Paarden kunnen pas vanaf een leeftijd
van drie jaar ingereden worden onder het zadel, omdat het lichaam dan pas
volledig volgroeid is. Maar, voordat uw paard de leeftijd van drie jaar heeft
bereikt, kunt u al beginnen met uw paard op te voeden en te trainen. In deze
tekst leest u een aantal tips en trucs die u kunnen helpen bij de juiste manier
van opvoeden en trainen van uw veulen.
Start al vroeg
met de training
Ondanks
dat het veulen de leeftijd van drie jaar nog niet heeft bereikt en dus
nog niet ingereden kan worden, is het jonge paard al zeer goed in staat om
dingen te leren. Het trainen van paarden op zeer jonge leeftijd (lees: vanaf
een maand of vier) kan ervoor zorgen dat uw paard op latere leeftijd geen
krachtsverhouding met u zal krijgen, waarin nog duidelijk moet worden wie nu
precies de baas is. De vroege leeftijd waarop gestart wordt met de training,
zal ervoor zorgen dat u een goede band met uw paard opbouwt en dat u, op het
moment dat uw paard drie jaar oud is, uw paard veel minder hoeft te leren.
Waarom moet ik
een veulen trainen?
Om
een veulen goed te kunnen trainen, is het van belang om meer te weten over het
gedrag van paarden. Een paard zal namelijk altijd proberen dominant te zijn
tegenover de mensen waarmee hij te maken krijgt. Het ene paard zal dit meer
hebben als de ander, maar dit is ook bij mensen het geval. Het tweede geval
waar u zeker rekening mee moet houden tijdens de opvoeding en de training van
uw veulen is dat paarden vluchtdieren zijn. Het zijn van nature prooidieren.
Dit houdt in dat er in de natuur andere diersoorten op het paard jagen
(bijvoorbeeld de leeuw) en dat het paard voor deze diersoorten vlucht. Zodra
het paard bang is, zal het willen wegvluchten en zo ver mogelijk van de vijand
vandaan gaan. Ook de mens kan worden gezien als een mogelijke vijand, zeker als
een paard weinig of niet in contact met mensen is gekomen, of dat het paard
niet geleerd heeft op een normale manier met mensen om te gaan.
Het
doel van het trainen is uw paard te leren dat hij u volledig kan vertrouwen en
dat u op een veilige manier met uw paard kunt gaan werken.
Wat heb je nodig
om een veulen te trainen?
Zoals
al verteld is, kan een paard pas bereden worden op een leeftijd van drie jaar.
Omdat het in dit geval gaat om een jonger paard, hoeft u nog geen rijbak,
zadel, hoofdstel en dergelijke aan te schaffen. Wel is het aangeraden om te
beschikken over een longeervolte, het liefst één die volledig is afgesloten
zodat het veulen bij angst niet kan wegvluchten. Ook moet de longeervolte zo
gecontstrueerd zijn, dat het veulen zich nergens aan kan verwonden (geen
uitstekende spijkers, balken en dergelijke). Maak ook nooit gebruik van
prikkeldraad als afscheiding, omdat dit het dier zeer ernstig kan verwonden. De
longeervolte moet een diameter hebben van 15 tot 18 meter, zodat u voldoende
ruimte heeft om het veulen goed te trainen.
Het
is daarnaast ook verstandig om een aantal paardensnoepjes of iets anders
lekkers (zoals stukjes appel of wortel) bij u te hebben, om het veulen te
belonen als deze het trainingsonderdeel goed heeft doorstaan.
Ook
een longeertouw (of een ander lang touw) is verstandig om mee te nemen, deze
dient namelijk als verlenging van uw arm.
Breng het veulen
naar de longeervolte
Om
van start te gaan, dient u het veulen naar de longeervolte te brengen. Het is
mooi meegenomen als het veulen gewend is om een halster te dragen en aan de
hand mee te lopen. Heeft uw veulen dit nog niet geleerd, dan kunt u (indien
mogelijk) een volwassen paard gebruiken om het veulen ‘mee te lokken’ naar de
longeervolte. Het veulen zal namelijk het oudere paard vertrouwen en overal
naartoe volgen. Zodra het paard en veulen in de longeervolte staan, leidt u het
oudere paard weer weg, zodat het veulen weer alleen met u is.
Heeft
het veulen nog geen les gehad in het dragen van het halster en heeft u geen
ouder paard tot uw beschikking, kunt u ook nog zes tot acht mensen oproepen. Ga
met z’n allen om het veulen heen staan in een rondje (geef het dier wel zo’n 4
meter ruimte om heen en weer te lopen, zodat hij niet bang wordt) en leidt het
veulen door rustig te lopen richting de longeervolte. Bent u daar aangekomen?
Laat dan de helpers weggaan zodat u alleen met het veulen achterblijft.
Wakker het
vluchtgedrag aan
Het
eerste gedeelte van de training bestaat uit het aanwakkeren van het
vluchtgedrag van het veulen. Het is hierbij de bedoeling dat u het veulentje
opjaagt, zodat u hem aanspoort te gaan vluchten. Hierbij is het wel zeer
belangrijk dat u zich niet voordoet als een roofdier, maar als een volwassen
paard dat het veulen ‘straf’ geeft. Een volwassen paard laat het veulen zien
dat hij hoger in rang is dan het jonge dier en jaagt het veulen weg. Zorg dat u
het longeertouw in uw hand heeft. Loop in de richting van de achterhand van het
veulen en werp hem het touw toe (het touw niet loslaten, maar blijven
vasthouden). Dit touw dient als verlenging van uw arm en zorgt dus voor een
groter bereik.
Het
veulen zal uw bedoelingen begrijpen (zo niet, dan heeft u de handeling niet
goed uitgevoerd) en zal voor u weglopen om een gepaste afstand tussen u (het
paard hoger in rang) en zichzelf te bewaren. Het is de bedoeling dat u niet
gaat praten, omdat dit nu niet van toepassing is op de training.
Werp
het touw een paar keer richting het veulen zodat het uit zichzelf zal gaan
vluchten. Omdat hij geen kant op kan in de longeervolte, zal hij dus rondjes
gaan lopen. Hierbij is het de bedoeling dat u het veulen opjaagt, hij moet
namelijk galopperen. Stappen of draven mag u niet toestaan. Op het moment dat
het veulen gaat galopperen, stopt u met het opjagen van het jong. Het jong zal
gaan stilstaan en u aankijken. Hij zal proberen aan te voelen wat uw
bedoelingen zijn. Het is ook mogelijk dat het veulen stopt, maar u niet durft
aan te kijken of dat hij u vanaf de achterkant nadert.
Bij
dit gedeelte van de training is het van een groot belang dat u het veulen na
elke ‘achtervolging’ op adem laat komen. Staat het veulen stil, keert u hem de
rug toe en laat u uw hoofd hangen. Op deze manier zal het veulen uw goede bedoelingen
begrijpen en u naderen. U nodigt hem op deze manier namelijk uit om weer terug
in de kudde te komen.
Maak contact met
het veulen
Als
u bovenstaande stap heeft uitgevoerd, gaat u op een langzame manier naar het
veulen toe lopen, waarbij u uw hoofd laat hangen. Als u dichtbij het veulen
staat, zal u hem aaien. Geeft het veulen u de indruk dat hij opnieuw wil
vluchten, jaag hem dan op en herhaal bovenstaande stap opnieuw. Pas als het
veulen u toestaat dat u hem aait, zijn de bovenstaande punten geslaagt. Draai u
nu om en ga weglopen. Negeer hierbij het veulen en lok het niet mee. Als het
goed is, zal het veulen u vrijwillig gaan volgen. Het veulen heeft nu namelijk
begrepen dat u de baas bent en dat u bepaalt wat er gaat gebeuren. U moet altijd
onthouden dat u het ‘dominante paard’ bent dat beslist over de opvoeding en dat
u hem altijd zult beschermen en geruststellen. Het veulen moet aanvoelen dat
hij bij u veilig is, dat u hem niet in gevaar brengt en dat het veulen u
daarvoor moet respecteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten