Net als elk ander levend wezen, heeft
het paard ook voedsel nodig om te kunnen overleven. In deze tekst staat alles
wat je moet weten over de voeding van paarden.
Met
de voeding van paarden kunnen wij twee dingen bedoelen, namelijk:
- Het voedsel (wat eet een paard)
- Het voeren (hoe geven wij een
paard te eten)
Het
lijkt misschien makkelijk, maar het ligt toch wat ingewikkelder dan wij denken.
Het voedsel zelf is zeer belangrijk voor het paard, maar ook de manier waarop
wij het paard eten geven en op welke tijdstippen is van groot belang.
Voedsel van
paarden
Zoals
je misschien al weet is het paard een planteneter, dit houdt in dat het paard
planten eet, en geen vlees. Om de vertering van planten op een goede manier te
laten verlopen, heeft het paard een aantal aanpassingen moeten ondergaan in
vergelijking met vleeseters. Zo heeft het paard al andere kiezen, namelijk de
plooikiezen. De planten (gras en dergelijke) worden tussen deze kiezen
vermalen, zodat het beter verteerbaar is.
Ook
het darmkanaal bij het paard is aangepast, want om plantenresten goed te laten
verteren, is een lange darm nodig. In deze darm is veel ruimte aanwezig waar
het voedsel kan rusten door met behulp van bacteriën verteerd te worden.
Wanneer wij te snel of te grote veranderingen aanbrengen in het
voedselpatroon van het paard, zullen de bacteriën in de darmen van streek raken,
wat ernstige klachten bij het paard kan veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld ook
gebeuren wanneer het paard uitbreekt uit zijn stal en grote hoeveelheden voer
uit de voerkar nuttigt.
Ook
heeft het paard een maag die in verhouding tot zijn lichaam maar zeer klein is,
namelijk 18 liter. Om even een vergelijking te maken: een koe heeft een maag
met een inhoud van 150 – 200 liter! Dit houdt in dat het paard niet veel in één
keer kan eten, omdat dit gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid van het dier.
Kleine porties zijn dus beter.
Paarden
die niet voor de mens hoeven te werken, omdat zij bijvoorbeeld op het land
staan, hebben voldoende aan het eten van planten. Werkpaarden daarentegen
(bijvoorbeeld sportpaarden of recreatiepaarden) hebben hier niet voldoende aan,
en hebben dus extra voer nodig. Dit extra voer noemen wij krachtvoer en wordt
veelal in de vorm van biks gegeven. Hoe meer arbeid het paard moet verrichten,
hoe meer krachtvoer het dier nodig heeft. Maar daarnaast is het ook belangrijk
dat een werkpaard ook gewoon ruwvoer (zoals planten en hooi) blijft eten. Dit
ruwvoer zorgt namelijk voor een luchtige structuur in de darmen, zodat de
vertering van het voedsel beter zal gaan verlopen.
Hoeveel
voedsel wij aan het paard moeten geven, is afhankelijk van het paard. Een pony
zal bijvoorbeeld veel minder (kracht)voer nodig hebben dan een Belgisch
trekpaard en een sportpaard zal weer meer voer nodig hebben dan een paard dat
een keer per dag een uurtje moet werken.
Zoals
wel duidelijk mag zijn, ruwvoer is zeer belangrijk voor uw paard. Doorgaans
geven wij ruwvorm in de vorm van hooi, maar ook als het paard op het land staat
krijgt het ruwvoer, namelijk gras. Bij het geven van ruwvoer op stal,
bijvoorbeeld hooi, is de kwaliteit hiervan belangrijk. De kwaliteit van het hooi
is afhankelijk van vele factoren, waaronder:
- Het klimaat,
- Grondsoort van de weide,
- Grasmengsel (botanische
samenstelling),
- Periode tussen maaien en persen
van hooibalen. Hoe korter de periode, hoe beter de kwaliteit,
- Opslag van het hooi
Wanneer
u zelf hooi gaat kopen voor uw paard, moet u op een aantal dingen letten,
waaronder:
- Het hooi moet fris en geurig
ruiken
- Het hooi mag nooit beschimmeld
zijn
- Het hooi mag niet stoffig zijn,
dit is schadelijk voor de luchtwegen van uzelf en van uw paard.
Naast
voedsel is ook drinken voor groot belang van uw paard. Hoeveel water een paard
nodig heeft, is onder andere weer afhankelijk van de grootte van een paard, wat
voor werk het paard uitvoert en natuurlijk ook de leeftijd van het dier en het
jaargetijde spelen hierin een grote rol. Een paard is een heel kieskeurig dier
als het gaat om het drinken van water. Wanneer er een vreemd smaakje aan het
water zit, zal het dier het niet opdrinken. Je dient er dus voor te zorgen dat
de drinkbak van het paard altijd schoon is, en controleer regelmatig of de
automatische drinkbak (indien aanwezig) goed functioneert. Wanneer je je paard
water in een emmer geeft, moet je dit water dagelijks verversen (niet
bijvullen!) en in de zomer moet de emmer een aantal keren per dag bijgevuld
worden.
Een
paard drinkt doorgaans een aantal keren per dag, en een paard dat lichte arbeid
verricht (bijvoorbeeld twee uur werken tijdens manegelessen), zal zo’n 30 tot
40 liter water drinken per dag. Een dier welke meer arbeid verricht, kan zo’n
70 liter per dag drinken. ’s Zomers zal een paard ook meer drinken dan in de
winter.
Het voeren van
paarden
Zoals
in de inleiding al verteld is, is het voedsel wat het paard krijgt niet alleen
belangrijk, maar ook de manier waarop wij het paard voeren is van groot belang.
Omdat elk paard weer anders is, kunnen wij jou geen informatie geven die op
jouw paard van toepassing is. Wel kunnen wij jou een leidraad geven waar je je
aan kan houden tijdens het voeren van jouw paard.
- Zorg dat de voerbak van het paard
altijd schoon is (resten kunnen namelijk gaan schimmelen of ze geven het
‘verse’ voer een nare bijsmaak).
- Is de eetlust van jouw paard goed?
- Hoe meer krachtvoer (biks) jouw
paard nodig hebt, hoe vaker hij gevoerd moet worden! Zeker voor een
sportpaard is twee keer per dag krachtvoer véél te weinig!
- Zorg dat je het paard altijd éérst
het krachtvoer geeft, en daarna pas het ruwvoer.
- De grootste portie voer moet je
aan het einde van de dag geven, en na het werken
- Wanneer je paard gegeten heeft,
laat hem dan minstens 1,5 uur met rust voordat je met hem aan het werk
gaat.
- Voer je paard op vaste tijden.
- Zorg dat je geen grote
veranderingen in het voer doorvoert. Wil je overgaan op een ander type
voer, maak de overgang hiernaar zo geleidelijk mogelijk! Wanneer dit niet
gebeurd, kan je paard hier zeer ziek van worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten