woensdag 25 april 2012

De energie van ons lichaam

De term energie komt u zeker bekend voor als u zich een beetje verdiept heeft in diëten. De mens heeft energie nodig voor alle levensprocessen die in ons lichaam plaatsvinden. In dit artikel zult U meer over de energie lezen.

Energie
Het menselijk lichaam heeft energie nodig om te blijven leven, om de vitale levensprocessen in stand te houden. Onder vitale levensprocessen verstaat men onder andere het hart (moet blijven kloppen), ademhaling (elke cel in ons lichaam heeft zuurstof nodig), de nieren moeten hun functie als zuiveringsinstallatie goed kunnen uitvoeren, en ons lichaam moet constant op temperatuur zijn. Elk van deze processen kost ons energie. Naast de energie die we verbruiken voor de vitale levensprocessen, verrichten we lichamelijke arbeid door te werken en bijvoorbeeld door te sporten. Ook deze verrichtingen kosten energie. Maar wat wordt er nou precies verstaan onder energie?

Definitie
Energie geeft de mens het vermogen om werk te verrichten. Deze energie wordt aangeleverd via bepaalde voedingsstofefn en komt vervolgens via allerlei chemische omzettingen beschikbaar voor het lichaam. Volgens internationale afspraak wordt energie uitgedruikt in kilojoules. Vroeger gebruikte men hiervoor de kilocalorie.

In de praktijk blijkt echter dat de meeste mensen nog steeds uitgaan van calorieën in plaats van joules. In sommige energietabellen die u in boekjes en tijdschriften tegen kunt komen, zult u uitsluitend kilojoules (kJ) of megajoules (mJ) aantreffen. U kunt de kilojoules dan via een eenvoudige berekening omzetten in kilocalorieën (kcal):

1 megajoule (mJ) = 1.000 kilojoules (kJ).
1 kilocalorie (kcal) = 4.2 kilojoules (kJ).

Stel, een dagmenu levert 4.2 megajoules; dit komt overeen met 4,200 kilojoules. Wanneer U dit dan deelt door 4.2 dan komt u uit op 1000 kilocalorieën. 4.2 megajoule is dus evenveel als 1000 kcal.

Energiebronnen
Zoals als is vermeld, wordt de energie geleverd door bepaalde voedingsstoffen. We kennen een zevental voedingsstoffen:

- Eiwitten
- Vetten
- Koolhydraten (zetmeel en suikers)
- Vitamines
- Mineralen
- Water
- Alcohol.

Van deze zeven voedingsstoffen leveren eiwitten, vetten, koolhydraten en alcohol energie; de overige voedingsstoffen leveren geen energie. De energieleverende voedingsstoffen leveren niet allemaal evenveel energie. Vet is de grootste energieleverancier, daarna komt alcohol, dan pas komen de eiwitten en koolhydraten.

- Vetten leveren 38 kJ (9 kcal) per gram.
- Alcohol levert 29 kJ (7 kcal) per gram.
- Eiwitten leveren 17 kJ (4 kcal) per gram.
- Koolhydraten leveren 17 kJ (4 kcal) per gram.

Voedingsstoffen
De voedingsstoffen komen voor in voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen zoals we ze in de natuur aantreffen, bijvoorbeeld granen, fruit en aardappelen, bevatten meestal een hele reeks van voedingsstoffen. Door menselijk ingrijpen, worden voedingsmiddelen van bepaalde voedingsstoffen ontdaan. Hierbij kunt u denken aan de suikerbiet, die tal van goede voedingsstoffen bevat; door raffinageprocessen verwerft de mens de witte suiker uit deze bieten. Suiker bevat dan alleen nog maar koolhydraten, alle andere voedingsstoffen zijn eruit verwijderd. Hoewel vrijwel alle voedingsmiddelen meer voedingsstoffen bevatten, zijn er producten die uitgesproken eiwitrijk zijn, of juist vetrijk of koolhydraatrijk. Eiwitrijke producten zijn vlees, melk en kaas, dus vooral de dierlijke producten. Vetrijk zijn boter en oliesoorten. Koolhydraatrijk zijn aardappelen, brood en fruit, dus vooral de plantaardige producten. Uiteraard zijn de alcoholhoudende dranken de alcoholleveranciers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten