Met een shunt wordt een ‘niet-normale’
verbinding tussen twee delen van het lichaam bedoelt waar vloeistof doorheen
kan stromen. Er bestaan meerdere soorten shunts waaronder cardiale shunts,
cerebrale shunts, pulmonaire shunts en portosystemische shunts. Daarnaast kent
men ook de dialyse shunt, maar deze zal in dit artikel niet beschreven worden.
Wat is een shunt
Zoals
in de inleiding al deels vermeld is, is een shunt een niet-normale verbinding
tussen twee lichaamsdelen. Deze verbinding zorgt ervoor dat er vloeistof
doorheen kan stromen. Waarom het in de medische wereld een ‘niet-normale’
verbinding genoemd wordt, is omdat deze verbinding in het lichaam van een
gezond persoon nooit aanwezig is.
Shunt
wordt voornamelijk voor natuurlijke (aangeboren) shunts gebruikt, die meestal
voor de betreffende persoon een gezondheidsprobleem kunnen leveren. Ook wordt
de term shunt soms gebruikt voor door artsen om chirurgisch aangebrachte
verbindingen, doorgaans bedoeld om een gezondheidsprobleem op te lossen.
Cardiale shunts
Met
een cardiale shunt wordt doorgaans een niet-normale bloedstroom in het hart
bedoelt. Deze cardiale shunt zorgt ervoor dat er bloed rechtstreeks van de ene
helft naar de andere helft van het hart stroomt. Dit is niet de bedoeling,
omdat de bloedstroom in beide harthelften (linker harthelft en de rechter
harthelft) volledig gescheiden dient te zijn.
De
linker harthelft zorgt ervoor dat er bloed door het lichaam wordt gepompt, de
rechter zorgt ervoor dat er bloed richting de longen wordt gepompt. Wanneer er
een cardiale shunt aanwezig is, kan bloed van de linker- naar de rechterkamer
stromen, of andersom. In enkele gevallen kan het bloed zelfs in beide
richtingen door de cardiale shunt lopen. De aanwezigheid van deze
cardiale shunt kan de druk in beide harthelften beïnvloeden op (meestal)
ongunstige wijze. Zoals waarschijnlijk al wel duidelijk is geworden, ontstaat
er hierbij een probleem dat levensbedreigend kan zijn.
Aangeboren
cardiale shunt
De
aangeboren hartafwijking die het shunten van bloed veroorzaakt, wordt meestal
veroorzaakt door het atrium septum defect (ASD). Dit betekent dat er een gat
tussen beide hartboezems zit). Ook veel voorkomende aangeboren hartafwijkingen
die een shunt veroorzaken zijn het ventrikel septum defect (VSD), een ductus
Botalli of het foramen ovale. Met ductus Botalli bedoelen wij dat er een
bloedvat van de aorta naar de longslagader openblijft na de geboorte. Dit
bloedvat is vóór de geboorte van levensbelang, maar na de geboorte moet dit
bloedvat dichtgaan. Het ventrikel septum defect (VSD) is een gat tussen beide
hartkamers en het foramen ovale is een gat tussen beide hartboezems dat na de
geboorte niet dichtgroeit vlak na de geboorte. Bij een ongeboren kind zit er
een gat tussen beide hartboezems, maar dit gat moet snel na de geboorte
dichtgroeien.
De
aandoeningen die hierboven genoemd zijn, kunnen geen of milde klachten geven.
In zulke gevallen kan het voorkomen dat de aandoening pas op latere leeftijd
van het kind ontdekt wordt. Maar er zijn ook gevallen waarin deze aandoeningen
levensgevaarlijk zijn voor de baby. Wanneer een baby een hartafwijking heeft,
ziet men vaak dat het kindje ook nog andere hartafwijkingen heeft.
Verworven cardiale
shunt
In
enkele gevallen met een gecombineerde hartafwijking (dus meer dan één
hartafwijking) kan het voor de pasgeboren baby nuttig of van levensbelang zijn
om een cardiale shunt te hebben. Soms wordt er zelfs een cardiale shunt
veroorzaakt, middels medicatie of een operatie. Dit wordt een verworven
cardiale shunt door biologische materialen genoemd.
Er
wordt ook wel gebruik gemaakt van een mechanisch verworven cardiale shunt. Deze
wordt soms gebruikt bij aangeboren hartafwijkingen om de bloedstromen of de
bloeddruk te beïnvloeden.
Cerebrale shunt
Er
zijn een aantal oorzaken die ervoor zorgen dat er in de hersenen een te grote
hoeveelheid hersenvocht aangemaakt wordt. Het teveel aan hersenvocht in de
hersenen wordt ook wel hydrocefalus genoemd, in de volksmond wordt ook wel over
een waterhoofd gesproken. Dit wordt doorgaans ontdekt bij baby’s, in enkele
gevallen kan hydrocefalus ook ontstaan op latere leeftijd.
Er
zijn een aantal klachten kenmerkend voor hydrocefalus, namelijk:
- Lusteloosheid
- Hoofdpijn,
- Sneller geïrriteerd zijn,
- Overgevoeligheid voor licht
- Overgevoeligheid voor geluid
- Misselijkheid
- Braken
- Duizeligheid
- Epilepsie.
Dit
hoeft echter niet te betekenen dat iemand met hydrocefalus alle klachten heeft.
Bij
baby’s kan hydrocefalus zich ook uiten in het snel groeien van de schedel (bij
jonge kinderen is de schedel nog niet verbeend).
Wanneer
iemand een waterhoofd heeft, kan er een shunt aangelegd worden in de hersenen.
Via deze shunt (cerebrale shunt) kan het teveel aan hersenvocht afgevloeid
worden uit de hersenen. Deze cerebrale shunt bestaat uit een lange buis met een
drukventiel (soms ook een eenrichtingsventiel). Door deze buis kan het te veel
aan hersenvocht wegstromen wanneer de druk in de hersenen te groot wordt.
Deze
shunt staat doorgaans in verbinding met de bloedbaan of de buikholte, waardoor
het hersenvocht snel in het eigen lichaam opgenomen kan worden. Dit is ook niet
schadelijk voor het lichaam, omdat het lichaamseigen vocht is.
Pulmonaire shunt
Een
pulmonaire shunt is een shunt in de longen, waarbij in een deel van de longen
wel voldoende bloedtoevoer is, maar waar te weinig aanvoer van zuurstof en
afvoer van koolzuur plaatsvindt. Doorgaans (in een gezond lichaam; zonder
pulmonaire shunt) zorgen de longen voor de gaswisseling. Bij iemand met een
pulmonaire shunt lukt de gaswisseling deels of geheel niet, zodat het bloed een
tekort aan zuurstof en een overschot aan koolzuur blijft houden.
Portosystemische
shunt
Een
portosystemische shunt (ook wel levershunt genoemd) is een bypass van de lever
voor de lichaamscirculatie. In normale situaties keert het bloed uit het
onderste deel van het lichaam via de lever terug naar het hart. De lever zorgt
er in dit geval voor dat het bloed kan ontgiften en dat de waardevolle
voedingsstoffen opgenomen en bewerkt worden. Bij een portosystemische shunt is
dit niet het geval. Doorgaans wordt dit veroorzaakt door een patente
(blijvende) ductus venosus, een bloedvat uit de embryonale fase, wat kort na de
geboorte gesloten dient te worden. Een portosystemische shunt kan aangeboren of
verworven zijn. Spontane levershunts bij mensen zijn zeer zeldzaam.
Het
kan ook zijn dat een arts bij een patiënt expres een portosystemische shunt
creëert, omdat de lever ernstig aangetast is. Dit kan bijvoorbeeld het geval
zijn bij cirrhose, waardoor het bloed moeizaam door de lever kan stromen. Een
medisch geplaatste portosystemische shunt zorgt er op dit moment voor dat het
bloed rechtstreeks terug naar het hart kan. Hiermee wordt voorkomen dat de druk
in het bloedvat te hoog wordt, en er kans is op een inwendige bloeding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten