zondag 26 februari 2012

Wat is perkament

Perkament, wat is dat?
Perkament (ook wel bekend als vellum of velijn) is een materiaal dat men vroeger gebruikte om op te schrijven. In onderstaand artikel zal beschreven worden wat perkament precies is, hoe het gemaakt wordt en waar het vroeger en vandaag de dag voor gebruikt wordt.

Wat is perkament?
Perkament is een materiaal dat vroeger vooral gebruikt werd om op te schrijven en is gemaakt van dierenhuid en had de functie van papier. De diersoorten waarvan het vel het meest gebruikt werd om perkament van te maken zijn kalveren, koeien, geiten, schapen konijnen of ezels. Ook werden hier paarden en varkens voor gebruikt. Perkament dankt zijn naam aan de plaats Pergamum in Klein-Azië. In tegenstelling wat veel mensen denken is het perkament niet in deze stad uitgevonden, maar in een streek die men tot op de dag van vandaag niet heeft kunnen achterhalen. In Pergamum heeft men het perkament wel zodanig verbetert en komt het nog steeds in dezelfde vorm voor, als dat men perkament in de middeleeuwen tegenkwam.

Het oudste stuk perkament dat men heeft gevonden, is gemaakt rond het jaar 2700 voor Christus, in Egypte. Het materiaal is sterker dan papyrus en tevens beter. Ondanks dat perkament een veel langere levensduur had (en heeft) dan papyrus, was het vele malen duurder om te vervaardigen. Perkament was vooral in het vochtige Europa zeer geliefd, omdat het hierboven beschreven papyrus vele malen gevoeliger was voor vocht en nattigheid en het niet lang meeging.

Perkament heeft een dikte van ongeveer 0,6 mm, hoewel er ook dikkere en dunnere varianten van te vinden zijn, naar gelang de bewerkingen die de huid heeft ondergaan. Wat zeker is, is dat perkament veel dikker is dan het papier dat wij vandaag de dag kennen, wat een dikte van ongeveer 0.1 mm betreft.

Hoe  perkament wordt gemaakt
Om van dier naar huid naar perkament te gaan, is een lang proces nodig. Hoewel het lang duurt om perkament te maken, gaat het perkament eeuwen (en zelfs duizenden jaren) mee en is het een zeer sterk materiaal. Als eerst werd een dier geslacht om vervolgens het vlees te nuttigen als voedsel en de huid werd gebruikt om het perkament uit te vervaardigen. Wanneer men de huid van het geslachtte dier gescheiden had, weekte men de huid in stromend water zodat de huid soepel, zacht en schoon werd. Wanneer de huid voldoende schoon was, legde men de huid in kalkwater. De huid werd in kalkwater gelegd omdat de kalk ervoor zorgt dat de haarwortels en de vleesresten los kwamen te zitten en deze dus gemakkelijk te verwijderen waren.

Nadat men de huid uit het kalkwater gehaald had, werden de overgebleven haren en de vlees- en/of vetresten via een mes verwijderd van het vel, waarna men de huid opspande op een houten raam. Het opspannen op een houten raam had als doel om de huid een glad oppervlak te laten krijgen. Wanneer de huid gedroogd was, ging men nogmaals met een mes over de huid heen, om de mogelijke haren en vleesresten (die er de keer daarvoor waren blijven zitten) alsnog te verwijderen. Daarna werd de huid behandeld met puimsteen en kalk.

Als laatste stap sneed men het perkament op maat, dit kon voorkomen in 'vellen' papier zoals wij papier vandaag de dag kennen, maar het kon ook in lange stroken zijn waarbij de uiteinden aan elkaar genaaid of gelijmd werden. Deze lange stroken werden aan de boven en onderkant om een stokje gerold tot een boekrol (in het Latijn wordt dit type boekrol 'volumen' genoemd).

Wanneer men alle bovenstaande stappen had gevolgd, kon men beginnen met het schrijven op het perkament. 

Het gebruik van perkament
Vooral in de middeleeuwen werd veel op perkament geschreven. Vooral veel monniken schreven op perkament, omdat vele andere mensen in deze periode niet konden schrijven. De monniken schreven op het perkament met een ganzenveerpen en ijzergallusinkt. Om de geschreven tekst te versieren, werden vaak de beginletters van een hoofdstuk rijkelijk versierd, evenals de naam of initialen van de monnik die de tekst geschreven had.

Wie zijn de ouders van een kind

Wie zijn de vader en de moeder van een kind?
Vaak is het wel duidelijk wie de ouders van een kind zijn. Maar volgens de wet is dit niet zo eenvoudig. Hoe zit het nu precies met het vaderschap en moederschap, wie zijn volgens de wet gezien de ouders van een kind? In dit artikel leest u hier alles over! 

De moeder van een kind
Als men het wetboek openslaat is het erg duidelijk wie de moeder van een kind is. De moeder is namelijk de vrouw die het kind ter wereld heeft gebracht. Maar, de wet kent ook een uitzondering, namelijk bij adoptie. Als een kind is geadopteerd, is de vrouw die het kind gebaard heeft, niet de moeder. De vrouw die het kind geadopteerd heeft, is op dat moment de wettelijke moeder van hem of haar. 

De vader van een kind
De vraag wie de vader van een kind is, ligt wat gecompliceerder volgens het Nederlandse wetboek. Als een stel (man en vrouw) een kind krijgt, is de vader niet automatisch de vader van het kind. Om vader van een kind te worden, zijn er twee mogelijkheden, namelijk:
  • De vader moet met de moeder getrouwd zijn. De vader van het kind is de man waarmee de moeder getrouwd is, op het moment dat het kind geboren wordt. In dit geval is het dus ook mogelijk dat de vader niet de biologische vader is. Om de volgende redenen kan het zijn dat de wettelijke vader niet de biologische vader is: de moeder is vreemdgegaan, of de moeder was al zwanger van een ander voordat zij haar huidige echtgenoot leerde kennen en met hem trouwde. 
  • Een man kan ook vader worden door het kind (of de kinderen) te erkennen. De man hoeft het kind alleen te erkennen als hij niet getrouwd is met de moeder van het kind. Wanneer hij al wel getrouwd is met haar, is hij al automatisch de vader van het kind. Wanneer een stel dus niet getrouwd is (of geen samenlevingscontract heeft ondertekend) en er komt een kind, is de man ‘niets’ van het kind. Hij kan wel de vader worden, maar dan moet er actie ondernomen worden. De man moet naar het gemeentehuis gaan om zijn pasgeboren zoon of dochter te erkennen als zijn eigen kind. Als hij dit gedaan heeft, is hij ook wettelijk gezien de vader van zijn zoon of dochter. 
Alles op een rijtje gezet:
De moeder is de vrouw die:
  • Het kind ter wereld heeft gebracht 
  • Het kind heeft geadopteerd 
De vader is de man die:
  • Bij de geboorte van het kind getrouwd is met de moeder 
  • Een kind heeft erkend dat nog geen vader had 
  • Door de rechter als vader kan worden aangewezen Het kind heeft geadopteerd

De lente

De lente. Het seizoen van de kleine diertjes, nieuwe planten, weer warmte en langere dagen.

Een boekje ooit samengesteld voor mijn kleine buurmeisje, nu voor jullie op internet geplaatst, om zo wat meer informatie over de lente te vinden, makkelijk uitgelegd voor uw kleine spruit! (en natuurlijk ook een beetje voor uzelf of uw grotere kroost)

Seizoenen
Lekker liggen in de zon kan niet het hele jaar door! Hoe komt dat? Waarom is het koud in de winter? Waarom is het warm in de lente en de zomer?

Dag en nacht
Heb je al gemerkt dat in de winter de dagen korter zijn dan in de zomer? Dag en nacht komen door de draaiing van de aarde om haar as. Doordat de aarde maar aan één kant naar de zon kan kijken, is het hier dag, en in Australië nacht. En andersom. Wanneer in Australië de zon schijnt, liggen wij in ons bedje te slapen. Zo'n dag en nacht samen duren 24 uur, 12 uur voor overdag, en 12 uur voor als we slapen.

Komen de zonnestralen loodrecht op de aarde, dan duren de dag en de nacht even lang. Dit gebeurt alleen maar twee keer per jaar, op 23 september en op 21 maart. Dus 1 keer in de lente, en 1 keer in de herfst.

De 4 seizoenen
De aarde staat schuin in het heelal. De bovenkant van de aarde is het noordelijke halfrond, en de onderkant wordt het zuidelijke halfrond genoemd.

Alle plekjes op aarde komen per dag in het zonlicht te staan. Dit komt niet alleen omdat de aarde rondjes om haar eigen as maakt, maar ook omdat de zon rondjes draait om de aarde heen. Zo'n rondje duurt ongeveer 365 dagen, 1 jaar dus. Vanaf 21 maart tot en met 23 september is het Noordelijk Halfrond meer naar de zon toe gericht. Daarom hebben we zomer. Het betekent ook dat er een groter oppervlakte van het noordelijk halfrond wordt belicht, waardoor er meer licht staat en de dagen langer worden. In deze periode is de dag langer dan de nacht, de zomer.

De lengte van de dag neemt tot van 21 maart tot en met 21 juni (de langste dag). Ook wordt het in deze periode warmer. Dit wordt de lente genoemd. Vanaf 21 juni wordt het zomer en worden de dagen weer korter, ze duren dan nog wel altijd langer dan de nachten.

Op 23 september begint de herfst bij ons in Nederland. Het Noordelijk Halfrond, waar wij wonen, gaat dan steeds verder van de zon af staan, waardoor de nachten langer gaan duren, en de dagen weer korter worden. Ook wordt het dan kouder bij ons.

Op 21 december hebben we de langste nacht, dan staat de aarde het verste van de zon af.

Dieren
In de lente zijn er weer verschillende dieren te zien. Niet alleen baby's, maar ook grote dieren die net wakker geworden zijn uit hun winterslaap. Ook zie je in de tuin weer bijen en wespen vliegen.

Sommige dieren gaan ook weer veranderen, zoals de vlinder! Eerst was het een rupsje en als de rups groter is en zich heeft volgegeten aan de sappige blaadjes, gaat de rups in een cocon wonen. Een cocon is een soort huisje waar hij blijft tot de rups een vlinder geworden is.

Omdat alle dieren uit de boerderij in de winter in de stal stonden, zag je deze dieren weinig. Nu is het mooier weer aan het worden, en mogen de dieren van de boer weer naar buiten. Dus ook de lammetjes en de kalfjes. Heb jij ze al in de wei zien springen en spelen?

Als je goed in de sloot kijkt, zie je ook weer pulletjes (baby-eendjes) zwemmen met hun vader en moeder. Heb jij ze al gezien?

Vogels
Vogels zijn eigenlijk maar vreemde wezens die wij niet goed kunnen begrijpen. De hele dag zijn ze druk bezig met hun nest af te bouwen, de eieren uitbroeden en zichzelf en de jongen eten geven. Wist je dat sommige vogels wel 3 keer een nestje met baby's krijgen? Veel he!

En plotseling, dan zijn de vogels weg. Waarom zijn ze nou precies vandaag vertrokken? En waarheen? Vele vogels vertrekken al wanneer het nog erg warm is, midden in de zomer, wanneer wij met water spelen en in de zon liggen om warm te worden. Ook eten is er nog genoeg voor de vogels, en bij ons is het zo warm? Waarom gaan ze weg?

Trekvogels
Vogels die het hele jaar op dezelfde plaats blijven wonen, noemen we standvogels. Een ekster en de mus zijn hier een goed voorbeeld van. Vogels die steeds verhuizen naar een ander (warm) broedgebied noemen we trekvogels. Bij aanvang van het volgende broedseizoen komen deze trekvogels uit hun overwinteringgebied teurg naar hetzelfde broedgebied.

Spreeuwen bijvoorbeeld die overwinteren in Zuid Engeland en zwaluwen in Zuid Afrika, die moeten een afstand van bijna 10.000 kilometer afleggen.

Van noordpool naar zuidpool
De recordhouder in lange afstand vliegen is de Noordse Stern. Deze vogel broedt binnen de noordpoolcirkel en overwintert in het zuidpoolgebied. Hij heeft dan een afstand van ongeveer 18.000 kilometer afgelegd! Dus wanneer hij weer terugvliegt naar het eigen broedgebied mogen we zeggen dat de vogel in bijna een jaar tijd de wereld is rondgevlogen!

Waarom verhuizen de vogels
Het ontstaan van trekdrang (het vliegen van de ene broedplaats naar de andere overwinterplaats) is een ingewikkeld probleem dat beslist nog niet helemaal opgelost is. Veel mensen vragen zich nog steeds af waarom de vogels zo ver vliegen.

De mensen denken dat de veranderingen van de daglengte bepaalde hormoonklieren prikkelt, zoals bijvoorbeeld de schildklier. Dat heeft weer gevolgen voor de stofwisseling, waardoor extra vet in het lichaam wordt opgeslagen.

Deze vetlaag kan binnen enkele dagen opgebouwd worden en geeft de vogel genoeg reservevoedsel mee voor de lange vliegreis. Dat is ook wel nodig, want de brandganzen bijvoorbeeld, vliegen van Nova Zembla naar Nederland, een afstand van 3500 kilometer, met maar enkele tussenstops!

Insecten
We kennen ze heel goed, die zoemende bijtjes. Veel mensen en kinderen zijn bang voor deze vliegende beestjes. Maar eigenlijk doen ze niets, we hoeven ze alleen maar met rust te laten. Wanneer wij ze niets doen, doen ze ons ook niets.

Een bij leeft in een groep. Aan het hoofd staan de werksters, de vrouwtjes-bijen. Zij leiden de groep, zij hebben het voor het zeggen. Deze werksters zijn eigenlijk de baas. De werksters zorgen dat er in het volk één koningin aanwezig is. Deze bij wordt goed verzorgd en neemt de plaats in van de koningin: zij is het belangrijkste van het hele volk; iedereen kijkt tegen haar op. Want van de koningin, hangt het hele voortbestaan van de zwerm bijen af.

Wanneer de oude koningin minder eitjes begint te leggen, of wanneer meerdere eitjes onbevrucht blijken te zijn; dan zullen de werksters een nieuwe koningin aanmaken.

De nieuwe koningin
De werksters zullen in het bijennest een grotere cel aanmaken, een koninginne-cel dus. Daarin legt de oude koningin dan haar eitje. Het is een eitje net als alle andere eitjes, maar vanaf het begin krijgt de larve die uit het eitje komt koninginnebrij. Door dit speciaal eten wordt deze unieke bij nu een koningin. De oude koningin zal even voor de geboorte van de nieuwe koningin het bijenpad kiezen. De helft van het volk vliegt met de oudere koningin mee. We hebben het dan over een zwerm bijen.

Vooral in mei kan je het fenomeen zwermen zien. Duizenden bijen vliegen door elkaar, midden in de zwerm zit de koningin. Wanneer zij zich neerzet, komen alle andere bijen om haar heen zitten of hangen ze als een tros aan een tak. Ondertussen zoeken verkenners een nieuwe woonplaats voor de groep bijen.

De imker heeft dit uiteraard niet graag, want, ineens verliest hij zomaar een half volk bijen, wanneer de koningin besluit om te verhuizen. Ook kunnen deze bijen dus niet meer voor honing zorgen, zodat de imker veel minder honing heeft om te verkopen!

Naast werksters en de koningin hebben we ook de darren. Ook zij komen uit een gewoon eitje, net als de koningin en de werksters, maar dit eitje is niet bevrucht. Wanneer de koningin te oud is, zal de imker dit merken. Het merendeel van de uitkomende broed zal mannelijk zijn, darren dus. Zij zijn lui en halen geen stuifmeel, zweten geen was en halen geen nectar! De darren zijn er echter wel nodig! De koningin moet bevrucht worden.

Wanneer ze het daglicht ziet, gaat ze eerst en vooral haar concurrenten vermoorden.

De werksters leggen voor alle zekerheid een aantal koninginnecellen aan. De koningin blijft alleenheerser in het volk. De nieuwbakken koningin gaat de bruidsvlucht aan. Ze schiet de lucht in en trekt naar een plaats waar de darren samentroepen. Deze plaatsen liggen vast. De koningin wordt vanaf verre afstand geroken door feromonen, een soort stof in het bloed. De darren haasten zich om de eerste bij de koningin te zijn en met haar mee te mogen. De sterkste dar wint het gevecht. En in de lucht paren ze.

De dar verliest hierbij zijn geslachtsdeel. Dit betekent voor de darren de dood. Andere darren proberen vervolgens hun geluk!

De koninginnen heeft nu zaadcellen voor jaren (hooguit 3 jaar!). De darren die terugkeren leven met het volk mee. Even voor de herfst hebben de werksters er genoeg van en jagen de darren naar buiten. Zij die toch binnenkomen, worden direct afgeslacht door de werksters.

Dat de darren doodgemaakt worden is nodig, omdat de groep de honing nodig heeft om te overwinteren. De eitjes worden netjes in cellen gelegd. Deze zijn zeshoeki en vormen samen de raat. Rondom de nest met eitjes zitten de cellen met stuifmeel en daar rond verzamelen ze de honing.

Planten
In de lente komen er weer bloemen uit de grond gegroeid. Dat komt omdat het weer warmer wordt en de plantjes voldoende warmte hebben om groot te worden. En de planten moeten in de lente lekker warm staan, anders kunnen ze doodvriezen wanneer het weer te koud wordt.

De lentebloemen zijn meestal felgekleurd om insecten te lokken. En via de insecten wordt er stuifmeel overgebracht naar andere bloemen, waardoor er weer nieuwe bloemen geboren worden. De narcissen en de krokussen zijn één van de bloemen die als eerste uit de grond komen. Dus je kan meestal zien als de bloemen uit de grond komen dat het weer lente wordt! Ook krijgen de bomen weer groene bladeren.

Goden uit het Romeinse Rijk

De Goden
De volken in het Romeinse Rijk hadden hun eigen goden. De Romeinen hadden veel goden, net als de Grieken over veel goden beschikten. Eigenlijk leken de Griekse en de Romeinse goden (veel) op elkaar. De goden van de Grieken en de Romeinen hadden allemaal een eigen taak. Er was een god van de oorlog, een god van de liefde, een god van de landbouw en noem maar op. Tijdens de keizertijd werden keizers soms tijdens hun leven ook vereerd als god. Als ze stierven, werden ze ook als een god beschouwd en geëerd.

Een van de belangrijkste Romeinse goden was Jupiter. Bij de Grieken had deze god de naam Zeus gekregen. Er waren niet alleen mannelijke goden, ook waren er veel vrouwelijke goden.

Jupiter of Zeus
De koning van de Romeinse goden was Jupiter. Hij was een luchtgod met de symbolen van een adelaar en een bliksemschicht. Jupiter had veel gelijkenissen met de Griekse god Zeus. Volgens de Romeinen woonde Jupiter in de grote tempel in Rome. Romeinen bouwden immers tempels voor alle goden die er waren. De Romeinen geloofden dan ook heilig dat de goden echt in die tempels leefden. De Romeinen mochten echter nooit de tempels in. In de tempel was altijd een beeld te zien, die de god afbeeldde, maar de Romeinen geloofden dat de god in het beeld zat, dat het beeld dus een ziel bevatte.

Jupiter was de god van de donder, de bliksem en de Romeinse Staat en van alle mensen. Bij belangrijke (politieke) beslissingen ging men eerst naar de tempel van Jupiter om raad te vragen.

Keizer Augustus
Zoals eerder vermeld werden de meeste keizers na hun dood tot god verklaard. Zo was het ook met keizer Augustus. De Romeinen hebben een speciale tempel laten bouwen voor deze indrukwekkende keizer. Niet alleen Keizer Augustus ligt hier begraven, ook zijn vrouw Livia. Van beide personen is ook een beeld te zien, in het midden van de tempel. Benieuwd naar deze tempel? U kunt de tempel bezoeken in de plaats Vienne, Frankrijk.

TempelsRomeinse en Griekse tempels verschilden weinig van elkaar qua uiterlijk. Ook waren er offerblokken te vinden in de tempels, waar offers gebracht werden voor de goden. Wat offers zijn? Offers zijn een soort cadeaus voor de goden, om ervoor te zorgen dat de goden vrolijk bleven en om ze te bedanken voor alles wat ze gedaan hadden. Ook werd het gedaan uit voorzorg, wanneer ze niet zouden offeren, zouden de goden boos worden, en kon het volk bijvoorbeeld een slecht jaar krijgen qua landbouw, in de liefde en dergelijke.

Altaar
In elk Romeins (en tevens ook Grieks) huis stond een huisaltaar. De Pater Familias (vader van de familie, hoofd van het gezin) bracht regelmatig offers aan het altaar. Zo had ieder huis dan ook zijn eigen beschermgod(in).

Namen van de Goden
Zoals je waarschijnlijk al duidelijk is geworden, stonden goden in de Romeinse en Griekse gemeenschap centraal. Elke god(in) beschikte dan ook over een mooie naam. Hieronder zal je een tabel zien met de tien meest belangrijke Romeinse en Griekse godennamen. In de eerste kolom zie je de naam van de Romeinse god, in de tweede kolom de Griekse naam, en in de derde kolom van wat het een god(in) is. 

Romeinse naam         Griekse naam            God(in) van              
Amor                        Eros                          God v/d liefde              
Venus                       Aphrodite                  Godin v/d liefde
Aurora                      Eos                           Godin v/d dageraad
Vulcanus                   Hephaistos                God v/h vuur
Ceres                        Demeter                    Godin v/d landbouw
Sol                            Helios                        God v/d zon
Diana                        Artemis                      Godin v/d jacht
Pluto                         Hades                        God v/d onderwereld
Mars                         Aris                           God v/d oorlog
Neptunus                  Poseidon                    God v/h water en de zee
Minerva                    -                                 Godin v/d wijsheid, het werk, kunst, wetenschap, handel
                                                                   en industrie.                                            
Jupiter                      -                                 God v/d donder, bliksem, Romeinse Staat en mensen
Juno                         -                                 Beschermgodin v/d vrouwen 
Apollo                      -                                 God van de toekomst
Mithra(s)                  -                                 God van de dood.
Teveel om op te noemen
Natuurlijk bestonden er veel meer goden, dan ik hierboven beschreven heb. Meestal probeerden de Romeinen iets gedaan te hebben bij hun goden. Zo vroeg men wel eens aan een god via het altaar: "Als jij dat voor mij doet, dan bouw ik voor jou een altaar." Soms werden er mensen vervloekt. De god kreeg dan de opdracht van een Romein om iemand anders te laten sterven.

