woensdag 25 april 2012

Voeding van paarden in de wei


Een paard heeft een ideaal leven als het samen met soortgenoten kan leven in de wei. Hoewel een paard in een sappige wei kan leven, heeft hij nog altijd behoefte aan intensieve zorg en aanvulling op de voeding. Lees in dit artikel alles over het eten en de voeding van paarden in de wei.
Het paard in de wei
Het is een mooi gezicht om een kudde paarden te zien grazen in de wei. Toch kan een paard niet alleen gelaten worden op de wei. Naast het gras dat hij kan eten, heeft een paard nog een intensieve verzorging nodig en moet het bijgevoerd worden. Om een goed zicht te krijgen welk voedsel een paard in de wei krijgt en wat hij extra nodig heeft, moet je een stap verder kijken.

Hoe graast een paard?

Een etend paard snijdt met zijn snijtanden het gras af. Daarna kauwt hij een lange tijd op het gras, voornamelijk met zijn kiezen. Bij iedere hap die een paard neemt, komt er een grote hoeveelheid speeksel vrij, dat zich mengt met het gras in de mond. Nadat het paard heeft gekauwd en het gras met speeksel vermengd is, zal de hap gras richting de maag gaan.

Gras is niet genoeg

Een paard dat grote inspanningen levert, kan niet genoeg gras eten om het verlies aan energie te compenseren. Hij zal dus, om genoeg op krachten te komen en te blijven, voedsel moeten krijgen dat rijk is aan calorieën. Hierbij kan je denken aan granen, biks of haver. Zelfs een paard dat weinig inspanningen levert (bijvoorbeeld een half uurtje per dag stappen) heeft te weinig aan alleen het gras in de wei.
Om ervoor te zorgen dat een paard zich gedeeltelijk in de wei kan redden, heeft hij minimaal een halve hectare grasland nodig. Dit grasland moet voorzien zijn van een grote hoeveelheid eetbare en vooral voedzame planten. Om dit niveau op peil te houden, moet een paard regelmatig van wei veranderen. In het beste geval is een grote wei (minimaal 1,5 hectare groot) voldoende, verdeeld in drie kleinere stukken wei. Zo om de twee of drie maanden verplaats je het paard naar een ander (afgesloten) deel van de wei, zodat het gebruikte gedeelte voldoende tijd heeft om te verstellen.

Hoe doen wilde paarden het?

Een paard dat in het wild leeft, heeft niet te maken met een stuk weide dat afgesloten is. Zodra een wild paard het gras vertrapt heeft en vuil gemaakt heeft (onder andere door ontlasting en urine), zal hij gewoon verder trekken naar een ander stuk grasland. Zo heeft het afgegrazen stuk land genoeg tijd om zich te herstellen.

De weide verarmt

Als één of meerdere paarden in een weide vertoeven die omheind is, zal er op den duur verarming van de weide optreden. Dit komt vooral omdat een paard in de weide alleen het gras en de planten eet die hij lekker vindt. De planten die hij niet lekker vindt, laat hij dus staan. De planten die onaangeraakt blijven kunnen hierdoor blijven groeien en overwoekeren op den duur het hele weiland. Het paard zal zich gaan storen aan deze planten en begint ze te vertrappen.
Zelfs als de wei een grote oppervlakte heeft, gaat het weiland op een bepaald moment verarmen. Dit houdt in dat het paard niet meer voldoende voedingsstoffen uit de planten kan halen. Dit is zeker het  geval in perioden van kou (bijvoorbeeld de winter) en in perioden van grote droogte (voornamelijk in de zomerperiode). Op deze momenten groeit het gras niet of nauwelijks meer, waardoor het paard op een gegeven moment niet meer kan grazen.

Stel het juiste dieet samen

Om ervoor te zorgen dat je paard voldoende voedsel en voedingsstoffen binnen krijgt, moet je dus een speciaal dieet samenstellen. De samenstelling van dit dieet verschilt van paard tot paard, van ras tot ras en van werkritme tot werkritme. Zelfs de seizoenen zijn van groot belang bij het juiste dieet. Als je net een nieuw paard hebt gekocht, is het aangeraden om een tijdje (plusminus twee maanden) het dieet te blijven volgen die de vorige eigenaar ook gegeven heeft. Schakel dan langzaam over naar het dieet dat beter aansluit bij jouw wensen en de (nieuwe) behoeften van het paard. Als je twijfels hebt over het samenstellen van het juiste dieet voor jouw paard, schakel dan jouw veearts in, of vraag een ervaren persoon om hulp.

Houd altijd toezicht

Ondanks dat je het paard de gehele tijd in de wei staat, is het belangrijk om toezicht op het dier te houden. Oogt het dier nog gezond? Loopt hij nog goed? Heeft hij geen verwondingen opgelopen enzovoort. Pas het voedsel ook aan op de weersomstandigheden. Is het buiten koud of is de weide droog door warm weer, voer dan bij. Ook als het paard langer gewerkt heeft dan normaal, als het moe lijkt of als hij dikker/dunner wordt, moet je het dieet aanpassen. Hierbij geldt ook weer dat de veranderingen geleidelijk ingevoerd moeten worden, omdat het paard anders ziek kan worden en klachten aan de darmen kunnen ontstaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten