Een paard heeft een ideaal leven als het
samen met soortgenoten kan leven in de wei. Hoewel een paard in een sappige wei
kan leven, heeft hij nog altijd behoefte aan intensieve zorg en aanvulling op
de voeding. Lees in dit artikel alles over het eten en de voeding van paarden
in de wei.
Het
paard in de wei
Het
is een mooi gezicht om een kudde paarden te zien grazen in de wei. Toch kan een
paard niet alleen gelaten worden op de wei. Naast het gras dat hij kan eten,
heeft een paard nog een intensieve verzorging nodig en moet het bijgevoerd
worden. Om een goed zicht te krijgen welk voedsel een paard in de wei krijgt en
wat hij extra nodig heeft, moet je een stap verder kijken.
Hoe graast een
paard?
Een
etend paard snijdt met zijn snijtanden het gras af. Daarna kauwt hij een lange
tijd op het gras, voornamelijk met zijn kiezen. Bij iedere hap die een paard
neemt, komt er een grote hoeveelheid speeksel vrij, dat zich mengt met het gras
in de mond. Nadat het paard heeft gekauwd en het gras met speeksel vermengd is,
zal de hap gras richting de maag gaan.
Gras is niet
genoeg
Een
paard dat grote inspanningen levert, kan niet genoeg gras eten om het verlies
aan energie te compenseren. Hij zal dus, om genoeg op krachten te komen en te
blijven, voedsel moeten krijgen dat rijk is aan calorieën. Hierbij kan je
denken aan granen, biks of haver. Zelfs een paard dat weinig inspanningen
levert (bijvoorbeeld een half uurtje per dag stappen) heeft te weinig aan
alleen het gras in de wei.
Om
ervoor te zorgen dat een paard zich gedeeltelijk in de wei kan redden, heeft
hij minimaal een halve hectare grasland nodig. Dit grasland moet voorzien zijn
van een grote hoeveelheid eetbare en vooral voedzame planten. Om dit niveau op
peil te houden, moet een paard regelmatig van wei veranderen. In het beste
geval is een grote wei (minimaal 1,5 hectare groot) voldoende, verdeeld in drie
kleinere stukken wei. Zo om de twee of drie maanden verplaats je het paard naar
een ander (afgesloten) deel van de wei, zodat het gebruikte gedeelte voldoende
tijd heeft om te verstellen.
Hoe doen wilde
paarden het?
Een
paard dat in het wild leeft, heeft niet te maken met een stuk weide dat
afgesloten is. Zodra een wild paard het gras vertrapt heeft en vuil gemaakt
heeft (onder andere door ontlasting en urine), zal hij gewoon verder trekken
naar een ander stuk grasland. Zo heeft het afgegrazen stuk land genoeg tijd om
zich te herstellen.
De weide verarmt
Als
één of meerdere paarden in een weide vertoeven die omheind is, zal er op den
duur verarming van de weide optreden. Dit komt vooral omdat een paard in de
weide alleen het gras en de planten eet die hij lekker vindt. De planten die
hij niet lekker vindt, laat hij dus staan. De planten die onaangeraakt blijven
kunnen hierdoor blijven groeien en overwoekeren op den duur het hele weiland.
Het paard zal zich gaan storen aan deze planten en begint ze te vertrappen.
Zelfs
als de wei een grote oppervlakte heeft, gaat het weiland op een bepaald moment
verarmen. Dit houdt in dat het paard niet meer voldoende voedingsstoffen uit de
planten kan halen. Dit is zeker het geval in perioden van kou
(bijvoorbeeld de winter) en in perioden van grote droogte (voornamelijk in de
zomerperiode). Op deze momenten groeit het gras niet of nauwelijks meer,
waardoor het paard op een gegeven moment niet meer kan grazen.
Stel het juiste
dieet samen
Om
ervoor te zorgen dat je paard voldoende voedsel en voedingsstoffen binnen
krijgt, moet je dus een speciaal dieet samenstellen. De samenstelling van dit
dieet verschilt van paard tot paard, van ras tot ras en van werkritme tot
werkritme. Zelfs de seizoenen zijn van groot belang bij het juiste dieet. Als
je net een nieuw paard hebt gekocht, is het aangeraden om een tijdje (plusminus
twee maanden) het dieet te blijven volgen die de vorige eigenaar ook gegeven
heeft. Schakel dan langzaam over naar het dieet dat beter aansluit bij jouw
wensen en de (nieuwe) behoeften van het paard. Als je twijfels hebt over het
samenstellen van het juiste dieet voor jouw paard, schakel dan jouw veearts in,
of vraag een ervaren persoon om hulp.
Houd altijd
toezicht
Ondanks
dat je het paard de gehele tijd in de wei staat, is het belangrijk om toezicht
op het dier te houden. Oogt het dier nog gezond? Loopt hij nog goed? Heeft hij
geen verwondingen opgelopen enzovoort. Pas het voedsel ook aan op de
weersomstandigheden. Is het buiten koud of is de weide droog door warm weer,
voer dan bij. Ook als het paard langer gewerkt heeft dan normaal, als het moe
lijkt of als hij dikker/dunner wordt, moet je het dieet aanpassen. Hierbij
geldt ook weer dat de veranderingen geleidelijk ingevoerd moeten worden, omdat
het paard anders ziek kan worden en klachten aan de darmen kunnen ontstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten