, waardoor de long niet meer goed kan functioneren (de long kan zijn hoogste volume niet meer bereiken). Doordat de long zich niet meer maximaal kan vullen met lucht, zal er kortademigheid optreden.

Wanneer de mesothelioom in een vergevorderd stadium is, zal men ook sterk gaan vermageren.

Op basis van histologische kenmerken worden 4 vormen van maligne mesothelioom onderscheiden. Het epitheliale, het sarcomateuze, het desmoplatische en het gemengde (epitheliaal en sarcomateus) type. Het laatste type komt het meeste voor.

Onderzoek van mesothelioom

Wanneer u met bovengenoemde klachten naar uw huisarts gaat, zult u hoogstwaarschijnlijk direct doorgestuurd worden naar het ziekenhuis, om een bezoek te brengen aan een oncoloog (een 'kanker-dokter'). Deze oncoloog zal een anamnesegesprek met u aangaan om zo meer te weten te komen over uw voorgeschiedenis. Ook zal er gevraagd worden of u vroeger met asbest heeft gewerkt. De beroepen die (voor zover bekend) het meeste risico met zich mee brengen m.b.t. asbestkanker zijn de scheepsbouw en verwarmingsindustrie.

Het is niet vanzelfsprekend dat u jaren in aanraking moet zijn geweest met asbest om door deze kwaadaardige vorm van kanker getroffen te worden, óók wanneer u maar één enkele keer in aanraking bent geweest met asbest, heeft u kans om een mesothelioom op te lopen. Zo heeft mijn oom bijvoorbeeld op zijn 14e een vakantiebaantje gehad op een scheefswerf voor één week, maar een paar jaar geleden is er bij hem een mesothelioom aangetroffen. De mensen waar hij toen mee heeft gewerkt, die minimaal 30 jaar in het vak zaten, zijn vervolgens ook onderzocht, maar geen van hen had een mesothelioom.

Wanneer u samen met de arts uw voorgeschiedenis heeft doorgenomen, zal de arts een lichamelijk onderzoek uitvoeren. Er zal dan waarschijnlijk naar uw longen geluisterd worden en de arts zal op uw borstkas gaan kloppen. Een heel enkele keer is de tumor vanaf de buitenkant te zien, wanneer de tumor door de borstwand naar buiten gegroeid is. Dit komt echter zeer weinig voor.

Wanneer de oncoloog het vermoeden heeft dat er een mesothelioom in uw long zit, worden er doorgaans röntgenfoto's gemaakt en een mri. Zo kunnen vocht in en verdikkingen van de longvliezen gezien worden. Daarnaast zal een CT-scan van de borstkas de oncoloog meer inzicht geven over de lokatie van de mesothelioom. Wanneer dit allemaal duidelijk is, zal er vocht afgenomen worden, samen met een stukje van de long, om te onderzoeken of het daadwerkelijk om een mesothelioom gaat. Doorgaans gebeurt dit door met een injectienaald via de huid wat vocht uit de long op te zuigen. Wanneer u dit onderzoek ondergaat, dient u niet te schrikken van de kleur, het vocht kan er namelijk bloederig uitzien. Een stukje long zal via een kleine kijkoperatie verwijderd worden.

Behandeling van asbestkanker (mesothelioom)

Wanneer alle bovenstaande onderzoeken zijn uitgevoerd en er is vastgesteld dat het inderdaad om een mesothelioom gaat, kan men de uitgebreidheid van de tumor, het stadium van de kanker en een grove uitspraak over de levensverwachting gedaan worden.

Helaas bestaat er geen genezende behandeling voor asbestkanker, wat inhoudt dat er geen behandeling is die de patiënt kan genezen. Dit komt doorgaans omdat de ziekte bij ontdekking al in een (zeer) vergevorderd stadium aanwezig is, dat de genezing niet meer mogelijk is. In het verleden is geprobeerd op patiënten met een mesothelioom te opereren, maar men is hier weer vanaf gestapt. De operatie was namelijk zeer groot, en de patiënt had een zeer hoge kans om te overlijden tijdens of vlak na de operatie.

Radiotherapie kan (helaas) niet toegepast worden, omdat het mesothelioom daar ongevoelig voor is. Ook speelt het feit dat het betrokken gebied zeer groot is (veelal de halve borstkas of meer) waardoor radiotherapie niet helpt. In sommige gevallen wordt er wel radiotherapie toegepast, maar dit is meer om de pijn te bestrijden dan om de kwaadaardige tumor te bestrijden.

Ook chemotherapie wordt weinig tot niet toegepast bij mensen met een mesothelioom, omdat de chemotherapie weinig tot geen effect verschafte. Onlangs is er echter ontdekt dat het geneesmiddel pemetrexed (handelsnaam Alimta) een duidelijk effect op de tumor laat zien. Tijdens een onderzoek bij 100 patiënten met een mesathelioom, bleek dat pemetrexed bij 41 van deze patiënten ervoor zorgde dat de tumormassa in percentage verminderd was. Wanneer een patiënt met pemetrexed wordt behandeld, wordt het medicijn intraveneus toegediend, wat wil zeggen dat het middel direct in de bloedbaan ingebracht wordt. Deze behandeling dient men elke drie weken te ondergaan, waarbij men voor 10 minuten aan een infuus met pemetrexed aangesloten ligt.

Er zijn ook nog een aantal andere behandelmogelijkheden voor patiënten met asbestkanker, maar deze behandelmogelijkheden hebben over het algemeen meer nadelen dan voordelen, waardoor deze behandelingen zeer weinig worden uitgevoerd en verder in dit artikel niet behandeld zullen worden.

Overlevingskansen voor mensen met mesothelioom (asbestkanker)

Wanneer men te horen krijgt dat men lijdt aan mesothelioom, komt  dat hard aan. Al tijdens de onderzoeken zal gemeld worden dat men mogelijk asbestkanker heeft, waarna de patiënt thuis hoogstwaarschijnlijk het internet over zal surfen om meer informtie over mesothelioom te vinden. Zoals u hierboven al heeft kunnen lezen, is er geen genezende behandeling voor asbestkanker, en het sterftecijfer ligt dan ook zéér hoog.

80% van de mensen met een mesothelioom overlijden binnen een jaar na constatering van de ziekte, en bijna 19% van de overgebleven 20% zal binnen het tweede jaar na constatering overlijden. Zoals u merkt is het sterftecijfer voor mensen met een mesothelioom zeer hoog en overleven maar weinig mensen deze slopende ziekte....

vrijdag 27 april 2012

Maria Swanenburg (seriemoordenaar)


Maria Swanenburg (ook bekend als 'Goeie Mie' en de 'Leidse Gifmengster') was een Nederlandse seriemoordenaar en zij wordt ervan verdacht minstens 100 mensen te hebben vergiftigd, waarvan er zeker 27 aan de vergiftigingen zijn overleden. In dit artikel leest u alles over Maria Swanenburg.

Het leven van Maria Swanenburg

Maria Swanenburg werd op 9 september 1839 in Leiden geboren als Maria Catharina Swanenburg. Zij is in Nederland - en zelfs in het buitenland - bekend geworden als seriemoordenares wie, naar het schijnt, meer dan 100 mensen heeft vergiftigd in een periode van 3 jaar tijd. 27 Mensen hebben deze vergiftigingen niet overleefd, een aantal is blijvend gehandicapt gebleven en anderen hadden bijna nergens last van.

Maria was de dochter van Clemens Swanenburg en Johanna Dingjan. Clemens was een werkman, en Johanna werkte als huisvrouw en nam de taak op zich om voor de kinderen te zorgen. Maria groeide op in de armere buitenwijken van Leiden en toen zij oud genoeg was, begon ze voor de zieke mensen in de wijk te zorgen. Zij waste de mensen, deed boodschappen voor ze en hielp deze mensen met het huishouden en andere taken. Op 12-jarige leeftijd verhuisde Maria met haar ouders en broers en zussen omdat het gezin het huis was uitgezet wegens huurschulden. Vanaf het moment dat zij verhuisd waren, kwam Maria (door bekenden vaak Mie genoemd) bijna de deur niet meer uit.

Toen Goeie Mie bijna 30 jaar was, op 13 mei 1868, trouwde zij met Johannes van der Linden wie grofsmid van beroep was. In de loop van hun huwelijk kregen Johannes en Maria vijf zonen en twee dochters.

Het moorden begon

Maria stond goed te boek in Leiden en vele mensen kenden haar dan ook en noemden haar bij haar bijnaam: 'Goeie Mie'. Zij verzorgde de oudere en zieke medemens. Naast het feit dat zij voor deze hulpbehoevende personen zorgde, sloot zij ook begrafenisfondsen en verzekeringen af op hun levens. In de periode waarin Maria leefde, was het zeer belangrijk dat men een nette begrafenis had. Dat was ook één van de redenen waarom Goeie Mie deze personen overhaalde om de fondsen en verzekeringen op hun levens af te sluiten. Wanneer de mensen waren overleden, streek Maria het verzekeringsgeld op, en de mensen hadden nog steeds geen geld genoeg om een fatsoenlijke begrafenis te kunnen betalen. Rond het jaar 1880 kwam Maria op het idee om mensen te gaan vergiftigen van buurtbewoners met arsenicum. In de eerste periode diende zij enkel de oudere en ziekere medemens die zij verzorgde het arsenicum toe. Later, toen het verlangen naar geld steeds erger werd, vergiftigde zij gehele gezinnen, inclusief kleine kinderen met hetzelfde middel. Op deze manier kon zij de gehele erfenis van het gezin opeisen, omdat zij al die tijd voor hen gezorgd had. Op deze manier vermoedde niemand dat Goeie Mie hen vermoordde.

Zelfs haar familie bleef niet bespaard. Zo vergiftigde Maria haar schoonzus (Cornelia van der Linden) op 30 mei 1881 met arsenicum, en op 15 juli van datzelfde jaar was Willem, haar neef ook aan de beurt. Toch was het nog steeds niet genoeg voor Maria, aangezien ze op 1 november 1881 ook haar andere neef Arend vermoordde met arsenicum. Het gerucht gaat zelfs dat Maria ook haar eigen ouders heeft vermoord met arsenicum.

Ook gaat het gerucht de ronde dat Maria twee van haar zeer jonge kinderen heeft vergiftigd met arsenicum, maar dit is nooit bewezen geweest.

Hoe zij niet ontdekt werd

Maria Swanenburg heeft zeer lang de schijn op weten te houden rondom de moorden en niemand verdacht haar. 'Goeie Mie' wist namelijk de rol van reddende engel op zich te nemen door bij de stervenden (de personen wij zij had vergiftigd) te blijven totdat zij stierven. Ze zorgde ervoor dat de vergiftigde de laatste periode van zijn/haar leven nooit alleen zou zijn, wat voor de omstanders een geruststellend gevoel had. Wel was Goeie Mie zo grof om (veel) geld te rekenen voor het aan het sterfbed zitten van de zieke en het afleggen van de overleden persoon. Elk familielid deed dit trouw, omdat Maria hen immers een dienst had bewezen om de dierbare tot aan het eind bij te staan.

Waar Goeie Mie het gif vandaan haalde

Om aan arsenicum te komen om haar slachtoffers te vergiftigen, ging zij naar de verfhandel. Zij vertelde de winkelier dat zij haar woning (en de woningen van haar slachtoffers) wilde zuiveren van ratten en ander ongedierte. Het arsenicum werd gemengd met witkalk geleverd, maar dat maakte de Leidse Gifmengster niet uit. Zij schraapte het gif immers zeer gemakkelijk van de witkalk af.

Ontdekking en arrestatie

In 1883 werd ontdekt dat Goeie Mie eigenlijk helemaal niet zo goed was als men dacht. Zij probeerde het gezin van haar schoonzus (de schoonzus van haar man) en het buurmeisje van haar schoonzus te vermoorden met arsenicum. Zij deed dit door de arsenicum door de gortepap te mengen en dit aan haar slachtoffers te geven. Echter, de dosering was niet goed berekend en zo gebeurde het dat niet elk slachtoffer overleed. Nadat de overlevende slachtoffers geheel opgeknapt waren, klaagde er twee over het feit dat de gortepap een raar smaakje had. De politie bracht een bezoek aan de Leidse Gifmengster en werd gearresteerd.

Onderzoek en rechtszaak

Nadat het onderzoek had uitgewezen dat Maria Swanenburg meer te maken had met de sterfgevallen, werden er minimaal 15 lichamen opgegraven en onderzocht. Elk van de opgegraven lichamen vertoonde tekenen van vergiftiging door arsenicum. Toen dit feit bekend was, werd ook vastgesteld dat Maria de verzekeringen had geïnd van de personen die overleden waren. Dankzij haar vergiftigingen heeft zij naar schatting 2 à 3000 gulden (ongeveer 1,4 duizend euro) verdiend.

In de maand december van 1895 startte de rechtszaak en stond zij terecht voor meer dan 90 moorden. Bovendien werd zij schuldig bevonden aan drievoudige moord. De rest van haar leven zou zij doorbrengen in een tuchthuis in Gorinchem, tot zij in het jaar 1915 overleed.

Leer je paard beter begrijpen


Als paardenliefhebber is het belangrijk om het karakter van uw paard te begrijpen. Een duidelijk inzicht in de bedoelingen van uw paard zijn namelijk van een groot belang voor een goede training. De training die u aan uw paard wilt geven, moet ook toegepast zijn op uw paard omdat elk paard op een andere manier behandeld moet worden. In deze tekst leest u alles over het feit hoe u uw paard het beste kunt ‘lezen’, om het beste resultaat uit de trainingen te halen.

Begrijp uw paard

Om welk type training het ook gaat, het is altijd belangrijk om uw paard te begrijpen. Of het nu om een Shetlandpony of een Shire gaat, een springpaard, een westernpaard of een dressuurpaard, de training zal beter uitpakken als u uw paard begrijpt en als uw paard ook uw bedoelingen begrijpt.
Om een paard op de juiste manier te trainen, is veel kennis nodig. Niet alleen is het belangrijk dat u het paard kent waar u mee wilt gaan werken, ook is het zeer verstandig om de kennis en technieken van verschillende trainingsvormen in u op te nemen. Op deze manier weet u op welke manieren u contact met het paard kunt leggen en hoe het paard uw bedoelingen het beste begrijpt (communicatie). Als u niet over deze kennis beschikt, is de kans zeer groot dat de training mislukt en in het ergste geval kan het zelfs zo uit de hand lopen, dat u een schuw, agressief of zeer angstig paard heeft.

Hoe ver kan ik gaan met de training?

Net als bij mensen is geen enkel paard hetzelfde. Het ene paard zal maar het niveau van een VMBO’er halen, terwijl het andere paard met het grootste gemak de moeilijkste universitaire studie doorloopt. Hierbij moet u tijdens de training van uw paard ook rekening mee houden. Vraag geen dingen van uw paard waartoe het nooit in staat zal zijn. Hiermee wordt bedoeld dat u aan een winkelmedewerker niet moet vragen om een hersenoperatie uit te voeren: deze persoon is hier niet toe in staat!
Naast de capaciteiten waarover het paard beschikt, moet u ook rekening houden met de instincten van het dier. De instincten die de grootste rol spelen bij de training van een paard, zijn het kudde-instinct en het vluchtinstinct. U kunt deze instincten goed gebruiken tijdens de training van uw paard, maar u moet er rekening mee houden dat u deze instincten niet misbruikt. Bij verkeerd handelen met de instincten van uw paard, kan het averechts werken en zou u in heel gevaarlijke situaties terecht kunnen komen.

Leer uw paard kennen

Zoals hierboven al duidelijk mag zijn geworden, is het belangrijk om uw paard te leren kennen. Heeft u hier zelf weinig ervaring mee, dan is het aangeraden om een ervaren trainer in de hand te nemen, die u tijdens de training kan helpen. Ga nooit uit van één specifieke trainingsmethode, maar bestudeer meerdere uiteenlopende trainingsvormen. Op deze manier kunt u een keuze maken uit de trainingsvormen die u het beste liggen. Ook kunt u een combinatie van een aantal trainingen gebruiken bij de training van uw eigen paard.
Naast het feit dat een theoretische kennis van verschillende trainingsvormen nuttig is, is het ook belangrijk om paarden ‘in de natuur’ te observeren. Ga eens bij het hek van een weiland zitten en observeer de paarden die daar staan te grazen. Het is hier vanzelfsprekend dat u het meeste naar uw eigen paard kijkt. Hoe gaat hij om met andere paarden? Is hij dominant of juist neerbuigend naar andere paarden toe? Heeft hij veel vrienden of staat hij alleen in het weiland? Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen van punten waarop u kunt letten bij de observatie van uw paard.

Kijk ook eens naar uzelf

Om uw paard op een goede manier te kunnen trainen, moet u ook uzelf nader onder de loep nemen. Kijk naar uw eigen gedrag en bedenk u hoe dit over zou komen op uw paard. Heeft u niet zo’n goed idee over wat uw karakter is? Vraag dan een paar mensen die u heel goed kent om uw karakter te beschrijven.
Zo is het beter om geen dominant paard te hebben, als u zelf onzeker bent. Het paard zal uw gedrag namelijk ook aanvoelen en kan in sommige gevallen de macht overnemen, zodat u niets meer te zeggen heeft. Als u zich afvraagt of het paard van uw keuze wel goed bij u past, kunt u dit aan een ervaren paardenkenner vragen. Deze zal u altijd proberen te helpen!

Bouw de band met uw paard rustig op

Als u net een nieuw paard, jong of oud, heeft aangeschaft, kunt u niet direct beginnen met de training. Zorg er eerst voor dat u een goede, veilige en dankbare relatie ontwikkeld met uw paard. Dit doet u door het dier gerust te stellen en het dier te laten weten dat het veilig zal zijn bij u. Het paard moet gaan inzien dat u geen gevaar bent en dat hij niet bang voor u hoeft te zijn. Is deze band tot stand gekomen? Dan kunt u beginnen met een dominantere houding tegenover het paard, zodat het zal begrijpen dat u de baas bent en hij degene is die uw bevelen altijd moet opvolgen (het kudde-instinct). Vanaf dit moment kunt u ook starten met de daadwerkelijke training, maar bouw deze langzaam op en verlang niet dat het paard direct al alles kan!

Koos Hertogs (seriemoordenaar)


Koos Hertogs is een Nederlandse seriemoordenaar welke in de jaren 1979 en 1980 minstens drie jonge meisjes heeft ontvoerd, seksueel misbruikt en vervolgens vermoord. Vlak na de vondst van Hertogs' laatste slachtoffer is hij opgepakt en zit hij momenteel een levenslange gevangenisstraf uit. Maar heeft hij het wel bij drie slachtoffers gelaten, of zijn er nog meer slachtoffers door hem gemaakt?

Wie is Koos Hertogs

Koos Hertogs is een jongen die in december 1949 in Den Haag werd geboren in een streng katholiek gezin met 16 kinderen. Koos heeft zijn draai nooit kunnen vinden te midden van al deze broers en zussen en was al van jongs af aan onhandelbaar. Op zijn zestiende jaar werd hij zelfs zo onhandelbaar, dat hij door de rechter verplicht was om in een jeugd-tbs-kliniek te gaan wonen. Toen hij uit de tbs-kliniek ontslagen was, heeft hij een tijdje op het juiste spoor kunnen blijven, maar niet voor lang. Al snel werd hij opgepakt voor rijden zonder rijbewijs, inbraken, gewapende overvallen en drugshandel en belandde hierdoor al een paar keer in de cel.

De slachtoffers van Koos Hertogs

Koos Hertogs is tijdens zijn proces veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor het ontvoeren, martelen, seksueel misbruiken en vermoorden van drie meisjes in de leeftijd van 11, 12 en 18 jaar oud.

Tialda Visser

Tialda Visser is 12 jaar oud wanneer zij op 11 mei 1979 vanaf het Koninklijk Conservatorium, waar zij balletles volgt, naar huis fietst in haar eentje. Een tijd nadat Tialda eigenlijk al thuis had moeten zijn, startten haar ouders een zoektocht en gaven haar uiteindelijk op als vermist. Op 15 mei 1979, 4 dagen na haar verdwijning, werd haar levenloze lichaam door een voorbijganger gevonden bij de Leeghwaterbrug in het Haagse Laakhaven. Sectie op haar lichaam heeft nooit duidelijk kunnen maken wat de precieze doodsoorzaak van Tialda Visser was. Wel heeft de sectie uitgewezen dat zij is gemarteld en seksueel misbruikt was, vóórdat zij vermoord werd door Koos Hertogs.

Emy de Boer

Emy de Boer, het tweede slachtoffer van Koos Hertogs, was 18 jaar toen zij op 3 april 1980 in het niets verdwenen was. Vanaf haar huis in Schiedam vertrok zij met het openbaar vervoer naar Den Haag, om daar te gaan studeren voor haar opleiding tot gymlerares aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Een dag later werd duidelijk dat zij nooit in Den Haag is aangekomen en werd zij als vermist opgegeven. Op de tweede dag  van haar verdwijning werd haar lichaam gevonden door een ongelukkige wandelaar in het bos bij Nistelrode. Uit onderzoek is gebleken dat Emy in haar hoofd en in haar buik geschoten was nadat ze was mishandeld en seksueel misbruikt.

Edith Post

Edith Post is het derde en tevens laatste slachtoffer van Koos Hertogs en verdween spoorloos op 29 september 1980 toen zij door de leraar de klas uit werd gestuurd om een aantal dingetjes uit de handwerkkast aan de andere kant van de gang te pakken, maar is echter nooit teruggekeerd in de klas. Toen de leraar vond dat Edith wel lang weg bleef, ging hij haar zoeken en sloeg kort daarna groot alarm, ze was nergens te vinden. Een grote zoektocht naar Edith begon, maar niemand heeft haar meer levend gezien, en niemand wist waar ze was. Op 2 oktober 1980 vond een man die zijn hond ging uitlaten haar in de duinen van Wassenaar, maar ze was toen al overleden. Uit de sectie is gebleken dat Edith vermoord moest zijn met een zwaar voorwerp, wat waarschijnlijk de tak is geweest die naast haar levenloze lichaam in de duinen was gevonden. Ook zij is voor haar dood gemarteld en verkracht door deze verschrikkelijke seriemoordenaar.

Koos Hertogs opgepakt

De Nederlandse politie zat met de handen in het haar en wist niet waar zij nog verder moest zoeken naar de moordenaar van de meisjes Tialda, Emy en Edith, totdat de politie in Den Haag onverwacht een telefoontje ontving van een anonieme beller welke beweerde te weten wie de moordenaar van de meisjes was, en waar hij woonde. De anonieme beller meldde onder andere dat het laatste slachtoffer van Koos Hertogs, Edith Post, haar moordenaar had gebeten, en dat er sinds de dag dat Edith gevonden was, bij de nachtclub 'De Nachtegaal' een portier werkte die bijtwonden aan zijn hand had.

Omdat deze, vandaag de dag nog steeds onbekende, beller toch wel informatie verschafte die de moeite waard was, zocht de politie deze portier, die de naam Koos Hertogs droeg, een bezoekje om een aantal feiten te controleren. Koos had inderdaad een bijtwond aan zijn pink zitten en tijdens een huiszoeking werd er in het huis van Koos Hertogs bloed gevonden van Tialda Visser en Emy de Boer. Dit was bewijs genoeg voor de politie dat Hertogs hier meer mee te maken had en voerde hem af naar het politiebureau. Bij verdere doorzoekingen in het huis van Hertogs troffen de rechercheurs op zolder een geïsoleerd kamertje aan, naar alle waarschijnlijkheid het kamertje waar Koos Hertogs zijn slachtoffers mishandeld, verkracht en vermoord heeft. Ook werden er boekjes met kinderporno in het huis gevonden, alhoewel onafhankelijke deskundigen beweerden dat Hertogs geen pedofiel was.

De rechtzaak van Koos Hertogs

Tijdens het proces van Koos Hertogs woonden ruim 40 journalisten het proces bij, om alles tot op de seconde nauwkeurig in de media te vermelden wat er gebeurde tijdens het proces van deze afschuwelijke Nederlandse seriemoordenaar. Het is tijdens het proces van Hertogs voor het eerst  voorgekomen dat er scherpschutters op het dak van de Haagse rechtbank lagen, omdat de kans tot een bevrijding of liquidatie van Koos Hertogs als zeer groot werd gezien. Na een proces dat drie jaar heeft geduurd, is Koos Hertogs veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.

Gedeeltelijke schuldbekentenis

Tot 1999 heeft Koos Hertogs altijd gezegd onschuldig te zijn op de moord van Tialda Visser, Emy de Boer en Edith Post, maar in overleg met zijn advocaat Wim Anker) gaf hij in 1999 een deelbekentenis af, zodat hij opgenomen kon worden in een tbs-kliniek.

Toch meer slachtoffers?

Hoewel Koos Hertogs 'maar' voor drie moorden is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, bestaan er vermoedens dat Hertogs nog minimaal vier slachtoffers op zijn naam heeft staan. Echter waren de bewijzen niet helemaal rond te krijgen, waardoor deze moorden nog niet opgelost zijn. Zo zou hij Marjo Winkens (17 jaar) in 1975, Rikie Bartels (17 jaar) in 1977 en Ann Johnsson (18) en Gun Johansson (19) in 1976 vermoord hebben. Het lichaam van Rikie, Ann en Gun zijn teruggevonden, het lichaam van Marjo Winkens is echter nog steeds niet gevonden en haar zaak is inmiddels verjaard. Naast deze moordzaken, zijn er ook nog enkele andere onopgeloste moordzaken waarbij er aanwijzingen gevonden zijn dat Koos Hertogs er meer mee te maken heeft.