Aalt Mondria (seriemoordenaar)

Aalt Mondria werd in 1957 in Kampen, Nederland geboren als Adrie Mondria. Zijn ouders wisten niet dat Aalt opgepakt zou worden als seriemoordenaar. De man stond bekend als extreem gewelddadig en agressief. Naast het feit dat hij vier mensen om het leven bracht, waaronder een kind, heeft hij ook een groot aantal geweldplegingen op zijn naam staan. 

Wie is Aalt Mondria?
Aalt Mondria is een Nederlandse seriemoordenaar die werd geboren in de plaats Kampen. Al vlak na zijn geboorte verhuisde hij met zijn ouders naar Vollehove. Ondanks een goede en vreedzame jeugd kwam hij tijdens de puberteit in aanraking met de criminele wereld. In het begin van zijn criminele carrière hield hij zich 'enkel' bezig met diefstallen, mishandelingen en geweldplegingen.

Door het hebben van foute vrienden begon hij aan het nuttigen van drugs en alcohol. Aan beide zou hij al snel verslaafd raken. Mede door het (overmatige) gebruik van alcohol en drugs kreeg hij last van waanvoorstellingen en werd hij steeds vaker paranoïde.
In aanraking met justitie

In 1976, als Aalt 19 jaar jong is, komt hij voor het eerst in aanraking met politie en justitie. Hij wordt opgepakt omdat een crimineel aangifte tegen hem heeft gedaan wegens bedreiging. Uiteindelijk krijgt hij vier maanden cel en tevens moet hij een tbs-behandeling ondergaan. In de periode dat hij behandeld werd in de kliniek werd er al één ding snel duidelijk: hij bleek onhandelbaar. Tevens beschikte Aalt over een zeer kort lontje; regelmatig sloeg hij alles kort en klein.

Tijdens zijn verblijf in de kliniek heeft hij twee keer geprobeerd om te ontsnappen, de laatste ontsnappingspoging was voor Aalt Mondria succesvol. Hij wist te ontsnappen. 

De rampzalige ontsnapping
In 1978 was het Aalt Mondria dan eindelijk gelukt om te ontsnappen uit de tbs-kliniek. Een ontsnapping met rampzalige gevolgen, zou later blijken. Direct na zijn ontsnapping dook hij samen met een goede vriendin van hem onder in Amsterdam. Omdat de politie hen beide op de hielen zat, raakten Aalt en de jonge vrouw in paniek. In blinde paniek mishandelde het tweetal de hospita van het adres waar zij verbleven. De gastvrouw raakte hierbij zwaargewond: ze was blijvend verlamd.

Na deze aanval vluchtten ze naar Noord Brabant. Op 30 juli 1978 belden zij in de plaats Hoeven aan bij een woning. De woning was van het bejaarde echtpaar Rijnvos, die op dat moment bezoek hadden van hun 38-jarige dochter. Nadat Aalt en zijn vriendin de woning hadden betreden, vermoordde Aalt het echtpaar en hun dochter. De buit bedroeg amper 10 euro.

Al snel nadat de moorden gepleegd waren, werden Aalt Mondria en zijn vriendin opgepakt. Aalt werd aangeklaagd voor drievoudige moord, zijn vriendin ging vrijuit. Er waren volgens de rechter te weinig bewijzen dat de vrouw een aandeel had gehad in deze gruwelijke moordpraktijken. 

Aalt Mondria moet de cel in
Na de arrestatie van Aalt en de vrouw volgde er een slepende rechtzaak. De rechter legde Aalt een straf op van 15 jaar celstraf en behandeling in een tbs-kliniek. Doordat Aalt leed aan waanvoorstellingen en hij bovendien paranoïde was, was hij in de gevangenis niet te handhaven. Al binnen een week verliet hij de gevangenis om de rest van zijn straf in de Van Mesdagkliniek te Groningen uit te zitten. In zijn tbs-periode kreeg hij het twee keer voor elkaar om met veel geweld en opschudding een hulpverlener te gijzelen. 

Peter R. de Vries
In de periode dat hij in de Van Mesdagkliniek behandeld werd, nam Aalt Mondria contact op met Peter R. de Vries. Aalt deed dit in de hoop dat de beruchte misdaadverslaggever hem kon helpen met het uitgeven van zijn zelfgeschreven boek. Een boek met de titel "Toevertrouwd aan de Duivel." 

Proefverlof
In 1989 werd het toegestaan dat Aalt (Adrie) Mondria met proefverlof ging. Dit proefverlof zou later uitdraaien in een grote ramp. Tijdens het verlof bracht hij een bezoek aan een café in Zwolle. Omdat hij ruzie kreeg met drie mannen, trok hij een wapen en schoot hij de mannen neer. Kort daarna werd hij in de boeien geslagen en teruggebracht naar de Van Mesdagkliniek. 

Aalt gaat opnieuw de fout in
In 1995 plaatste Aalt een contactadvertentie in de krant omdat hij een vriendin wilde. Een aantal vrouwen reageerden op zijn oproep. Na een paar keer te hebben afgesproken kreeg hij een relatie met een 30-jarige vrouw. In '96 kreeg Aalt Mondria toestemming voor woonverlof, waarna hij bij zijn vriendin en haar 10-jarige zoontje ging wonen. Aalt werd gedwongen om zich eens in de zoveel tijd te melden bij de Van Mesdagkliniek, maar hij verzuimde om te komen. Doordat hij zich niet meldde, wist hij dat de politie hem zou komen opzoeken. Aalt liet dat echter niet zo ver komen en dwong zijn huisgenoten om samen met hem te vluchten.

Tijdens een kort verblijf in de Nederlandse plaats Zwolle, dreef de kleine jongen hem - naar eigen zeggen - tot het uiterste. Aalt stormde op de jongen af en vermoordde het arme kind.

De vriendin van Aalt raakte in paniek en wist aan hem te ontsnappen. Na haar ontsnapping ging ze naar de politie. Direct nadat zij haar verhaal had gedaan, gaf de politie een opsporingsbericht uit. Uit dit bericht kwam onder andere naar voren dat Aalt Mondria uiterst vuurgevaarlijk, crimineel, voortvluchtig en tevens moordenaar was. Een dag nadat het opsporingsbericht was uitgegeven meldde Aalt Mondria zich vrijwillig bij de politie van Den Haag. Op datzelfde moment bekende hij ook dat hij de zoon van zijn vriendin vermoord had. 

De rechtzaak
Er volgde alweer een rechtzaak tegen Aalt Mondria. De uitspraak van de rechter was een levenslange gevangenisstraf en een tbs-behandeling. Mondria was het niet eens met de uitspraak en besloot om in hoger beroep te gaan. De straf werd gewijzigd van moord tot doodslag en de definitieve uitspraak was 18 jaar cel en tbs. Tot op de dag van vandaag (18 oktober 2010) verblijft Aalt Mondria in de Van Mesdagkliniek. De kans dat hij ooit nog vrijkomt, is zeer gering. 

Een complot
Aalt (Adrie) Mondria zegt dat hijg een moordenaar is, maar dat hij slachtoffer is van een complot. Hij zou er door de politie en rechtbank ingeluisd zijn.

Wat is een aardverschuiving

Wat is een aardverschuiving?
Een aardverschuiving houdt in dat onverwacht vele duizenden of zelfs miljoenen kilo’s aan grond plotseling in beweging komen. Bij deze beweging komt het vaak voor dat er grond (steen, aarde, puin en dergelijke) langs een helling of berg naar beneden vallen. Echter dient men er rekening mee te houden dat een aardverschuiving een heel ander iets is als een aardbeving. Een aardverschuiving kan wel het gevolg zijn van een aardbeving en ook van een vulkaanuitbarsting. Indien een aardverschuiving vooral uit steen bestaat, spreekt men meestal van een rotslawine (of een steenlawine of een puinlawine). 

Wanneer ontstaat een aardverschuiving
Een aardverschuiving kan vanuit het niets ontstaan, maar ook als gevolg van een aardbeving of van een vulkaanuitbarsting. Hevige regenval kan ook tot een aardverschuiving leiden, mits de ernstige regenval op een door erosie aangetaste heuvel of berghelling valt. Bij een aardverschuiving door hevige regenval wordt de grond verzadigd met water. Doordat de grond geen of weinig houvast heeft aan de ondergrond, kan het de samenhang verliezen en gaan schuiven. 

Is een aardverschuiving gevaarlijk
Een aardverschuiving kan zeer verwoestend en gevaarlijk zijn. Er kunnen namelijk gehele dorpen en steden bedolven worden onder het puin wanneer een aardverschuiving plaatsvindt aan de rand van een dorpje of stad. Doordat in zo’n geval een gehele dorp of stad (of een gedeelte van het dorp of stad) bedolven kan worden onder het puin, is het onvermijdelijk dat er vele doden vallen, en een zeer groot aantal gewonden.
Gevolgen van een aardverschuiving De gevolgen van een aardverschuiving kunnen groot tot zeer groot zijn. Zoals hierboven al is beschreven kunnen hele dorpen en steden bedolven raken onder het puin met een zeer groot aantal gewonden en vele dodelijke slachtoffers. Wanneer een deel van een berg in zee stort als gevolg van een aardverschuiving bestaat er een grote kans op een tsunami.

Wat is een aardbeving

Wat is een aardbeving 
Een aardbeving is simpel gezegd een trillende of schokkende beweging van de aardkorst. Natuurlijk is het proces voorafgaand aan een aardbeving veel ingewikkelder, maar te lastig om dit in een artikel uit te leggen. De oorzaak van een aardbeving is dat er op een bepaalde plek in de aardkorst veel energie vrijkomt. Door deze energie scheurt de aardkorst en vindt er een soort van golfbeweging plaats die vanuit het centrum (waar de energie vrijkomt) naar de omliggende omgeving verplaatst.

Oorzaken van een aardbeving
Er zijn verschillende oorzaken mogelijk die ertoe leiden dat een aardbeving ontstaat. Doorgaans hangt een aardbeving samen met de langzame, interne bewegingen van en in de aardkorst. Door deze minimale bewegingen wordt er geleidelijk aan een grote spanning opgebouwd in de aardkorst. Als de spanning zijn hoogtepunt bereikt, kan er een schoksgewijze beweging van de aardkorst een grote breuk opleveren. Op het moment dat deze breuk ontstaat, spreekt men van een aardbeving. De reden van deze breuk in de aardkorst is dat de spanning (of een deel van de spanning) weer kan ontladen, en de aardkorst weer tot rust kan komen. Regelmatig registreert men na een aardbeving ook nog naschokken, die kleiner en lichter zijn dan de eerste aardbeving en deze zijn tot enkele uren na de eerste beving nog voelbaar. 

Meten en lokaliseren van een aardbeving
De zwaarte van een aardbeving wordt gemeten met de Schaal van Richter. Deze logaritmische schaal meet de hoeveelheid energie die bij de aardbeving vrij komt. Vanaf magnitude 3 op de Schaal van Richter is de schok voelbaar, vanaf 5 op de Schaal van Richter is er een sterke aardbeving, en een aardbeving van 7 op de Schaal van Richter (en hoger dan 7) spreekt men van een zware tot zeer zware aardbeving. Wanneer de Schaal van Richter een magnitude van minimaal 5 aangeeft, zal er sprake zijn van matige tot enorme schade. Bij een magnitude van 7 of meer is er een gigantische schade en is het getroffen gebied zeer ernstig beschadigd en is er doorgaans een groot aantal slachtoffers en doden.

Adembescherming bij de brandweer

Adembeschermende middelen zijn voor de brandweerlieden van levensbelang. Wanneer de brandweer bezig is met de brandbestrijding, komen zij in aanraking met gassen (stoffen, rook en dergelijke) welke schadelijk zijn voor de gezondheid. Door het dragen van adembeschermende middelen, wordt de brandweerman of -vrouw hiertegen beschermd. Maar wat zijn adembeschermende middelen nou precies?

Perslucht, ademlucht of werklucht
Bijna iedereen kent de term perslucht wel, maar ademlucht en werklucht zijn minder bekende woorden. Wat zijn de verschillen tussen deze drie? Vroeger werd de term perslucht gebruikt om adembescherming aan te duiden en de lucht die gebruikt werd om apparatuur mee schoon te maken. Aangezien er veel verwarring ontstond hierover, is de benaming perslucht afgeschaft en vervangen door twee nieuwe termen: werklucht en ademlucht. Met werklucht bedoelen wij de ongezuiverde lucht die gebruikt wordt om apparatuur schoon te maken, met ademlucht gezuiverde lucht voor de adembescherming.

Adembescherming (ook wel adembeschermende middelen genoemd) is in twee groepen in te delen, namelijk onafhankelijke adembescherming en afhankelijke adembescherming. Bij onafhankelijke adembescherming bent u afhankelijk van de ademlucht uit een fles (u bent dus onafhankelijk van de buitenlucht) en bij afhankelijke adembescherming bent u, zoals de naam al zegt, afhankelijk van de buitenlucht. Bij afhankelijke adembescherming maakt u dus geen gebruik van ademlucht.

Aangezien de onafhankelijke adembescherming doorgaans gebruikt wordt bij de brandweer, zal de afhankelijke adembescherming in dit artikel niet verder beschreven worden. 

Onafhankelijke adembescherming, het ademluchtmasker
Ademluchtmaskers zijn vandaag de dag bij de brandweer niet meer weg te denken, het is namelijk een zeer belangrijk persoonlijk beschermingsmiddel van de brandweerman. Mede door het gebruik van ademlucht is het werk van de brandweer aanzienlijk effectiever geworden. Het ademluchtmasker bestaat uit twee onderdelen, namelijk het ademluchttoestel en het gelaatstuk. Het ademluchtmasker moet voldoen aan een aantal eisen, namelijk:
  • Er moet zoveel luchtvoorraad aanwezig zijn, dat de drager minstens 20 minuten middelzware arbeid kan verrichten. 
  • Er moet een alarminrichting met reservedruksignalering aanwezig zijn (deze geeft aan dat reserveluchtvoorraad bereikt is, meestal bij 55 bar). 
  • Het toestel is voorzien van een manometer die duidelijk afleesbaar is, met slang. 
  • Het ademluchtmasker geeft een dermate grote hoeveelheid lucht, dat ook bij zware arbeid geen grote ademweerstanden optreden. 
  • Het ademluchtmasker moet ergonomisch verantwoord zijn. 
Waar bestaat het ademluchttoestel uit?
Het ademluchttoestel bestaat uit onderstaande hoofdonderdelen:
  • Draagstel 
  • Draagframe (met bandenstel) 
  • Ademluchtfles met afsluiter 
  • Drukregelaar 
  • Overdrukventiel 
  • Manometer 
  • Alarminrichting reservedrukwaarschuwingssysteem 
  • Ademautomaat. 
Het draagframe is gemaakt van kunststof of metaal en het is voorzien van twee draagbanden en een buikband. Wanneer het frame van metaal is, zal deze bekleed zijn met kunststof. Het draagframe dient ervoor om te voorkomen dat de fles (die door luchtafname flink afkoelt en zelfs kan bevriezen) de rug van de drager raakt. 

Hoe werkt het ademluchttoestel?
De werking van het ademluchttoestel is zeer ingewikkeld, maar wij hebben getracht het zo duidelijk mogelijk voor u te omschrijven. Een ademluchtfles heeft een (water)inhoud welke varieert van 2 tot 7 liter en kan een vuldruk van 200 tot 300 bar hebben. De meeste ademluchttoestellen hebben ruimte voor één ademluchtfles, maar er zijn ook toestellen op de markt welke plaats hebben voor twee flessen. Wanneer men de fles op het toestel heeft aangesloten en men de afsluiter opent, zal de lucht in het toestel stromen. Wanneer de afsluiter geopend is kan men op de manometer de flesdruk aflezen (weergegeven in 'bar').

In de fles is een druk van 200 of 300 bar aanwezig, maar deze kan niet direct ingeademd worden, waardoor de druk verlaagd moet worden tot een middendruk. Deze middendruk wordt geregeld door de drukregelaar, en zal de flesdruk terugbrengen tot 6 of 9 bar. Dit is afhankelijk van het type of merk van het toestel. Maar ook deze druk is nog te groot om in te ademen. Daarom stroomt de lucht met de middendruk door een zogenoemde middendrukslang naar het ademhalingsautomaat. Wanneer men inademt, zal de lucht met een overdruk van iets meer dan 1 bar het gelaatstuk instromen. Deze lucht kunt u inademen. Bij uitademing zal de lucht via het uitademingsventiel het gelaatstuk weer verlaten. 

De ademluchtfles
De ademluchtfles die gebruikt wordt bij brandweerwerkzaamheden, zal gemaakt zijn van staal of aluminium/kunststof. Wanneer de fles uit staal bestaat, zal de buitenkant voorzien zijn van een laagje zink, met daaroverheen een taaie laklaag. De aangebrachte laklaag voorkomt dat er bij het stoten tegen metaal vonken ontstaan en zal de laag de fles beschermen tegen corrosie. De metalen ademluchtfles is zwaar, aangezien de fles de hoge druk van de (samengeperste) lucht aan moet kunnen. Naast de flessen van staal bestaan er tegenwoordig ook lichtgewicht ademluchtflessen, welke gemaakt zijn van aluminium of kunststof binnenfles. De lichtgewichtfles zal daarnaast omwikkeld zijn met kunststofvezel. De naam zegt het al: lichtgewicht. Deze fles (6 liter, 300 bar), weegt zo'n 4,5 kilo, in tegenstelling tot een metalen ademluchtfles van dezelfde grootte en inhoud. Deze weegt namelijk zo'n 11 kilo.

Elke ademluchtfles is voorzien van een afsluiter, beschermd door een rubberen slipkap of stootdop. Wanneer de fles geopend wordt, dient men de afsluiter geheel open te draaien, en daarna een kwartslag terug. Bij het dichtdraaien van de afsluiter, moet deze niet te krachtig dichtgedraaid worden, aangezien er dan onderdelen beschadigd kunnen raken. Elke ademluchtfles bij de brandweer is voorzien van een afsluitdop, doorgaans schroefbaar. Deze afsluitdop heeft twee functies:
  • Het zorgt ervoor dat er geen vuil en vocht in de aansluitopening terecht kunnen komen 
  • De cilinder kan niet ongewild en ongecontroleerd wegvliegen door de aanwezige druk. 
Om aan te tonen dat de fles gevuld is, dient de fles voorzien te zijn van een verzegeling. Wanneer de verzegeling gebroken is of ontbreekt, moet men aannemen dat de fles al gebruikt is en moet deze opnieuw gevuld worden (en voorzien worden van een verzegeling). Dit om de eigen veiligheid te garanderen.

De fles wordt aan het ademluchttoestel bevestigd door middel van een handwartel. Voor een goede afdichting tussen fles en toestel is een O-ring noodzakelijk, de ring wordt tijdens het openen van de afsluiter namelijk tegen de wand gedruk en zorgt hierdoor voor een goede afdichting.

Bij het vervoeren van ademluchtflessen is het noodzakelijk dat de fles niet kan vallen, omvallen, ergens tegenaan stoot of wegrolt. De fles mag daarnaast ook nooit aan de afsluitdop opgetild worden. Wilt u de ademluchtfles verplaatsen, behandel de fles dan als een baby en draag deze ook zo, dus met beide armen!

De manometer
De manometer is het apparaat welke de druk in de fles weergeeft. Zo kan de brandweerman precies zien hoeveel ademluchtvoorraad hij nog over heeft, en wanneer hij aan de terugtocht dient te beginnen.

Het gelaatstuk
Het gelaatstuk is het andere onderdeel van het ademluchtmasker en bestaat uit een buiten- en binnenmasker. Het buitenmasker is soepel en doorgaans gemaakt van kunstrubber of kunststof met een panoramische ruit. In een aantal gevallen is het buitenmasker ook voorzien van een bandenstel, maar dit is afhankelijk van het type en merk ademluchttoestel. Ook beschikt het buitenmasker over een aansluiting voor het ademhalingsapparaat, een uitademingsventiel, een binnenmasker en een spreekmembraan. Als laatste heeft het buitenmasker rondom een afdichtingsraam, wat ervoor zorgt dat het masker goed aansluit op het voorhoofd, de slapen, wangen en kin van de drager zodat het gehele masker gasdicht afgesloten is.

Wanneer men het binnenmasker bekijkt, zorgt het binnenmasker ervoor dat de ingeademde lucht gescheiden blijft van de lucht die is uitgeademd. Dit feit is van een zeer groot belang, omdat de drager anders te veel kooldioxide inademt, waardoor de ademhaling nadelig zal worden beïnvloed. Om ervoor te zorgen dat het gelaatstuk zo optimaal mogelijk op het gezicht aansluit, kan men gebruik maken van verschillende soorten gelaatstukken. Vroeger werd er veelal gebruik gemaakt van een gelaatstuk met een hoofdbandenstel, maar vandaag de dag wordt er meer en meer gebruik gemaakt van een helm-maskercombinatie. Bij de eerste mogelijkheid (hoofdbandenstel) zijn er aan het gelaatstuk een aantal banden gemonteerd welke om het hoofd zitten (doorgaans de voorhoofdband, de slaapband, de spin, nekband en de draagband). Bij de tweede mogelijkheid (helm-maskercombinatie) zijn er twee beugels of snelsluitingen met trekbanden bevestigd, welke de gebruiker aan de helm kan bevestigen. Op deze manier zit het masker bevestigd aan de helm en zorgt het voor een prima afdichting op het gelaat. Doordat bij de helm-maskercombinatie de helm niet eerst afgezet hoeft te worden (in tegenstelling tot het gelaatstuk met hoofdbandenstel) om het gelaatstuk te bevestigen, brengt dit grote voordelen (vooral tijdwinst) met zich mee.