vrijdag 27 april 2012

Het opvoeden van een jong paard


Paarden kunnen pas vanaf een leeftijd van drie jaar ingereden worden onder het zadel, omdat het lichaam dan pas volledig volgroeid is. Maar, voordat uw paard de leeftijd van drie jaar heeft bereikt, kunt u al beginnen met uw paard op te voeden en te trainen. In deze tekst leest u een aantal tips en trucs die u kunnen helpen bij de juiste manier van opvoeden en trainen van uw veulen.

Start al vroeg met de training

Ondanks dat het  veulen de leeftijd van drie jaar nog niet heeft bereikt en dus nog niet ingereden kan worden, is het jonge paard al zeer goed in staat om dingen te leren. Het trainen van paarden op zeer jonge leeftijd (lees: vanaf een maand of vier) kan ervoor zorgen dat uw paard op latere leeftijd geen krachtsverhouding met u zal krijgen, waarin nog duidelijk moet worden wie nu precies de baas is. De vroege leeftijd waarop gestart wordt met de training, zal ervoor zorgen dat u een goede band met uw paard opbouwt en dat u, op het moment dat uw paard drie jaar oud is, uw paard veel minder hoeft te leren.

Waarom moet ik een veulen trainen?

Om een veulen goed te kunnen trainen, is het van belang om meer te weten over het gedrag van paarden. Een paard zal namelijk altijd proberen dominant te zijn tegenover de mensen waarmee hij te maken krijgt. Het ene paard zal dit meer hebben als de ander, maar dit is ook bij mensen het geval. Het tweede geval waar u zeker rekening mee moet houden tijdens de opvoeding en de training van uw veulen is dat paarden vluchtdieren zijn. Het zijn van nature prooidieren. Dit houdt in dat er in de natuur andere diersoorten op het paard jagen (bijvoorbeeld de leeuw) en dat het paard voor deze diersoorten vlucht. Zodra het paard bang is, zal het willen wegvluchten en zo ver mogelijk van de vijand vandaan gaan. Ook de mens kan worden gezien als een mogelijke vijand, zeker als een paard weinig of niet in contact met mensen is gekomen, of dat het paard niet geleerd heeft op een normale manier met mensen om te gaan.
Het doel van het trainen is uw paard te leren dat hij u volledig kan vertrouwen en dat u op een veilige manier met uw paard kunt gaan werken.

Wat heb je nodig om een veulen te trainen?

Zoals al verteld is, kan een paard pas bereden worden op een leeftijd van drie jaar. Omdat het in dit geval gaat om een jonger paard, hoeft u nog geen rijbak, zadel, hoofdstel en dergelijke aan te schaffen. Wel is het aangeraden om te beschikken over een longeervolte, het liefst één die volledig is afgesloten zodat het veulen bij angst niet kan wegvluchten. Ook moet de longeervolte zo gecontstrueerd zijn, dat het veulen zich nergens aan kan verwonden (geen uitstekende spijkers, balken en dergelijke). Maak ook nooit gebruik van prikkeldraad als afscheiding, omdat dit het dier zeer ernstig kan verwonden. De longeervolte moet een diameter hebben van 15 tot 18 meter, zodat u voldoende ruimte heeft om het veulen goed te trainen.
Het is daarnaast ook verstandig om een aantal paardensnoepjes of iets anders lekkers (zoals stukjes appel of wortel) bij u te hebben, om het veulen te belonen als deze het trainingsonderdeel goed heeft doorstaan.
Ook een longeertouw (of een ander lang touw) is verstandig om mee te nemen, deze dient namelijk als verlenging van uw arm.

Breng het veulen naar de longeervolte

Om van start te gaan, dient u het veulen naar de longeervolte te brengen. Het is mooi meegenomen als het veulen gewend is om een halster te dragen en aan de hand mee te lopen. Heeft uw veulen dit nog niet geleerd, dan kunt u (indien mogelijk) een volwassen paard gebruiken om het veulen ‘mee te lokken’ naar de longeervolte. Het veulen zal namelijk het oudere paard vertrouwen en overal naartoe volgen. Zodra het paard en veulen in de longeervolte staan, leidt u het oudere paard weer weg, zodat het veulen weer alleen met u is.
Heeft het veulen nog geen les gehad in het dragen van het halster en heeft u geen ouder paard tot uw beschikking, kunt u ook nog zes tot acht mensen oproepen. Ga met z’n allen om het veulen heen staan in een rondje (geef het dier wel zo’n 4 meter ruimte om heen en weer te lopen, zodat hij niet bang wordt) en leidt het veulen door rustig te lopen richting de longeervolte. Bent u daar aangekomen? Laat dan de helpers weggaan zodat u alleen met het veulen achterblijft.

Wakker het vluchtgedrag aan

Het eerste gedeelte van de training bestaat uit het aanwakkeren van het vluchtgedrag van het veulen. Het is hierbij de bedoeling dat u het veulentje opjaagt, zodat u hem aanspoort te gaan vluchten. Hierbij is het wel zeer belangrijk dat u zich niet voordoet als een roofdier, maar als een volwassen paard dat het veulen ‘straf’ geeft. Een volwassen paard laat het veulen zien dat hij hoger in rang is dan het jonge dier en jaagt het veulen weg. Zorg dat u het longeertouw in uw hand heeft. Loop in de richting van de achterhand van het veulen en werp hem het touw toe (het touw niet loslaten, maar blijven vasthouden). Dit touw dient als verlenging van uw arm en zorgt dus voor een groter bereik.
Het veulen zal uw bedoelingen begrijpen (zo niet, dan heeft u de handeling niet goed uitgevoerd) en zal voor u weglopen om een gepaste afstand tussen u (het paard hoger in rang) en zichzelf te bewaren. Het is de bedoeling dat u niet gaat praten, omdat dit nu niet van toepassing is op de training.
Werp het touw een paar keer richting het veulen zodat het uit zichzelf zal gaan vluchten. Omdat hij geen kant op kan in de longeervolte, zal hij dus rondjes gaan lopen. Hierbij is het de bedoeling dat u het veulen opjaagt, hij moet namelijk galopperen. Stappen of draven mag u niet toestaan. Op het moment dat het veulen gaat galopperen, stopt u met het opjagen van het jong. Het jong zal gaan stilstaan en u aankijken. Hij zal proberen aan te voelen wat uw bedoelingen zijn. Het is ook mogelijk dat het veulen stopt, maar u niet durft aan te kijken of dat hij u vanaf de achterkant nadert.
Bij dit gedeelte van de training is het van een groot belang dat u het veulen na elke ‘achtervolging’ op adem laat komen. Staat het veulen stil, keert u hem de rug toe en laat u uw hoofd hangen. Op deze manier zal het veulen uw goede bedoelingen begrijpen en u naderen. U nodigt hem op deze manier namelijk uit om weer terug in de kudde te komen.

Maak contact met het veulen

Als u bovenstaande stap heeft uitgevoerd, gaat u op een langzame manier naar het veulen toe lopen, waarbij u uw hoofd laat hangen. Als u dichtbij het veulen staat, zal u hem aaien. Geeft het  veulen u de indruk dat hij opnieuw wil vluchten, jaag hem dan op en herhaal bovenstaande stap opnieuw. Pas als het veulen u toestaat dat u hem aait, zijn de bovenstaande punten geslaagt. Draai u nu om en ga weglopen. Negeer hierbij het veulen en lok het niet mee. Als het goed is, zal het veulen u vrijwillig gaan volgen. Het veulen heeft nu namelijk begrepen dat u de baas bent en dat u bepaalt wat er gaat gebeuren. U moet altijd onthouden dat u het ‘dominante paard’ bent dat beslist over de opvoeding en dat u hem altijd zult beschermen en geruststellen. Het veulen moet aanvoelen dat hij bij u veilig is, dat u hem niet in gevaar brengt en dat het veulen u daarvoor moet respecteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten